Het eind van een fase: ik ben er weer
Gepubliceerd -Stukje bij beetje verdwijnt hij iets verder uit het zicht. Van het speelkleed, naast de stoel, bij de tipitent… steeds wat verder weg naar de hoek van de kamer.
Stille aanschouwer
Vanuit daar aanschouwt hij ons dagelijks leven. Hij ziet de veel te vroege ochtenden, die nooit na zessen beginnen. De dierbare slappe lachaanvallen en de tranen. Van de kindjes en ook weleens van mij. Wanneer het soms te veel is, de nachten te kort, de dagen te lang en wanneer de heimwee naar vriendinnen en familie opspeelt.
Hij ziet hoe wij onze dagen maandenlang aan een stuk door binnen doorbrengen. Wonend in een woestijnklimaat waarin het in de zomer boven de 40 graden is, waardoor we niet naar buiten kunnen. Hoe we het speelgoed verslijten, op Peppa Pig en Kinderen voor Kinderen dansen, uren puzzels en torens maken. En hoe mijn oudste dochter aan haar tafeltje met de uiterste concentratie de mooiste tekeningen maakt.
Maar nu de wipper al maandenlang niet meer aangeraakt wordt en elk plekje in huis goed gebruikt kan worden met een overvloed aan speelgoed, wordt het misschien toch maar eens tijd hem op te ruimen…
Een onmisbaar meubelstuk
Het was een van de vele dingen die we kochten toen ik zwanger was van onze eerste dochter. We twijfelden tussen verschillende modellen, maar het werd die ene lichtroze wipper. Meteen werd hij volop gebruikt.
Ze sliep er de eerste maanden elke dag in. Urenlang bracht ik zittend op de bank of in de stoel door, met mijn voet wiebelend op de wipper. Ik kon mijn voet er niet vanaf halen, hoe nodig ik ook moest plassen of wat moest eten. Anders was ze direct wakker.
“Urenlang bracht ik zittend door, met mijn voet wiebelend op de wipper”
De wipper die we mee aan tafel namen tijdens het eten, zodat ze er gezellig bij kon zitten. De wipper die altijd gezellig bij mij in de keuken stond als ik kookte. Het werd een soort onmisbaar meubelstuk.
Met een tweede meisjes op komst kwam hij weer goed van pas. Hij verhuisde van Antwerpen naar Californië en bezorgde weer vele gezellige momenten tijdens het eten, het koken en het spelen.
De tijd waar ik zo naar verlangde is hier
En nu zijn we bijna een jaar verder. Mijn tweede dochter kruipt rond, staat continu en zet voorzichtig de eerste stapjes. De wipper aanschouwt het geheel en gaat van buitenspel langzaam naar de zijlijn. Van het speelkleed, naast de stoel, bij de tipitent, van de hoek van de kamer, naar het lege plekje in de kast.
“Terwijl ik hem oppak, overvalt het me opeens: er is weer een fase voorbij”
Terwijl ik hem oppak, mijn vingers over de roze stof laat glijden waar vlekjes van beide meisjes op te zien zijn, overvalt het me opeens. Er is weer een fase voorbij. Een fase waarin ze alleen nog maar kon liggen of kon draaien. Waarin ze nog zoveel kleiner en kwetsbaarder was.
Zo vaak heb ik de tijd willen vooruit spoelen. Toen de nachten, rechtop zittend met haar tegen me aan, me soms maar twee uur slaap gunden. Toen de dagen, waarin ik haar soms tien uur per dag in de draagzak had, weken en maanden werden. Die eerste, warrige en zware periode waarin ik soms niet wist hoe ik in de veel te vroege ochtend weer een lange dag moest beginnen. En nu is die tijd waar ik soms zo naar verlangde hier.
Het gaat te snel
Toch glipt de tijd sneller uit mijn handen dan ik wil. Zo graag als ik de tijd vooruit wilde spoelen, zo graag wil ik de tijd tegelijkertijd ook vasthouden. Zodat allebei mijn lieverdjes zo klein blijven als nu. Hun zachte, warme armpjes om me heen. Mijn oudste dochter die elke ochtend tegen me aan kruipt en mijn liefde volledig als een sponsje in zich opneemt. Mijn jongste dochter dragend op mijn heup, de plek waar haar beentjes zo perfect als een puzzel passend mijn lichaam omhelzen.
‘Waarom ruim ik hem nu pas op?’ vraag ik mezelf af. Terwijl ik mijn ogen sluit, komt het antwoord meteen vanuit mijn hart naar boven. Ik schrik er lichtelijk van, omdat ik me er nog niet van bewust was. Maar het klopt, het is zo.
Ik ben er weer.
“Waar ik er eerst voor mijn gevoel nog “middenin” zat, kan ik het nu weer van een afstandje zien”
Ik ben weer terug
Negen maanden op en negen maanden af, hoor je vaak. Ik herinner me dat ik bij mijn oudste dochter na 10 maanden weer het gevoel had dat ik dieper kon ademen. Weer helderder kon denken en voelen. Alsof de hormonen en de grote indruk die het moederschap op me maakte meer met elkaar in balans raakten en in een rustiger vaarwater kwamen.
Met de wipper in mijn handen staar ik naar buiten en neem ik de tijd dit moment goed in me op te nemen. “Ze is 11 maanden”, fluister ik zachtjes tegen mezelf.
Het is alsof de waas die over de afgelopen tijd hing, de bevalling, de kraamtijd, en de zware maanden erna, gaat liggen. Waar ik er eerst voor mijn gevoel nog ‘middenin’ zat, kan ik nu weer terugblikken, weer analyseren en het van een afstandje zien. Ondanks dat ik nog steeds borstvoeding geef en de hormonen nog door mijn lichaam kruipen, voel ik wat ik twee jaar geleden ook voelde.
Ik ben weer terug. Het is tijd om de afgelopen fase af te gaan sluiten.
“Zoals met alles in het moederschap gaat ook dit stapje voor stapje”
Stapje voor stapje
Terwijl ik de kast opendoe en de wipper neerzet, slaak ik een diepe zucht. Another end of an era. In haar kamertje staren de te kleine kleertjes me aan en als ik terugkom in de zitkamer vallen mijn ogen op de box in de hoek. De box waar mijn oudste dochter nog weleens in lag, maar mijn jongste dochter nooit. En toch, de ongebruikte box nu ook weg doen, dat gaat me te snel en te ver.
Misschien, als we de kerstboom neer gaan zetten en we ruimte nodig hebben… Maar voor nu is de wipper opruimen voldoende.
Zoals met alles in het moederschap en in de ontwikkeling van kindjes, gaat ook dit stapje voor stapje.