Kinderen zitten in kring op basisschool

Wanneer je peuter 4 jaar wordt, mag hij voor het eerst naar school. Maar welke basisschool kies je? Ga je voor een school dicht bij huis of kies je voor een bepaald type onderwijs? Er is veel waar je rekening mee kan houden. Hoe maak je nu een goede keuze voor je kleine scholier?

Naar school

Je kleine ontdekker heeft in zijn eerste levensjaren al een hoop geleerd, voornamelijk door het imiteren van jullie. Op de basisschool leert je kindje nieuwe vaardigheden, zoals lezen, schrijven en rekenen. Daarnaast doet hij feitelijke kennis op en ook de sociale ontwikkeling komt aan bod: hoe ga je om met klasgenoten? En met meesters en juffen?

De basisschool is de plek waar je kindje zich leert ontplooien en kan uitgroeien tot een zelfstandig functionerend en vriendelijk mens. Vanaf 4 jaar mag je peuter naar school en vanaf 5 jaar is je kind leerplichtig. Dit houdt in dat hij verplicht is om naar school te gaan.

Wanneer basisschool uitzoeken?

Het is aan te raden om op tijd te beginnen met het uitzoeken van een basisschool. Sommige scholen zijn erg populair en hanteren een wachtlijst. Bij andere scholen moet je je peuter al inschrijven als hij 2 jaar is.

Wanneer je je peuter moet aanmelden, verschilt per gemeente en per school. Op de website van je gemeente kan je informatie vinden over wanneer je je kleine het beste kan aanmelden.

TIP: maak lang voordat je peuter naar school gaat een lijstje met scholen die je overweegt en vraag bij iedere school naar de aanmeldprocedure. Zo weet je van tevoren wanneer je je peuter precies moet aanmelden.

Hoe kies je een basisschool?

Het belangrijkste advies voor de keuze van een basisschool is: volg je gevoel. Een school kan nog zo hoog aangeschreven staan, als jij er geen goed gevoel bij hebt, kan je kindje beter naar een andere bassischool gaan. Hij gaat er immers de komende acht jaar een groot deel van de week naar toe. Met de volgende stappen krijg je een goed beeld van de school die je overweegt:

  1. Website
    Bekijk de websites van scholen in de buurt. Dit geeft vaak een eerste indruk van de school. Tip: bekijk alle basisscholen in jouw gemeente en selecteer ze op volgorde van afstand.
  2. Schoolgids
    De schoolgids is meestal via de website te downloaden, maar je kan hem ook bij de school opvragen. In de schoolgids vind je belangrijke informatie zoals de visie van de school en een uitleg over het type onderwijs. Ook praktische zaken, zoals schooltijden, de huisregels en de inzet van ouders staan hier beschreven. Veel schoolgidsen bevatten daarnaast scores van de Cito-toets en gegevens over het uitstroomniveau van leerlingen (vmbo, havo of vwo).
  3. Ervaringen van anderen
    Vraag aan vrienden of mensen uit de buurt naar welke school hun kinderen gaan. Wat vinden zij van die basisschool? Verhalen uit de praktijk helpen vaak om een goed beeld te krijgen van de school.
  4. Bezoek de school
    De beste manier om een indruk te krijgen van een school is door een kijkje te nemen. Bezoek eens een open dag of maak een afspraak voor een rondleiding. Zo kan je de sfeer proeven en vragen stellen. Je ervaart het gebouw, ziet wat voor leerlingen er op de school zitten en hoe ze met elkaar omgaan op het schoolplein.
Jongetje speelt op basisschool met vliegtuigje

Tips voor het kiezen

Vind je het lastig om een keuze te maken tussen de verschillende scholen bij jullie in de buurt? De volgende punten kan je meenemen in je overwegingen:

  • Normen en waarden. Bedenk eens welke normen en waarden jullie thuis belangrijk vinden en kijk of je die terugvindt in de visie van de school.
  • Klassengrootte. De maximale grootte van klassen kan per school verschillen. Vind je een grote of juist kleine klas prettig voor jouw scholiertje?
  • Anti-pestbeleid. Helaas komt pesten best vaak voor. Heeft de school hier een vast protocol voor en hebben ze wellicht een pestpreventiebeleid?
  • Schoolregels. Schoolregels maken duidelijk wat er van de kinderen wordt verwacht in de omgang met elkaar. Welke regels worden in de klas en op het schoolplein gehanteerd?
  • Leertempo. Sommige kinderen maken zich de stof snel eigen, anderen hebben wat meer tijd nodig. Hoe wordt omgegaan met trage of juist snelle leerlingen?
  • Extra begeleiding. Het is mogelijk je kindje speciale begeleiding nodig heeft, bijvoorbeeld voor dyslexie. Hoe is dat op deze school geregeld?
  • Vakken. Welke vakken worden gegeven? Bedenk welke vakken je, naast de standaardvakken zoals Nederlands en Rekenen, belangrijk vindt.
  • Onderwijsmethode. Ieder kind is anders. Het ene kind is al heel zelfstandig, terwijl het andere kind wat meer behoefte heeft aan sturing. Kijk goed naar het karakter van je kindje en bedenk welke onderwijsmethode je daar bij vindt passen.
  • Buitenschoolse opvang. Wanneer jullie allebei tot vijf uur werken, moet er oppas voor je kindje zijn. Bekijk van tevoren wat de mogelijkheden voor Buitenschoolse Opvang (BSO) zijn.
  • Route naar school. Wat is de afstand van huis naar school? Is de route naar school veilig? Kan je kindje uiteindelijk zelf naar school fietsen of zal je hem altijd moeten brengen?
  • Ouderparticipatie. Veel scholen vragen ouders om mee te helpen met allerlei activiteiten. Wat wordt er van jou als ouder verwacht?
  • Digitaal onderwijs. Tegenwoordig kan je niet meer om de digitale wereld heen. Heeft de school digitale vaardigheden en media-wijsheid in het lesprogramma opgenomen? Maken ze gebruik van computers en iPads?

Soorten scholen

Er zijn eigenlijk twee soorten scholen: openbare en bijzondere scholen. Bijzonder scholen geven les vanuit een godsdienstige of levensbeschouwelijke overtuiging, openbare scholen zijn toegankelijk voor alle kinderen. Er zijn ook scholen met een bepaalde onderwijsmethode. Deze scholen vallen onder ‘algemeen bijzonder onderwijs’. De bekendste onderwijsmethoden zijn:

Vrije school

Binnen dit onderwijsconcept wordt de ontwikkeling van de gehele mens gestimuleerd: het hoofd (denken), het hart (voelen) en de handen (maken). Persoonlijkheidsvorming, natuur, muziek, filosofie en creativiteit spelen een belangrijke rol op de vrije school.

Montessori

In het Montessori-onderwijs staat zelfstandigheid voorop. Leerlingen krijgen taken en beslissen als ze iets ouder zijn zelf waar, wanneer en met wie ze die taken uitvoeren. Er zijn drie groepen leerlingen: leerlingen van 4 tot 6 jaar, van 6 tot 9 jaar en van 9 tot 12 jaar. Een leerling ontwikkelt zich op zijn eigen niveau en kan niet voor- of achterlopen op de groep.

Dalton

Het Dalton-onderwijs lijkt een beetje op de Montessorischool: ook hier ligt de nadruk op keuzevrijheid, samenwerking en de ontwikkeling van zelfstandigheid. De opdrachten zijn wel iets duidelijker gekaderd en de leerlingen zitten, anders dan bij Montessori, met leeftijdsgenoten in dezelfde klas.

Jenaplan

Het idee van het Jenaplanonderwijs is dat kinderen de wereld samen ontdekken. Relaties spelen daarbij een grote rol: de relatie met zich zichzelf, met anderen en de relatie met de wereld. Ontwikkeling van creativiteit en sociaal-emotionele vaardigheden is net zo belangrijk als het leren van feiten, lezen, schrijven en rekenen. Kinderen van verschillende leeftijden zitten bij elkaar in de groep.

Freinet

Een Freinetschool lijkt op de Jenaplanschool. Hier zijn de ervaringen van kinderen het uitgangspunt en interactie met andere kinderen speelt een belangrijke rol. Leerlingen hebben anders dan bij Jenaplan meer vrijheid en ze werken individueler.

Dit is slechts een korte beschrijving van de vijf bekendste onderwijsconcepten. Bekijk meer informatie over onderwijsconcepten.

Aanmelden

Heb je na veel wikken en wegen de keuze voor een basisschool gemaakt? Dan kan je je kindje aanmelden. Dit doe je schriftelijk via aanmeldingsformulieren. De school heeft 6 weken de tijd om een schriftelijke reactie te sturen.

Als je kind officieel staat ingeschreven, kan je hem het heuglijke nieuws vertellen: straks mag je naar school!

Download onze app

#1 zwangerschaps- en baby-app