Een tekenbeet bij je kind: wat doe je eraan?
In de zomer trekken we er weer massaal op uit om te genieten van het buiten zijn. En of je nu naar Frankrijk, Oostenrijk, Ierland of Drenthe op vakantie gaat: in de natuur zitten teken. Hoe voorkom je een tekenbeet bij je peuter en wat doe je eraan als het toch gebeurt?
Op ontdekkingstocht
Elk jaar lopen we in Nederland ongeveer 1,3 miljoen tekenbeten op. Een kwart van al die tekenbeten wordt door kinderen opgelopen. Op zich is dat niet raar. Kinderen zijn veel buiten en spelen vaak in het ‘groen’, zoals het bos, in parken of in de duinen. Je peuter gaat dan ook graag op ontdekkingstocht door het gras en in de bosjes. Dat is leerzaam en heel erg leuk, maar je kleine ontdekker begeeft zich dan wel in het leefgebied van teken.
Waar kom je teken tegen?
Teken zijn kleine spinachtige beestjes en zitten vooral in hoog gras, tussen dode bladeren of in bosjes. Hoewel veel mensen denken dat teken uit bomen vallen, is dat niet zo. Een teek kom je zelden tegen op hoogtes hoger dan anderhalve meter.
Volwassen vrouwtjesteken zijn zo’n 2 mm groot en kunnen eenmaal volgezogen wel 2 cm groot worden. Ook nimfen (de ‘peuters’ van de teek) kunnen bijten, maar zijn zelden groter dan een speldenkop. Omdat ze zo klein zijn, zie je ze vaak niet of denk je dat het vastgebeten teekje een moedervlek is. Nauwkeurig controleren is dus belangrijk.
Hoe kan je een tekenbeet voorkomen?
Natuurlijk voorkom je een tekenbeet het liefst bij je peuter. Een lange broek dragen met de sokken over de broekspijpen is hier ideaal voor. Verder is een truitje met lange mouwen beter dan bijvoorbeeld een T-shirt met korte mouwen. In de zomer heb je hier alleen niet altijd zin in. En je peuter al helemaal niet.
Houd je peuter daarom zoveel mogelijk op de paden en probeer dicht struikgewas en hoog gras te vermijden. Een insecten werend middel met DEET erin smeren, kan ook helpen, maar let dan wel op de dosering. Kinderen tot 2 jaar mogen maximaal 30% DEET gebruiken. Controleer, als je peuter in tekenbeetgevoelige gebieden is geweest, altijd goed of hij misschien toch een teek bij zich draagt.
Controleren op een tekenbeet
Een controle heb je zo gedaan. Direct na het bezoek aan het bos, de duinen of het park is het beste. Mocht dit niet lukken, controleer dan je peuter op teken als hij onder de douche staat, in bad zit of als je zijn pyjama aantrekt. Teken kunnen overal bijten, maar zitten graag in huidplooien. Controleer daarom vooral ook onder oksels, in elleboogplooien, knieholtes en tussen tenen en vingers. Ook in bilspleten en navels willen teken graag gaan zitten, check deze plekjes dus ook bij je kindje.
Toch gebeten?
Is je kind toch gebeten? Dan is het belangrijkste de teek zo snel mogelijk weg te halen. Dat kan je doen met een puntig pincet (pak de teek bij het snuitje en trek hem recht omhoog) of met een tekenverwijderaar of tekentangetje. Er zijn verschillende soorten tangen, kaarten of pennen. Het is handig om er één in huis te hebben. Lees voor gebruik even de handleiding.
Ziekte van Lyme
Na een tekenbeet kan je de ziekte van Lyme krijgen. Deze ziekte kan optreden als de betreffende teek besmet is met de bacterie Borrela burgdorferi. Ongeveer 1 op de 5 teken is hiermee besmet. De kans dat je peuter de ziekte van Lyme krijgt na een tekenbeet is gelukkig niet heel groot: bij slechts 2 tot 3 op de 100 tekenbeten ontstaat deze ziekte.
Maak na een tekenbeet een foto van de plek waar de teek zat. Bij de ziekte van Lyme krijg je namelijk meestal een rode ring of vlek binnen enkele weken na de tekenbeet. De vlek of ring kan echter wel tot 3 maanden op zich laten wachten! Daarnaast kan de beet gepaard gaan met griepachtige klachten of spierpijn.
Als de ziekte niet direct ontdekt wordt, kunnen ook gewrichtsklachten, zenuwklachten of hartklachten ontstaan. Het kan hier echter ook mee beginnen. De ziekte van Lyme is meestal goed te behandelen met antibiotica. Als je er op tijd bij bent, is de kans op blijvende schade klein. Herken je bovenstaande klachten bij je kindje (of jezelf)? Ga dan direct naar je huisarts.
Tekenencefalitis (TBE)
Sinds 2016 zijn er enkele mensen in Nederland geweest die een andere ziekte opliepen na een tekenbeet: tekenencefalitis, ofwel TBE. In 2016 zijn er twee, in 2017 één en in 2018 twee patiënten gemeld die het virus in Nederland hebben opgelopen. Deze ziekte wordt veroorzaakt door het TBE-virus dat in Scandinavië, Rusland en Midden- en Oost-Europa vaker voorkomt. Het begint met klachten als koorts, hoofdpijn, niet lekker voelen en vermoeidheid.
Vervolgens wordt een week zonder klachten opgevolgd door een tweede fase van de infectieziekte. Daarbij ontstaat ernstige hoofdpijn, koorts en hersen(vlies)ontsteking. De kans dat je kindje deze ziekte oploopt is heel klein. Er is namelijk maar een klein aantal teken in Nederland besmet met dit virus.
Wil je meer informatie over tekenbeten? Kijk op de website van het RIVM.
Onderzoek
Het RIVM doet onderzoek naar de ziekte van Lyme bij kinderen. Is je kind gebeten, dan kan je via tekenradar.nl je kind (vanaf 5 jaar) opgeven voor het zogenoemde LymeProspect-KIDS-onderzoek en helpen aan het beter begrijpen van deze ziekte. Op deze site zie je ook waar de afgelopen week tot maand veel tekenbeten zijn gemeld en kan je ook zelf een tekenbeet melden.
Kijk voor meer informatie op centrumlyme.nl. Hier vind je ook een filmpje over het LymeProspect-KIDS-onderzoek.
Kevin Kosterman
Dit artikel is geschreven in samenwerking met Kevin Kosterman. Kevin werkt als communicatieadviseur bij het Centrum Infectieziektenbestrijding (CIB) van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM).