De baby die nooit een baby werd…
Julia en haar partner waren in blijde verwachting van een klein wondertje. Helaas mocht het niet zo zijn, en kregen zij een miskraam. Julia schreef een ontroerende brief aan haar ongeboren kindje en deelt hier haar ervaring.
Waarschuwing
De inhoud van dit ervaringsverhaal is heftig en ontroerend. Wees hierop voorbereid voordat je verder leest.
Lief kleintje,
Ik heb het gevoel dat ik een brief aan je wil schrijven, dus doe ik dat. Misschien deel ik hem later wel met meer mensen. Mij hielp het om ervaringen te lezen.
Wat heb ik een tranen om jou gelaten. Eerst van blijheid en geluk, toen van angst en onzekerheid, later van ongeloof, woede, frustratie, oneerlijkheid. En nu… van pijn. Rauwe, harde pijn, of rouwpijn. Ik lig maar in een heet bad, omdat ik niet weet wat ik anders moet.
“Ik voelde dat je er was. Ik voelde krampjes in mijn buik. Er werd van binnen ruimte voor jou gemaakt.”
Ons geheim
Wat waren we blij toen we wisten dat jij er was. We hadden al vermoedens, maar wisten het zeker toen we twee streepjes zagen. We wisten het op een vrijdag. Die dag gingen we naar Amersfoort, een nachtje weg. ‘s Ochtends heel vroeg deed ik de test, zodat papa erbij was. Er verscheen een grote glimlach, groter dan hij sinds lange tijd geweest was. En die bleef, niet altijd zichtbaar, maar wel voelbaar vanbinnen. Die dag nog zei een collega: ‘Gaat het beter met je? Je lijkt vrolijker.’
Het was ons geheim, af en toe keken we elkaar stralend en gelukkig aan. Wij deelden iets wat niemand wist. Oké niet helemaal waar, papa had het aan een goede vriend verteld en ik aan een goede vriendin. Je was ons lichtpuntje, in een periode die niet zo makkelijk was.
Ik voelde dat je er was. Ik voelde krampjes in mijn buik. Er werd van binnen ruimte voor jou gemaakt. En plop, opeens waren mijn borsten een cup groter. Niet echt zo ineens natuurlijk, maar zo leek het en voelde het. Au! We noemden je zolang ‘seedy’, als grapje, omdat je zo groot als een maanzaadje was.
“Ik kocht zelfs al iets voor op de babykamer. Een bewaarmand met olifanten.”
Bekend maken aan de buitenwereld
We bedachten hoe en wanneer we het bekend zouden maken. Welke veranderingen er kwamen. Konden we dit wel? Jou groot laten groeien en opvoeden… Wat werd de babykamer? Hadden we een 2e auto nodig? Ik kocht zelfs al iets voor op de babykamer. Een bewaarmand met olifanten. We noemden elkaar papa en mama en moesten dan breed lachen. We waren gelukkig met jou.
Af en toe dacht ik dat iedereen het aan me zag. Ik maakte een afspraak voor een echo. Volgens mijn eigen berekeningen zou je 13 juli ter wereld komen. Twee dagen na onze verkeringsdatum. Misschien kwam je dan wel, dat zou mooi zijn. Of op mijn verjaardag, 1 juli.
Op 29 november hadden we de echo gepland. We konden niet wachten. We besloten tot die tijd nog even niks te vertellen. Bij een goede vriendin was het misgegaan en daar gingen we niet vanuit, maar je wist maar nooit…
“"Ik zie nog geen duidelijke zwangerschap. Wanneer heb je een test gedaan?"”
De eerste echo
De dag van de echo brak aan. Spannend… Toen ik eindelijk op de bank lag met de koude gel op mijn buik, kwam er nog een assistent iets vragen aan de echoscopist. Irritant.
Toen had ze weer aandacht voor jou, maar het bleef stil… te lang…
“Ik zie nog geen duidelijke zwangerschap. Wanneer heb je een test gedaan? Waren het duidelijke streepjes? Ik zie hier wel een bult in je baarmoeder… dat kan een vleesboom zijn, dat hebben veel vrouwen. Of een molazwangerschap. Hier zie ik toch een vruchtje, ja kijk met een hartje. Maar het klopt niet met je verhaal. Het is nog geen 8 weken qua grootte en het hartje klopt te langzaam. Ik loop even naar de gynaecoloog om te overleggen over de mogelijke vleesboom.”
Op de enige echofoto die we van je hebben is die dan ook vooral te zien.
Een klein fluppie, met bewegend hartje
Aan tafel kregen we het harde verhaal te horen dat het misschien niet goed was. Toen kwamen de tranen. Omdat er toch een molazwangerschap kon zijn, moesten we meteen met spoed naar het ziekenhuis om bloed te testen op hCG en voor een extra echo bij een gynaecoloog. Het positieve hieraan is dat we je nog een keer konden zien, een klein fluppie met een bewegend hartje ♡.
De gynaecoloog kon met een inwendige echo al vaststellen dat het geen molazwangerschap was. Gelukkig, dat was een opluchting. Maar het vruchtje zag er niet goed uit. We zouden over een week terugkomen. Dan moest je goed gegroeid zijn. Maar we moesten ook reëel blijven, het kon misgaan.
“'We gaan van het positieve uit', werd er gezegd. Heel lief bedoeld. Maar ik wist het, ik voelde het...”
Onzekerheid, wachten en carpaccio
In tranen verliet ik het ziekenhuis, wat een onzekerheid en nog een hele week wachten… Een week, hoe gingen we die doorstaan?! Ik heb maar zoveel mogelijk gedaan. Meer uren op mijn werk gemaakt, ook al werkte ik er eigenlijk maar 2 per dag. Veel leuke dingen gepland. Papa ging nog een weekendje naar Liverpool. Was ik ook nog alleen… Maar hij moest van mij gaan. Mijn huilbuien werden al wat minder. Ik kreeg weer wat rust en had veel leuke dingen op de planning. Ook veel steun aan de vriendin die het wist.
Op 5 december voelde ik me neerslachtig en verdrietig. Ik wist niet goed waar het vandaan kwam. Op mijn werk sloot ik me het liefst op in een kamertje. ‘s Avonds vierden we Sinterklaas met de familie van papa. Het begon erg gezellig en was een welkome afleiding. Maar na de soep hoorde ik: “We eten lekker carpaccio.” Néé, dacht ik, en toen: help. Dat mag ik niet, dan weten ze het meteen. Zal ik het dan gewoon maar eten? Nee dat voelt niet goed.
Ik ging even naar de wc, maar kreeg daar zo’n heftige huilbui dat ik bijna moest overgeven. Papa vond het al lang duren en kwam naar me toe. Op de gang besloten we dat we het ze dan maar zouden vertellen, want dit (mijn huilbui) kwam toch niet meer goed. Ze schrokken en zaten allemaal met tranen. ‘We gaan van het positieve uit’, werd er gezegd. Heel lief bedoeld. Maar ik wist het, ik voelde het. Ik kon beter nergens van uitgaan…
“"Nee, dit is niet goed", zei de gynaecoloog. Wat ik al voelde werd bevestigd.”
De tweede echo
Donderdag 7 december hadden we de 2e echo. Al snel ging het echoapparaat naar binnen. – Ook wel echodildo, ze doen er nog een condoom omheen ook. Sorry, romantischer kan ik het niet maken. –
Ik sloot me af, staarde naar de muur. Vroeg me af waar die schakelaar voor zou zijn. En wat een gekke plek voor een stopcontact. Stop contact, haha…
De gynaecoloog zei op een directe manier: “Nee dit is niet goed, er is geen hartslag meer.”
BAM.
Wat ik al voelde werd bevestigd, maar het was er niet minder pijnlijk om. Tranen bij het aankleden. Ik kon kiezen: wachten, medicatie, of curettage. Ik besloot te wachten. Ik vond het een mooi idee als de natuur het oploste en ik wilde je nog even bij me houden. We maakten een nieuwe afspraak voor de week erna.
Heel veel huilen en een stukje verwerking
Papa ging naar zijn werk, met mijn toestemming. Als ik hem nodig had zou ik bellen en zou hij naar huis komen.
Ik ging op de bank zitten onder een kleedje en heb heel hard gehuild. De kat keek me vreemd aan. Zo had hij me nog nooit gezien, dit was nieuw voor hem. Of hij begreep het, ik weet het niet. Andere poes kwam op schoot en legde haar kopje op mijn hand. Het voelde als troost.
Mijn telefoon had ik in de hoek gegooid. Ik wilde me afsluiten. Maar daarna heb ik toch de mensen die het wisten geappt, die zaten ook in onzekerheid. Ik zou ‘s middags een kopje koffie doen bij mijn ouders. Ik heb ze verteld dat ze opa en oma zouden worden, maar dat het nog wat langer zou duren. Ook meteen bij broer langsgegaan om het persoonlijk te vertellen. Mijn beste vriendinnen heb ik later om de beurt opgebeld. Dat was al een stukje verwerking, want bij elke keer dat ik over jou vertelde, werd het ietsje makkelijker en moest ik minder huilen…
“Ze hadden het vast verkeerd gezien, het hartje klopte heus nog wel.”
Week van de ontkenning
Ik was bang dat je onaangekondigd naar buiten zou komen en durfde bijna niet de deur uit. De week erna was er nog geen kramp of bloedverlies geweest. Het was de week van de ontkenning.
Ze hadden het vast verkeerd gezien, het hartje klopte heus nog wel. Mama (oma) ging mee naar de echo. Daar vroeg ik of ik deze keer mee mocht kijken. Ik zag bevestigd wat ik al wist, maar niet wou weten. Een stil, klein flubbertje, van ons, diep in mij.
Ik wilde nog steeds wachten. We maakten een afspraak over 2 weken.
4 pillen en een foldertje
Na de kerstdagen had ik jou lang genoeg in mijn buik gehad. Je mocht eruit. Ik belde het ziekenhuis of ik toch medicatie kon krijgen. Helaas zaten alle artsen vol die dag. Vrijdag was de afspraak, die wachtte ik dan nog maar af.
“Het nieuwe jaar zijn we feestend en dansend ingegaan. Wat moesten we anders?”
Op vrijdag kreeg ik van de assistente 4 pillen mee en een foldertje. Ik mocht niet alleen zijn en ik moest bellen als ik te veel bloed zou verliezen of te veel pijn zou hebben. Ook als het midden in de nacht zou zijn. In overleg met de gynaecoloog zou ik de pillen na oud en nieuw inbrengen. Dan had ik nog wat aan die avond.
Het nieuwe jaar zijn we feestend en dansend ingegaan. Wat moesten we anders? Om 00:00 uur was het wel even moeilijk. Iedereen was zo lief. We zijn er heel open over geweest, om ook flauwe grappen en opmerkingen voor te zijn. We gingen nog met z’n allen naar een feest en hebben lekker veel domme dansjes gedaan.
Toen was het nieuwjaarsdag. Om 12:00 uur heb ik de vier pillen erin gestopt. Die zouden jou opwekken. Ik ben weer een paar uur gaan slapen en werd uiteindelijk wakker met een lichte kramp. Tegen de avond werden de krampen erger en kwam er bloedverlies bij. 2 paracetamol waren voldoende om de krampen te doorstaan. We hebben best goed geslapen.
“Je was niet meer bij mij en dat voelde ik. Ik kon je toch niet zomaar weggooien?!”
Leegte
De volgende ochtend voelde ik dat er iets uit me kwam. Toen ik op de wc ging zitten viel het eruit. Ik dacht dat jij het was en ik wilde je niet doorspoelen, dus ik heb je gepakt en in papier gewikkeld. Beneden deed ik je in een bakje water. Ik maakte ook nog een foto van je. Het bakje heeft een tijdje in de badkamer gestaan.
Papa heeft je ook nog bekeken. Hij vroeg hoe ik me voelde. Ik zei: “Leeg”, en moest heel hard huilen. Je was niet meer bij mij en dat voelde ik. Ik kon je toch niet zomaar weggooien?!
‘s Middags heb ik je begraven. Naast lievelingskonijn Tijger. Zodat ik in de zomer of eerder een mooie bloem op je kan planten. Nu heb je een plekje. Je bent niet meer in mijn lichaam, maar wel voor altijd in mijn hoofd en in mijn hart.
Een groot hart
Heel veel gehuild heb ik om jou. En nu nog. Het is een verdriet dat uit mijn lijf komt, diep vanbinnen. Het gevoel dat ik niet compleet ben zonder jou. Ik weet dat het beter wordt en dat het minder zal worden. Maar nu doet het pijn, heel veel pijn. Wat mensen ook zeggen.
Sinds vrijdag heb ik je niet alleen meer onzichtbaar bij me, maar ook zichtbaar. Op mijn huid. Er staat een hart. Groter dan ik van plan was, dus is hij ook voor papa. Nu kan ik je nooit meer vergeten en altijd naar de herinnering aan jou kijken.
“Ik weet niet waar jij nu bent. Misschien kom je nog terug in een volgende baby, misschien is je ziel voor altijd weg.”
Pijn
Helaas was vrijdagnacht nog niet alles van jou uit mijn buik. Ik kreeg meer krampen, die pijnlijker en pijnlijker werden. Uiteindelijk waren het weeën, denk ik. 4 paracetamol hielp niet. Dus gingen we om 4 uur ‘s nachts naar het ziekenhuis.
De gynaecoloog werd opgeroepen. Gelukkig dezelfde, want ze is lief. De verpleegster die ons opving ook. Door het traplopen en de autorit voelde ik al dat er iets loskwam. Op het toilet verloor ik een grote bloedprop en bloed. De gynaecoloog haalde ook nog wat stolsels uit me. Au! Maar minder pijnlijk dan de weeën en die waren gelukkig voorbij. We mochten meteen weer naar huis.
Thuis kwamen de tranen en zei ik tegen papa: “Deze pijn wil ik alleen nog voelen voor een levende baby en nooit meer voor niets.”
Er volgde nog 1 controle bij de gynaecoloog en toen was het voorbij. Lichamelijk dan.
Mijn coach zei eerder: “Je gaat leren om beter voor jezelf op te komen, je gaat je eigen verhaal schrijven.” En dit is dan misschien mijn eerste hoofdstuk.
Dankbaar
Ik weet niet waar jij nu bent. Misschien kom je nog terug in een volgende baby, misschien is je ziel voor altijd weg. Ik wil graag geloven dat je terugkomt, ik vind het een mooie gedachte. Ik weet dat je geleefd hebt. Ik was, of ben, je moeder en ik mis je. Heel erg.
Ik ben dankbaar voor de mensen om mij heen die mij gesteund hebben. Familie, vrienden, collega’s. Ze zeiden niet altijd de meest fijne dingen op dat moment, maar ik vergeef ze. Je weet pas hoe het is als je het zelf voelt en ik hoop dat ze het nooit zullen weten.
Ik ben ook dankbaar voor de fijne nazorg van de verloskundigenpraktijk met de voorbereiding op wat ik kon verwachten. En ik ben dankbaar voor de zorg in het WFG. Ze waren lief voor ons en dat hadden we nodig. Ik ben ook dankbaar voor mijn huisarts, die zag hoe moeilijk ik het heb en me rust heeft geadviseerd om te herstellen.
Rust zacht
Dus nu lig ik hier, nog steeds in bad. Denkend aan jou. Hopend dat ik dit hoofdstuk over een tijdje kan afsluiten. En dat ik het boek dan af en toe nog opensla om nog eens goed aan jou te denken en het verdriet toe te laten.
Rust zacht, lief kleintje ♡
Mama
Download onze app
#1 zwangerschaps- en baby-app