Peuter oefent motorische ontwikkeling

Je peuter ontwikkelt zich in een snel tempo. Zijn motoriek wordt beter en hij beweegt zich steeds soepeler. Hierdoor leert hij veel nieuwe vaardigheden, van hinkelen tot kralen rijgen. Hoe verloopt de motorische ontwikkeling van je peuter? En hoe kan je hem hierbij helpen?

Wat is de motorische ontwikkeling?

De motorische ontwikkeling gaat over het leren bewegen. Je kindje ontwikkelt zich tijdens zijn peuterjaren op verschillende manieren. Hij leert praten, wordt socialer en zijn bewegingen worden soepeler en breiden zich uit. Dit laatste hoort bij de motorische ontwikkeling van je peuter. Je kan deze verdelen in twee onderdelen: de grove motoriek en de fijne motoriek.

De motorische ontwikkeling van je kind begint al bij de geboorte. In het eerste jaar worden zijn spieren sterker en wordt hij steeds beweeglijker. Door tummy time help je hem hierbij. De ontwikkeling van de motoriek gaat in een rap tempo die eerste periode. Voor je het weet kruipt je kleine de kamer rond en zet hij zijn eerste stapjes.

In de peuterjaren gaat deze ontwikkeling verder. Het evenwichtsgevoel en de oog-handcoördinatie van je peuter worden beter. Hierdoor leert hij bijvoorbeeld een bal overgooien, bladzijdes omslaan en zelf zijn jas aantrekken. Dit komt goed van pas als hij straks naar de basisschool gaat.

De grove motoriek

Bij de grove motoriek horen de grote bewegingen die je met je lichaam maakt. Je kan hierbij denken aan dansen, springen, rennen en fietsen.

Je kindje van 1,5 jaar heeft de basics van het bewegen onder de knie. Hij kan goed lopen en zit stevig in zijn kinderstoel. In de peutertijd komen daar meer vaardigheden bij. Zodra je kindje 2 jaar is, leert hij bijvoorbeeld een bal wegschoppen. Een peuter van 3 jaar kan met een driewieler de buurt onveilig gaan maken, om na een tijdje op een gewone fiets weg te crossen. Hieronder vind je een overzicht van de mijlpalen in de motorische ontwikkeling van je peuter, per leeftijdscategorie.

Peuter van 18 tot 24 maanden

  • Loslopen
  • Stevig zitten in een kinderstoel
  • Hurkend iets oprapen
  • Een bal gooien zonder zijn evenwicht te verliezen
  • Zelf op een laag krukje gaan zitten
  • Lopend een speeltje achter zich aan trekken

Peuter van 24 tot 30 maanden

  • De trap opklimmen (met hulp)
  • Op een loopfiets fietsen
  • Een bal wegschoppen
  • Van de onderste traptrede springen

Peuter van 30 tot 36 maanden

  • Van de glijbaan glijden
  • Een ballon vangen
  • Even op één been staan
  • Een bal vangen met rechte armen

Peuter van 36 tot 42 maanden

  • Met twee voeten van de vloer springen
  • Fietsen op een driewieler
  • Een bal opvangen met gebogen armen
  • Op zijn tenen lopen

Peuter van 42 tot 48 maanden

  • Een koprol maken zonder hulp
  • Drie keer hinkelen achter elkaar
  • Fietsen met zijwieltjes

Goed om te weten: De mijlpalen in dit artikel zijn gemiddelden. Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen tempo. Het is goed mogelijk dat je kind een bepaalde vaardigheid wat eerder of later leert.

Jongen met loopfiets in bos

De grof motorische ontwikkeling van je peuter stimuleren

Een goede grove motoriek helpt je peuter om goed mee te kunnen doen tijdens het buitenspelen, de gymles en zwemles. Daarom is het goed om je kindje te ondersteunen bij zijn grofmotorische ontwikkeling. Dit kan je op de volgende manieren doen.

  • Begin met dingen die je kind al kan. Wil je jouw peuter helpen om zijn grove motoriek te verbeteren? Begin dan met dingen die hij al kan en maak deze steeds iets moeilijker.
  • Speel veel buiten. Buitenspelen is de perfecte manier om de motorische ontwikkeling te stimuleren. Ga dus regelmatig naar de speeltuin, het park, het bos of het strand. Neem een bal mee en leef jullie uit. Nieuwe dingen leren was nog nooit zo leuk!
  • Ga op peuterdans. Tijdens peuterdans springt, draait, rolt en danst je peuter op de maat van de muziek. Dit stimuleert niet alleen zijn motoriek, maar ook zijn fantasie en sociale ontwikkeling.
  • Verminder schermtijd. Hoe meer tijd je peuter achter een scherm doorbrengt, hoe minder hij beweegt. Af en toe even tv-kijken is niet erg, maar beperk het zoveel mogelijk.
  • Geef complimentjes. Door complimenten groeit het zelfvertrouwen van je peuter en durft hij steeds meer. Laat hem dus merken hoe trots je op hem bent, ook als iets niet meteen lukt. Leren gaat met vallen en opstaan!

De fijne motoriek

Bij de fijne motoriek gaat het om de kleinere bewegingen die je maakt. Hierbij maakt je peuter vooral gebruik van de spieren in zijn vingers en handen. Activiteiten die horen bij de fijne motoriek zijn tekenen, kralen rijgen, knippen en bestek vasthouden.

Wanneer je kindje 1,5 jaar oud is, kan hij waarschijnlijk twee blokken op elkaar stapelen. Als je peuter 2 jaar is, kan hij al een toren van zo’n zes blokken maken. Met 2,5 jaar leert je kleine bladzijdes een voor een omslaan. Wanneer hij 3 is, lukt het hem steeds beter om zelf zijn kleding aan te trekken. Ben je benieuwd hoe de fijne motoriek zich verder ontwikkelt? Je leest het hieronder.

Peuter van 18 tot 24 maanden

  • Met een lepel eten
  • Twee blokken op elkaar stapelen
  • Papier scheuren
  • Blokken in het juiste gat van een vormenstoof doen

Peuter van 24 tot 30 maanden

  • Een rits openmaken
  • Zijn jas uitdoen
  • Zes blokjes stapelen
  • Steeds beter zelfstandig eten
  • Een paar bladzijdes tegelijk omslaan

Peuter van 30 tot 36 maanden

  • Samen speelgoed opruimen
  • Grote kralen rijgen
  • Een verticale lijn natekenen
  • Bladzijdes een voor een omslaan

Peuter van 36 tot 42 maanden

  • Knopen losmaken
  • ‘Makkelijke’ kleding zelf aantrekken
  • Reepjes papier knippen
  • Zelf zijn handen wassen

Peuter van 42 tot 48 maanden

  • Zelf zijn schoenen aantrekken
  • Een makkelijke puzzel maken
  • Een potlood tussen duim en vingers houden
  • Een cirkel en een kruis tekenen
  • Een cirkel natekenen
Peuters helpen in de keuken

De fijn motorische ontwikkeling van je peuter stimuleren

Met behulp van de volgende tips kan je je peuter helpen bij het ontwikkelen van zijn fijne motoriek:

  • Maak knutselwerkjes. Tekenen, knippen, plakken en vingerverven zijn goede manieren om de fijne motoriek te stimuleren. Of wat dacht je van het rijgen van een kralenketting? Door met je peuter te knutselen, help je hem bij zijn fijn-motorische ontwikkeling.
  • Doe samen klusjes. Laat je peuter bijvoorbeeld helpen met schoonmaken of speelgoed opruimen. Leerzaam én gezellig!
  • Laat je kind zelf dingen doen. Je peuter wil misschien zoveel mogelijk zelluf doen. Laat hem regelmatig zelf oefenen met bijvoorbeeld tanden poetsen en aankleden. Dit is goed voor zijn ontwikkeling en vergroot zijn zelfvertrouwen.
  • Duik samen de keuken in. Bij sommige klusjes kan je peuter waarschijnlijk al prima helpen in de keuken. Wat dacht je van sinaasappels uitpersen, groentes wassen of cakebeslag in vormpjes doen? Hiermee oefent hij zijn fijne motoriek.
  • Verzin leerzame spelletjes. Er zijn allerlei spelletjes te bedenken die goed zijn voor de fijne motoriek. Maak bijvoorbeeld samen propjes van papier en doe deze met een pincet in een bakje. Of leg voorwerpen onder een theedoek en laat je peuter voelen. Kan hij raden wat er onder de theedoek ligt?

TIP: Wil je peuter zelf zijn schoenen aantrekken, maar weet hij nog niet wat links en rechts is? Teken dan met watervaste stift pijlen op de binnenzolen. Doe dit zo dat ze naar elkaar wijzen. Zo weet je kindje wat de linker- en de rechterschoen is.

Wanneer heeft mijn kind een motorische achterstand?

Ieder kind ontwikkelt zich in zijn eigen tempo. Het ene kind loopt op zijn eerste verjaardag, terwijl het andere dan net kan kruipen. Kan jouw peuter bepaalde dingen die in dit artikel staan nog niet op de bijbehorende leeftijd? Meestal hoef je hier niet bezorgd om te zijn.

Soms is er wel meer aan de hand. 5 tot 15% van de kinderen heeft een motorische achterstand. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat je kindje later leert lopen door een medische reden, of door te weinig zelfvertrouwen. Is een van onderstaande punten van toepassing op jouw peuter? Neem dan contact op met het consultatiebureau. Hier kan gekeken worden of er meer aan de hand is.

  • Je kindje kan nog niet alleen staan als hij 1,5 jaar oud is.
  • Hij kan met 20 maanden nog niet lopen.
  • Je peuter botst met 2,5 jaar vaak tegen bijvoorbeeld deuren en meubels aan.
  • Hij kan nog niet goed rennen als hij 3 jaar is.
  • Hij kan nog niet goed bewegingen nadoen als hij 3,5 jaar is.
  • Je peuter kan met 3,5 jaar geen grote bal opvangen als je die naar hem gooit.
  • Hij heeft met 4 jaar moeite met de fijne motoriek, bijvoorbeeld blokken stapelen of bladzijdes omslaan.
  • Hij loopt nog op zijn tenen als hij 4 jaar is.

Bron hoofdfoto: Hello Pinecone

Download onze app

#1 zwangerschaps- en baby-app