De overgangsreflexen van je baby
Vanaf de geboorte beschikt je baby over een aantal primitieve reflexen, zoals de zoekreflex en de zuigreflex. Het zijn de eerste reacties op zijn omgeving en na enkele maanden verdwijnen deze weer. Er zijn ook reflexen die later belangrijk worden en de motorische ontwikkeling ondersteunen. Ze overbruggen een bepaalde periode en doven daarna ook weer uit. Dit zijn de overgangsreflexen.
Waarom overgangsreflexen?
De transitionele reflexen, ofwel overgangsreflexen, zijn reflexen die tijdelijk aanwezig zijn. De meeste ontstaan in de periode tussen de primitieve reflexen en de blijvende, ofwel posturale, reflexen. De overgangsreflexen zijn een soort hulpmiddelen bij de motorische ontwikkeling van je baby. Ze maken een bepaalde ontwikkelingsstap makkelijker en helpen je kindje bijvoorbeeld om te ervaren wat zwaartekracht is.
Landau Reflex
Deze reflex wordt zichtbaar wanneer je ‘vliegtuigje’ speelt met je kleine. Als je je baby bij de romp ondersteunt en hem horizontaal in de lucht houdt, zal hij zijn lijfje en ledematen strekken en zal hij zijn hoofdje heffen. Ook bij het liggen op de buik gebruikt hij deze houdingsreflex.
De Landau reflex doet zijn intrede tijdens de eerste 6 weken na de geboorte en vormt een brug tussen de primaire reflexen en de volwassen houdingsreflexen. Ook helpt hij bij het onder controle brengen van de Tonische Labyrinth reflex en bij de overgang van liggen naar kruipen. Dit komt doordat hij de spierspanning in het lichaam versterkt, vooral in de nek- en rompspieren.
Symmetrische tonische nekreflex (STNR)
Voordat je baby begint met kruipen, zit hij als een kat: zijn billen rusten op zijn onderbenen en hielen en hij houdt zijn armen gestrekt. Wanneer hij zijn hoofdje omlaag beweegt, buigen de armen tot het hoofd op de grond ligt. De billen steken dan de lucht in doordat de benen zich strekken. Als hij zijn hoofdje omhoog beweegt, strekken de armen en zakken zijn billen weer op de benen.
De STNR is, net als de Landau Reflex, een hulpmiddel bij het beginnen met kruipen. Hij stimuleert je kindje om op handen en voeten omhoog te komen en te kruipen. Bijkomend voordeel is dat je baby tijdens deze bewegingen ook het focussen met de ogen van dichtbij naar ver weg begint te leren. Deze reflex verschijnt als je kindje 6 tot 8 maanden oud is en dooft meestal na 10 maanden weer uit.
Babinski Reflex
De Babinski Reflex is een reflex van de voetzool. De beweging is precies tegenovergesteld aan de grijpreflex. Je kunt deze reflex opwekken door met je nagel of een (niet al te scherp) potlood langs de buitenkant van de voetzool te strijken, van de hiel naar de tenen. De grote teen buigt naar achteren en de andere tenen spreiden zich.
Deze reflex is kort na de geboorte al aanwezig. Als je kindje gaat lopen, is hij als het goed is verdwenen. Anders kan het namelijk problemen opleveren bij het afrollen van de voeten en het soepel lopen. Als deze reflex na de leeftijd van 2 jaar nog bestaat, kan dit een teken zijn van een stoornis in de hersenen of het zenuwstelsel.
Lukt het niet om reflexen op te wekken?
Test je ze uit en lukt het niet om ze op te wekken? Schrik niet. Het kan dat je baby niet meewerkt omdat hij te moe is, honger heeft of omdat je de test niet helemaal goed uitvoert. Als je bij meerdere pogingen op verschillende dagen nog steeds geen reactie krijgt, is het verstandig om even met de huisarts of het consultatiebureau te overleggen.
Wanneer verdwijnen deze reflexen?
Het verschilt wanneer de reflexen aanwezig zijn en weer verdwijnen. Sommige zijn er kort na de geboorte al en andere ontstaan pas na een aantal weken tot maanden. Ze blijven een aantal maanden aanwezig en verdwijnen dan weer om plaats te maken voor de blijvende houdingsreflexen.
Auteur Lauri Hanewinckel