Zo leert je baby kruipen: uitleg en handige tips

Een sprong in je baby’s mobiliteit

Vanaf ongeveer een half jaar wordt je baby al een stuk mobieler. Hij ontdekt het ‘pivoteren’ en draait waarschijnlijk de hele dag rondjes om zijn as. Van hieruit begint je baby zich vooruit of achteruit te bewegen, terwijl hij met zijn buik op de grond ligt. Het tijgeren begint. En voor je het weet kruipt hij alle kanten op.

Als je baby kruipt, zit hij op zijn handen en knieën. Eerst zal je baby zich langzaam en voorzichtig bewegen, maar binnen de kortste keren heeft hij het onder de knie. Vanaf dat moment moet je altijd opletten waar hij is en of zijn omgeving wel veilig is. Tijd om je hele woonkamer babyproof te maken! Kruip hiervoor zelf eens door de kamer om erachter te komen welke mogelijke gevaren je tegenkomt.

Wanneer leert je baby kruipen?

Iedere baby ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. Dit geldt ook voor kruipen. Er zijn baby’s die na 6 maanden al vrolijk rondkruipen. Maar maak je niet meteen zorgen als je baby na een jaar nog niet zo ver is. Over het algemeen leren baby’s kruipen tussen de 7 en 10 maanden. Doet je kleine na een jaar nog steeds geen pogingen om zich voort te bewegen en blijft hij nog op één plek liggen? Bespreek dit dan even op het consultatiebureau.

Leren kruipen

Dankzij de dagelijkse dosis tummy time van de afgelopen maanden, traint je kindje vanzelf de spieren die hij nodig heeft bij het kruipen. Ligt hij op zijn buik te spelen met zijn handjes? Lok hem dan eens uit om vooruit te bewegen. Dit doe je door net buiten zijn bereik een speeltje heen en weer te bewegen. Een kleine schuifbeweging, een beetje reiken met zijn armpjes en hij is er. Wauw, applaus voor je kleine!

Let er hierbij wel op dat je hem niet frustreert. Ligt het speeltje nog iets te ver, help hem dan even. Op een gegeven moment zal hij bij deze bewegingen zijn buik van de grond optillen, waarna hij gaat kruipen.

De meeste baby’s beginnen trouwens pas met kruipen als ze zelfstandig kunnen zitten. Vanaf dat moment zijn de spieren sterk genoeg om voldoende rompbalans op te bouwen en dus om te kruipen. Toch kan niet iedere baby zitten voor hij kan kruipen.

Mijn baby kruipt niet, wat nu?

Niet iedere baby kruipt. Sommige baby’s bewegen zich voort op hun billen in plaats van dat ze kruipen: de billenschuivers. Hierbij kunnen ze zich afzetten met één of twee benen. Er zijn ook baby’s die het kruipen helemaal overslaan. Zij proberen in plaats van te kruipen zich op te trekken aan dingen, en beginnen zo met staan en de eerste stapjes lopen.

Tips om je baby te leren kruipen

Geef je baby de tijd en ruimte om zich in zijn eigen tempo te ontwikkelen. Je kan je kleine natuurlijk wel helpen door de volgende tips te gebruiken:

• Een gladde ondergrond. Zorg dat de ondergrond niet te glad, maar wel zacht en stevig is. Een lap vloerbedekking of speeltegels van foam zijn ideaal. Speeldekens plooien teveel.
• Zorg voor een veilige kruipomgeving. Werk snoeren, stopcontacten, planten en scherpe hoeken en randen weg, of dek ze veilig af. Plaats traphekjes aan de bovenkant van de trap, zodat je baby niet kan vallen.
• Een lange broek. Geef je baby een lange broek aan. Dit beschermt zijn knieën en zo hoeft hij niet met zijn blote benen over de koude grond.
• Stimuleer je baby. Moedig je kindje aan en geef hem complimentjes als het lukt. Dit is goed voor zijn zelfvertrouwen en hij zal er van gaan stralen.
• Accepteer het als het anders gaat. Vind je dat je baby een wel heel creatieve manier van voortbewegen heeft? Laat hem lekker zijn gang gaan, elk kindje heeft zijn eigen ‘kruipstijl’.
• Zet je baby niet te vroeg in een zittende houding. Vanuit een liggende positie heeft hij veel meer bewegingsvrijheid om te bewegen en te leren kruipen. Beperk daarom ook de tijd die je kindje doorbrengt in een autostoel of een wipstoel.
• Doe gezellig mee met je kleine. Door het voor te doen kan hij bij jou de kunst afkijken. Bovendien kan je baby er enthousiast van worden wanneer hij jou ziet kruipen.
• Laat je baby regelmatig oefenen. In het begin zal hij nog snel moe worden en veel omvallen. Geef hem dan ook voldoende rust. Morgen weer een dag.
• Help hem door zijn onderbeentjes vast te houden. Hij kan zich dan tegen je hand afzetten. Geef deze steun niet onder de voeten, je baby zal dan door een reflex zijn been juist optrekken.
• Wees oplettend. Kruipt je kleine inmiddels? Dan is het opletten geblazen! Je baby kruipt steeds sneller en voor je het weet is hij uit het zicht verdwenen.