5 handige tips voor het omgaan met de peuterpuberteit
Je kan je als ouder bijna niet voorstellen dat je kind op een moment enorm dwars gaat liggen. Toch krijgt bijna elke ouder te maken met de peuterpuberteit. Wij geven je 5 handige tips om deze periode door te komen.
Wat is de peuterpuberteit?
In de periode dat je kindje tussen de 1 en 4 jaar oud is, krijgen ouders te maken met de peuterpuberteit van hun kleine. Je kind ontdekt de eigen ‘ik’ en gaat in deze fase op zoek naar de mogelijkheden. De kans is groot dat je dit ook meer aan je peuter zal merken. Het kan een pittige fase zijn, maar het is een teken dat je peuter zich flink aan het ontwikkelen is. Je kind gaat mogelijkheden en grenzen ontdekken en zich hier ook tegen afzetten. Daarmee ontdekt je kleine wilskracht en eigen vermogen.
5 handige tips
Elk kind is anders en daarom verschilt de peuterpuberteit ook per dreumes. Maar misschien kunnen de volgende tips je helpen om prettig met je peuter om te gaan.
1. Regelmaat geeft rust
Tijdens de peuterpuberteit leert je kindje veel nieuwe dingen. Dat is ook best eng. Geef je kleine houvast en een duidelijke routine. Hierdoor weet je kind waar hij aan toe is. Deze voorspelbaarheid zorgt voor een veilig gevoel bij je kindje. Zorg er dus voor dat je kleine boef op vaste tijden eet, slaapt en speelt.
Deze voorspelbaarheid krijg je ook door consequent zijn. Dit betekent dat je duidelijk bent over wat wel en niet mag en dat je je daar ook aan houdt. Je kindje heeft nu duidelijke grenzen nodig. Zo help je ook de ontwikkeling vooruit. Vanuit deze houvast kan je kind verdergaan met het ontdekken van de wereld om zich heen.
2. Samen klusjes in huis doen
Samen klusjes in huis doen kan een leuke bezigheid zijn. Ga samen de was opvouwen of het speelgoed opruimen. Samen bezig zijn is een vorm van communiceren. Je leert je peuter belangrijke lessen, zoals geduld hebben en delen, zonder dat daar de nadruk op ligt. Zeg dat je het fijn vindt dat je kind je helpt.
3. De wereld ontdekken
Terwijl je kleine in deze fase de wereld ontdekt, is hij ook op zoek naar bevestiging. Geef je kind de kans om zoveel mogelijk zelf te doen. Je kind krijgt zelfvertrouwen door zelf te ervaren, te onderzoeken en te kijken wat lukt en wat niet. Het enige wat jij moet doen is het goede voorbeeld geven en te laten weten dat je achter je kleine staat. Zo wordt jullie band nóg hechter.
4. Geef ‘nee’ geen kans
‘Nee’ is het favoriete woord van je peuter als jullie midden in de peuterpuberteit zitten. Zelfs als je kleine eigenlijk ja bedoelt. In plaats van een ja/nee vraag kan je bij kleine kinderen twee keuzes voorstellen. Dus niet “Zullen we naar de speeltuin?”, maar “Wat wil je doen: naar de speeltuin of binnen spelen?” Dat scheelt misschien wel weer een driftbui.
Bij kinderen van 2,5 of 3 jaar kan je de vraag ook open stellen. Als het je kind niet lukt om antwoord te geven, geef je de keuzes alsnog. Door je kind mee te nemen bij de beslissing wat je gaat doen, heeft hij het gevoel ertoe te doen. Dit zorgt voor minder driftbuien.
5. Goed voor jezelf zorgen
De fase waarin je peuter bij van alles tegenstribbelt is zwaar. Goed voor jezelf zorgen is de belangrijkste taak als ouder. Als jij opgeladen bent en vol energie zit, merkt je kind dit ook. Je kan meer hebben, waardoor je lekkerder in je vel blijft zitten en je een leukere ouder kan zijn.
Daarnaast leert je kind op deze manier ook dat het goed is om tijd voor jezelf te maken en goed voor jezelf te zorgen.
Auteur Laura Miller-Sijm
Download onze app
#1 zwangerschaps- en baby-app