Baby leert afstanden waarnemen

Vanaf 4 maanden krijgt je baby door dat hij zijn handjes kan gebruiken om naar dingen te reiken en graaien. Maar om die leuke speeltjes echt te pakken te krijgen, moet hij nog iets leren: afstanden waarnemen. Anders blijft hij misgrijpen!

Afstanden waarnemen

Deze nieuwe vaardigheid van je kindje is ingewikkelder dan je denkt. Een hoop factoren spelen namelijk een rol. Met zijn ogen moet hij de afstand waarnemen tussen hemzelf en iets wat hij wil. Vervolgens moet deze afstand in de hersenen juist worden ingeschat, en moeten de hersenen zijn motoriek zodanig aansturen dat zijn handje goed uitkomt bij dat leuke speeltje. Zijn tastzin en oog-handcoördinatie zijn er dus ook nauw bij betrokken.

Wanneer kan je baby afstanden waarnemen?

Als je baby zo’n 6 maanden oud is, begint hij te leren om afstanden waar te nemen. Dit is een vaardigheid die zich blijft ontwikkelen tot je kleine zo’n tien jaar is. Pas rond die leeftijd is het dieptezicht volledig ontwikkeld en kan je kindje afstanden helemaal juist inschatten, in allerlei situaties.

Voordat je kleine het afstanden waarnemen onder de knie heeft, oefent hij al flink met grijpen. Een komisch gezicht, want doordat hij afstanden nog niet goed kan inschatten en doordat zijn oog-handcoordinatie nog niet optimaal is, slaat hij uit alle macht tegen de speeltjes in plaats van ze te pakken te krijgen.

Een grote verandering voor je baby

Met het doorkrijgen van afstanden verandert er een hoop in de belevingswereld van je baby. Ineens beseft hij dat dingen die hij wil te hoog of te ver voor hem liggen. Hij kan er niet bij! Deze nieuwe gewaarwording kan best een beetje spannend voor hem zijn, bijvoorbeeld als het om jou gaat. Als jij even naar een andere kamer loopt, dan ben jij in zijn ogen namelijk verdwenen.

Het begrip ‘afstand’ kan dus heel wat impact hebben op je kleine ontdekker. Kijk er dan ook niet van op als hij in deze periode wat hangeriger is dan normaal en hij jou het liefst de hele tijd in zijn buurt heeft.

Later leert hij gelukkig dat iets wat uit beeld is, niet per se weg is. Dit heet objectpermanentie. Je baby begint dit door te krijgen als hij tussen de 7 en 9 maanden oud is.

Een ontwikkeling in de ogen

Dat je kindje nu afstanden kan waarnemen, hangt samen met een ontwikkeling die zijn ogen doormaken in deze periode. In de eerste maanden na de geboorte is alles wat je baby ziet vlak, een 2D-beeld dus.

Vanaf een maand of 5 à 6 zijn die grote kijkers van je minimensje in staat om diepte te zien en wordt de wereld langzaamaan 3D. Diepte zien wordt ook wel stereopsis genoemd.

Dat grijpt een stuk makkelijker

Als je kleintje de afstand tussen hem en die leuke rammelaar weet in te schatten, wordt het gericht grijpen ernaar ook een stuk makkelijker. Je zult zien dat hij dit een stuk soepeler gaat doen. Yes, in één keer raak!

Het leren waarnemen en inschatten van afstanden is niet alleen voor goed grijpen onmisbaar. Wat dacht je van lopen straks, of het gooien van een bal? En ooit gaat je kleine aan het verkeer deelnemen. Om dat veilig te kunnen doen, is afstanden kunnen waarnemen een noodzakelijke vaardigheid.

Als je baby het inschatten van afstanden eenmaal doorheeft, zal hij bij het kruipen ook stoppen bij een afgrond (bijvoorbeeld de rand van de bank of bij een verhoging). Handig! Tijdens het leerproces zal hij echter nog wel eens een inschattingsfoutje maken, dus houd hem altijd goed in de gaten.

Tips in deze periode

Best een ingewikkelde vaardigheid, dat waarnemen van afstanden. Het kan geen kwaad om je kleine een eindje op weg te helpen, met behulp van de volgende tips:

  • Laat je baby er lekker op los oefenen met een babygym. Met die hangende speeltjes kan hij goed oefenen op het inschatten van afstanden.
  • Een baby mobiel vindt je kindje nu uitermate boeiend. De bewegende figuurtjes die boven zijn hoofd dansen, prikkelen en oefenen zijn ogen.
  • Speel kiekeboe spelletjes. Het helpt hem om te leren dat iets wat hij niet meer ziet, niet echt verdwenen is. En het is nog leuk ook!
  • Geef je kleine voldoende speelruimte. Zo kan hij vrij bewegen en heeft hij de ruimte om met verschillende afstanden te oefenen.
  • Neem je kindje veel mee naar buiten. De buitenwereld staat bol van de afstanden en geeft zo veel mogelijkheden om verschillende voorwerpen ten opzichte van elkaar te zien.