Menstruatiecyclus en zwanger worden
Je menstruatiecyclus maakt je lichaam klaar voor een mogelijke zwangerschap en bepaalt wanneer je vruchtbaar bent. Hoe werkt de menstruatiecyclus en wanneer ben je het meest vruchtbaar?
Wat is de menstruatiecyclus?
Je menstruatiecyclus is de periode van de eerste dag van je ongesteldheid tot en met de laatste dag vóór het begin van je volgende menstruatie. Een cyclus duurt gemiddeld 28 dagen. Dit kan uiteenlopen van 21 tot 36 dagen.
Sommige vrouwen hebben een onregelmatig cyclus die elke maand een aantal dagen verschilt. Ook kan de menstruatie helemaal uitblijven. De meeste vrouwen zijn tijdens de cyclus 3 tot 7 dagen ongesteld.
Wist je dat: je zo’n 400 tot 450 keer ongesteld wordt? Nederlandse meisjes zijn gemiddeld 13 jaar oud wanneer ze hun eerste menstruatie hebben. Het menstrueren stopt meestal als je ongeveer 50 jaar bent.
Download onze app
#1 Kinderwens- en zwangerschapsapp
Hoe werkt de menstruatiecyclus?
Je menstruatiecyclus bestaat uit twee fases: de fase voor je eisprong (de folliculaire fase) en de fase na je eisprong (de luteale fase). Met behulp van verschillende hormonen bereidt je lichaam zich tijdens deze fases voor op een mogelijke zwangerschap. Dit gebeurt in de volgende stappen:
- Je ongesteldheid
- Rijpen van een follikel (met daarin een eicel)
- Je eisprong
- De afbreekfase
1. Je ongesteldheid
Je menstruatiecyclus start met je ongesteldheid. Tijdens je menstruatiecyclus geven je hersenen hormonen af. Dit gebeurt vanuit de hypofyse, een kleine klier in je hersenen. De hypofyse zorgt voor de aanmaak van twee geslachtshormonen: het follikel stimulerend hormoon (FSH) en het luteïniserend hormoon (LH).
2. Het rijpen van een eicel
Tijdens en na je menstruatie maakt de hypofyse meer follikel stimulerend hormoon (FSH) aan. Follikels zijn met vloeistof gevulde blaasjes waarin een onrijpe eicel zit. Het FSH zorgt ervoor dat de follikels groeien en zich ontwikkelen. Door de toename van het FSH rijpt uiteindelijk één eicel helemaal uit. Deze ‘springt’ tijdens de volgende stap los uit de follikel. Het overblijfsel van de follikel wordt het gele lichaam genoemd.
Het gele lichaam zorgt voor de aanmaak van het de hormonen progesteron en oestrogeen. Deze hormonen maken het slijmvlies van je baarmoeder klaar voor een mogelijke innesteling van de eicel. Het baarmoederslijmvlies wordt dikker. Hierdoor kan een bevruchte eicel zich makkelijker innestelen. Bij een bevruchting houden progesteron en oestrogeen het baarmoederslijmvlies in stand.
3. Je eisprong
Heeft de hoeveelheid oestrogeen zijn piek bereikt? Dan zorgt de grote hoeveelheid oestrogeen ervoor dat het FSH afneemt. Het luteïniserend hormoon (LH) neemt juist toe, totdat een piek ontstaat. Deze LH-piek zet de eisprong in gang. Dit gebeurt ongeveer veertien dagen na het begin van je menstruatie. De eicel is rijp en komt met een kleine ‘sprong’ los uit de follikel. De eicel komt in de eileider terecht en is klaar voor bevruchting.
Na je eisprong neemt de hoeveelheid oestrogeen wat af. Het hormoon progesteron krijgt nu de leidende rol. Progesteron maakt de baarmoederwand verder klaar voor de mogelijke innesteling van een bevruchte eicel. Ook remt progesteron de aanmaak van de hormonen FSH en LH. Dit voorkomt dat er nieuwe eicellen gaan rijpen.
4. De afbreekfase
Is de eicel niet bevrucht? Dan daalt de hoeveelheid oestrogeen en progesteron in je bloed. Je lichaam breekt het opgebouwde baarmoederslijmvlies af. Via je vagina wordt het afgevoerd. Dit is je menstruatie; je wordt ongesteld en je cyclus begint opnieuw.
Als de eicel wel bevrucht is en zich succesvol heeft ingenesteld, maakt je lichaam het zwangerschapshormoon hCG aan. Je bent nu officieel zwanger.
Tijdens de innesteling van de bevruchte eicel hecht deze zich aan je baarmoederslijmvlies. Dit kan voor een innestelingsbloeding zorgen.
Wanneer ben je het meest vruchtbaar?
Als je een kinderwens hebt, is het handig om je menstruatiecyclus bij te houden. Zo ontdek je hoe je cyclus in elkaar zit en wanneer je eisprong is. De twee dagen voor je eisprong tot en met de dag van je eisprong zijn je meest vruchtbare dagen. Door hier rekening mee te houden tijdens het vrijen, vergroot je de kans op een zwangerschap.
Het bijhouden van je menstruatiecyclus heeft nog een voordeel. Wanneer je zwanger bent, kan je met de eerste dag van je laatste menstruatie je uitgerekende datum berekenen.
In onderstaande tabel zie je op welke dagen rond je eisprong je het meest vruchtbaar bent.
TIP: Gebruik onze ovulatie calculator om te berekenen wanneer je eisprong en vruchtbare dagen zijn.
Afwijkende of onregelmatige menstruatiecyclus
Ongeveer 20% van de vrouwen heeft een onregelmatige menstruatiecyclus. De cyclus is dan korter, langer of per maand erg verschillend. Duurt je cyclus korter dan 21 dagen of langer dan 36 dagen? Dan kost het mogelijk meer moeite om zwanger te raken. De kans is dan namelijk groter dat er geen eisprong plaatsvindt. Ook maakt een onregelmatige cyclus het lastiger om je vruchtbare dagen te bepalen.
Heb je een kinderwens en is je menstruatiecyclus erg onregelmatig? Neem dan contact op met je huisarts. Deze kan je tips geven en je hierbij begeleiden.
Uitblijven menstruatie
Wanneer je menstruatie uitblijft, kan dit betekenen dat je zwanger bent. Heb je seks gehad zonder voorbehoedsmiddelen en ben je overtijd? Dan is het uitblijven van je menstruatie een mogelijk zwangerschapssymptoom. Door een zwangerschapstest te doen, kan je hier meer zekerheid over krijgen.
Soms blijft je menstruatie uit, terwijl je niet zwanger bent. Dit heet amenorroe en kan verschillende redenen hebben. Mogelijke oorzaken van amenorroe zijn stress, onder- of overgewicht, ziekte, medicijngebruik en de overgang. Neem contact op met je huisarts wanneer je vermoedt dat bij jou sprake is van amenorroe.
Tips bij menstruatiecyclus en zwanger worden
De volgende tips kunnen je helpen om inzicht te krijgen in je menstruatiecyclus.
- Gebruik een ovulatietest. Een ovulatietest laat zien wanneer je het meest vruchtbaar bent. Dit doet de test door je LH-piek te meten. Wanneer je positief test, zijn je twee meest vruchtbare dagen aangebroken.
- Bestudeer je afscheiding. Tijdens je cyclus verandert je cervixslijm. Door het dagelijks te controleren, kan je zien of je vruchtbare periode is aangebroken. Je afscheiding is dan helder en elastisch.
- Houd je temperatuur in de gaten. Vlak na je eisprong stijgt je temperatuur met 0,3 tot 0,8 graden. Wanneer je dagelijks je temperatuur opmeet, kan je merken wanneer je eisprong plaatsvindt. Een nadeel van deze methode is dat je meest vruchtbare dagen dan al geweest zijn.
- Download een app. Er bestaan verschillende apps om je menstruatiecyclus bij te houden. Een menstruatie-app brengt je vruchtbare dagen in kaart en geeft aan wanneer je waarschijnlijk ongesteld zal worden.
- Controleer je baarmoedermond. Vlak voor de eisprong verandert de stand van je baarmoedermond. Hij ligt dan hoger, voelt zachter aan en opent zich een beetje. Na de eisprong sluit hij zich en wordt hij weer harder. Dit kan je in de gaten houden door regelmatig met één of twee vingers in je vagina te voelen.
- Let op lichamelijke veranderingen. Rond je eisprong kunnen je borsten gevoelig zijn en kan je libido hoger worden. Dit komt door de verandering van hormonen in je lichaam. Een hoger libido kan ook een andere oorzaak hebben. Het is dus niet het meest betrouwbare symptoom, maar kan wel een aanwijzing van je lichaam zijn.