Brandwond bij je kind: wat moet je doen en hoe voorkom je het?
Er is slechts één klein momentje van onoplettendheid voor nodig, en het kan gebeurd zijn: je kindje heeft een brandwond. Brandwonden zijn ernstige verwondingen van de huid. Wat moet je doen als je kindje een brandwond heeft, hoe kan je het behandelen en hoe voorkom je gevaarlijke situaties?
Wat is een brandwond?
Een brandwond is een beschadiging van de huid door warmte, elektriciteit, chemische stoffen of straling. Het is één van de ernstigste verwondingen die je kindje kan krijgen.
De huid is het grootste orgaan van je lichaam. Het beschermt je tegen het binnendringen van bacteriën, zorgt dat je op temperatuur blijft en draagt bij aan een goede vochthuishouding in je lichaam. Wanneer het huidje van je kleine (ernstig) beschadigd, loopt hij het risico op infecties, onderkoeling en uitdroging. Daarnaast kan een brandwond erg pijnlijk zijn.
Zo weet jij precies wat je moet doen in een noodsituatie
Je hoopt dat het nooit nodig is, maar het is een prettig idee om precies te weten wat jij moet doen bij een brandwond. Het kan daarom slim zijn om een cursus te volgen. Ben je aanvullend verzekerd? Dan krijg je vaak (een deel van) de kosten vergoed!
Gevaar van brandwonden bij kinderen
De gevolgen van een brandwond zijn bij kleine kinderen vaak groter en/of ernstiger. Daarnaast lopen kleine kinderen een hoger risico om een brandwond op te lopen. Dit komt doordat je kindje:
- Nog moet leren wat ‘heet’ is. Je kleine is zich nog niet bewust van de gevaren in zijn omgeving. Hij weet nog niet dat kokend water een brandwond oplevert, dat de oven heet is en dat je niet met vuur moet spelen. Hierdoor kan je kleine zomaar die hete pan vastpakken, zijn handje op het gasfornuis leggen of de theepot omtrekken.
- Zijn motoriek nog niet helemaal onder controle heeft. Hij kruipt, waggelt of loopt nog niet zo stabiel als jij. Ook het grijpen naar een object kan er wild aan toe gaan. Een kop hete thee of koffie is snel omgegooid!
- Een dunner huidje heeft. Hierdoor is de brandwond sneller ernstiger en dieper dan bij een volwassene.
- Sneller een grotere brandwond heeft. De ernst van een brandwond wordt onder andere bepaald door de grootte ervan ten opzichte van het hele lichaamsoppervlak. Omdat je kindje kleiner is, is er sneller een groter percentage van zijn lijfje verbrand dan bij een volwassene. Hoe groter de wond, hoe groter de kans op complicaties (infecties, warmteverlies, vochtverlies of een shock).
Let bij baby’s extra op
Je baby kan niet weglopen en/of praten. Wanneer er hete vloeistof over je baby heen is gekomen, het badje te heet is of je kindje te dicht bij de kachel ligt, kan hij niet vertellen dat het pijn doet (wanneer hij nog niet kan praten). Ook kan hij er niet van weglopen (als hij nog niet kan lopen). Daarnaast kan hij minder makkelijk of niet aangeven waar de pijn precies zit. Hierdoor brandt de bron vaak langer door en zijn de brandwonden doorgaans ernstiger.
Overzicht en kenmerken brandwonden
1e graads brandwond
Bij een 1e graads brandwond is alleen de bovenste laag (de opperlaag) van het huidje van je kindje beschadigd. Het huidje is niet kapot, maar wel rood, droog, kan wat gezwollen zijn en gloeit. Er zijn geen blaren, maar je kleine kan wel veel pijn hebben. Het lijkt erg op verbranding van je huid door de zon. Een 1e graads brandwond geneest vaak vanzelf na een paar dagen en geeft zelden littekens. Een arts waarschuwen is niet nodig, tenzij je erge twijfels en zorgen hebt.
2e graads brandwond
Er zijn twee ‘soorten’ 2e graads brandwonden. Bij een oppervlakkige 2e graads brandwond is het huidje van je kleine glanzend rood of roze en vochtig. Er zijn kapotte en/of intacte blaren. De huid voelt wel soepel. Een oppervlakkige tweedegraads brandwond is erg pijnlijk, maar geneest gelukkig binnen twee weken. Het laat meestal geen littekens achter.
Bij een diepe 2e graads brandwond is er een wond zichtbaar op de huid van je kindje. De hitte heeft dan langer doorgebrand op de huid, waardoor de tweede laag van het huidje (de lederlaag) is beschadigd. De huid heeft een rozerode kleur met witte plekken. Er zijn open en/of dichte blaren en de huid voelt nat en soepel tot stug aan. Een diepe tweedegraads brandwond kan erg veel pijn doen, maar er kan ook sprake zijn van een verminderde pijnsensatie.
Raadpleeg altijd een arts bij een tweedegraads brandwond.
3e graads brandwond
Een 3e graads brandwond reikt tot in het onderhuids vetweefsel en is de meest ernstige brandwond. Het huidje van je kindje is wit, geel, beige/bruin of zwart van kleur en voelt stug aan. De huid is droog en leerachtig. Er zijn geen blaren zichtbaar op de wond, maar het is wel mogelijk dat deze om de wond heen zitten (hier zitten vaak tweedegraads brandwonden).
Een 3e graads brandwond is zo diep, dat de zenuwen in de huid op die plek beschadigd zijn. Hierdoor doet de plek geen pijn. De wond geneest meestal niet vanzelf: de huid is zodanig beschadigd dat deze niet zelf terug kan komen. Mogelijk krijgt je kindje een huidtransplantatie in een brandwondencentrum. Dit laat littekens achter.
Bij een derdegraads brandwond moet je zo snel mogelijk naar een arts.
Mijn kind heeft een brandwond, wat nu?
Als je kindje een brandwond heeft, pas dan de regels van Eerste Hulp bij Brandwonden toe:
- Koel de brandwond minstens 10 minuten onder lauw, zacht-stromend water en trek de kleertjes, schoenen én luier van je kindje uit.
- Koel alleen de wond.
- Bedek de wond met plastic huishoudfolie, steriel verband of een schone doek.
- Smeer niets op de brandwond. Probeer de wond niet aan te raken en prik brandblaren niet door.
- Houd je kindje warm met een deken.
- Waarschuw een arts bij blaren, een open wond of verbranding door elektriciteit of chemische middelen. Ook wanneer de brandwond 5x of meer de oppervlakte van het handje van je kindje is, kan je het beste een arts inschakelen.
- Vervoer je kindje (bij voorkeur) zittend.
Meer informatie en tips over wat te doen bij een brandwond bij je kindje vind je bij de uitgebreide versie van Eerste Hulp bij Brandwonden 2019 >>
Wanneer naar een arts?
Bij een eerstegraads brandwond is het niet nodig om langs de huisarts te gaan. De verbranding kan veel pijn doen, maar er kunnen geen ernstige complicaties door ontstaan.
Bij een (diepe) tweede- en derdegraads brandwond moet je zo snel mogelijk naar een arts of de eerste hulp. De brandwond moet zo snel mogelijk beoordeeld en behandeld worden.
Is de brandwond 5x het handje van je kindje of groter? Bel dan direct 1-1-2. Ook wanneer de brandwond is ontstaan door elektriciteit of chemische stoffen (bijvoorbeeld schoonmaakmiddelen) dien je gelijk 1-1-2 te bellen.
NB. Is je kindje gevaccineerd tegen tetanus? Dan loopt hij geen risico bij een open wond. Is je kindje hier niet tegen ingeënt? Raadpleeg dan een arts.
Brandwond behandelen en verzorgen
Bij een eerstegraads brandwond is het doorgaans niet nodig om naast koelen verdere maatregelen te nemen. Hierbij volstaat meestal pijnstilling in de vorm van paracetamol.
Voor de behandeling en verzorging van een tweede- of derdegraads brandwond bij je kindje, kan je het beste advies inwinnen bij je (huis)arts. Probeer in ieder geval om blaren heel te laten (dus niet doorprikken) en smeer niets op de brandwond.
Vraag een arts hoe jullie de behandeling en verzorging van de brandwond het beste kunnen aanpakken en of eventuele controles nodig zijn.
Brandwond bij je kindje voorkomen
Zo’n 90% van alle brandwonden bij kinderen ontstaat door hete vloeistoffen. Met onderstaande maatregelen kan je deze én andere brand(wond)gevaarlijke situaties voorkomen.
Hete dranken en vloeistoffen
- Drink geen hete dranken met je kindje op schoot.
- Zet hete dranken altijd op het midden van de tafel, buiten het bereik van je kindje. Hetzelfde geldt voor kaarsen.
- Gebruik geen tafelkleden. Je kindje kan zich hieraan optrekken en zo hete dranken van tafel trekken.
- Controleer altijd de temperatuur van douchewater of het badje, voordat je je kindje onder de douche / in het badje doet.
- Bij baby’s: controleer de kruik regelmatig op lekkage.
Keuken en koken
- Gebruik de achterste pitjes van het fornuis.
- Zet de handgreep van pannen naar de zijkant, zodat je kindje er niet bij kan.
- Houd krukjes en stoelen uit de keuken. Je kindje kan hierop klimmen.
- Plaats een hekje voor de keukendeur of -opening als dit mogelijk is. Zo kan je kindje niet in de keuken komen op het moment dat jij aan het koken bent.
- Berg schoonmaakmiddelen en andere chemische middelen altijd op een plek op waar je kindje niet bij kan of plaats een kindveilig slot op het betreffende kastje.
- Kook liever niet met je kindje op je arm.
Apparaten en elektriciteit
- Voorzie alle stopcontacten van een kinderslot.
- Plaats de waterkoker en/of quooker op een plek waar je kindje niet bij kan.
- Laat snoeren niet los door de kamer lopen, maar dek ze netjes af. Je kindje kan ze zo niet in zijn mond stoppen.
Overige maatregelen
- Houd lucifers en aanstekers buiten het bereik van je kindje.
- Laat je kindje niet alleen bij brandende kaarsen.
- Plaats een hekje om de openhaard, zodat je kindje niet bij het vuur kan.
- Houd je kindje uit de buurt van de kachel of verwarming. Plaats hier eventueel ook een hekje omheen.
- Gebruik bij een kruik geen hoezen in de vorm van een knuffeltje. Je kindje denkt dan dat hij ermee kan spelen, terwijl de inhoud gevaarlijk kan zijn.
- Smeer je kindje altijd in met factor 50 als de zon schijnt om verbranding door de zon te voorkomen.
Brandveiligheid
Naast bovenstaande maatregelen om brandwonden te voorkomen, is ook brandveiligheid een belangrijk onderdeel. Met onderstaande tips en richtlijnen voor brandpreventie maak je je huis brandveilig.
Plaats rookmelders
Plaats meerdere rookmelders door je woning, op z’n minst op elke verdieping één. Doe dit op plekken waar brand kan ontstaan en op de kamers waar jij en je kindje slapen. Kies bij voorkeur voor rookmelders die je aan elkaar kan koppelen. Zo word je ook gewaarschuwd als jij je in een andere ruimte bevindt. Controleer regelmatig of de batterijen van de rookmelders vervangen moeten worden.
Controleer de koolmonoxide
Koolmonoxide is een giftig gas dat uit je kachel, cv-ketel of geiser kan komen. Het gas kan je niet zien, ruiken of proeven en is daardoor extra gevaarlijk. Laat je cv-ketel en geiser ieder jaar controleren en plaats een koolmonoxidemeter in je huis. Zorg daarnaast voor voldoende ventilatie in je huis.
Veilig koken
Laat je tijdens het koken niet afleiden en zorg dat er geen brandbare spullen in de buurt van het fornuis liggen (bijvoorbeeld keukenpapier of theedoeken). Maak daarnaast gebruik van een kookwekker. Hiermee voorkom je dat je vergeet dat er nog iets op het vuur staat. Dit kan weleens gebeuren met een klein kindje in de buurt. Zet verder het fornuis uit als je wegloopt uit de keuken.
Heb je de vlam in de pan? Zet dan een passende deksel op de pan. Blus het niet met water, dan ontstaat er juist een steekvlam.
Zorg goed voor apparaten
Houd apparaten, zoals de tv, stofvrij en zorg dat ze goed kunnen ventileren. Apparaten kunnen (in gebruik) namelijk erg heet worden. Als ze niet goed kunnen ventileren, kunnen ze in brand vliegen.
Zet apparaten bij voorkeur uit als je van huis gaat. Laad je telefoon, tablet of babyfoon verder alleen op als je erbij in de buurt bent en gebruik alleen de originele oplader.
Controleer daarnaast regelmatig je meterkast en de aardlekschakelaar. Bekijk hierbij of je genoeg groepen in de meterkast hebt voor het aantal apparaten dat je in huis hebt. Laat je hier eventueel over adviseren door een professional.
Houd ’s nachts de deuren dicht
Rook bevat giftige stoffen. Wanneer er brand uitbreekt, verspreid deze giftige rook zich razendsnel door het hele huis. Als je de deuren dichtlaat, ook die van de kinderkamer, kan de rook zich minder makkelijk verspreiden. Wil jij je kindje ’s nachts graag horen en houd je daarom de deuren open? Dan kan je een babyfoon gebruiken, zo kan je toch je kindje in de gaten houden.
Stel een brand- en vluchtplan op
Bedenk wat de snelste en/of handigste manier is om te vluchten, mocht er brand uitbreken. Controleer regelmatig of je vluchtroute nog ‘vrij is van obstakels’: liggen er geen bergen speelgoed in de weg, is er misschien een meubel verplaatst of staan er apparaten op de looproute?
Bewaar de voordeursleutel altijd op dezelfde, makkelijke plaats waar je snel bij kan. Spreek daarnaast van tevoren met je partner af wie (welke) kinderen en eventuele huisdieren in veiligheid stelt en spreek buiten een vast verzamelpunt af.