Meisje met wagenziekte wordt door vader vastgemaakt in autostoel

Wagenziekte kan bij kinderen voor veel ongemak zorgen. Voor een kind dat zich beroerd voelt lijkt een autorit of een boottochtje eindeloos te duren. Hoe ontstaat wagenziekte en wat kan je ertegen doen?

Wat is wagenziekte?

Wagenziekte is een vorm van reisziekte. Je kind kan reisziekte krijgen door een autoreis, vlucht en boottocht. Daarnaast kan hij ook misselijk worden door liften, schommels of achtbanen. Zelfs computerspelletjes en 3D-films kunnen voor ‘wagenziekte’ zorgen.

Hoe reisziekte veroorzaakt wordt, is niet precies bekend. Mogelijk ontstaan de klachten door een botsing van informatie in de hersenen. Om je evenwicht te regelen, halen je hersenen informatie uit je ogen, je spieren en je evenwichtsorgaan. Deze informatie wordt vergeleken met bewegingspatronen die je in je brein hebt opgeslagen.

Tijdens een autoritje of vliegreis raken je hersenen in de war. De informatie die binnenkomt in je brein, komt niet overeen met wat het verwacht binnen te krijgen. Hierdoor raken je hersenen in de war en ga je je beroerd voelen.

Symptomen van wagenziekte

Je kan wagenziekte bij je kind herkennen aan de volgende verschijnselen:

  • Gapen en zuchten
  • Misselijkheid
  • Overgeven
  • Hoofdpijn
  • Slaperigheid
  • Zweten
  • Duizeligheid
  • Lusteloosheid

Niet ieder kind heeft last van dezelfde symptomen. Sommige kinderen zijn de hele reis misselijk zonder te braken. Andere kinderen moeten wel overgeven, of hebben vooral last van hoofdpijn. Zodra de reis voorbij is, zijn de klachten meestal binnen enkele minuten over. Is dat niet het geval? Laat je kind dan even liggen, zodat hij rustig kan bijkomen.

Wat kan je doen om wagenziekte te voorkomen?

Door reisziekte kan je kind zich flink beroerd voelen. Gelukkig zijn er manieren om de klachten voor te zijn.

  • Zorg voor een kleine maaltijd vooraf. Zowel een lege maag als een te zware maaltijd voor de reis kunnen de wagenziekte verergeren. Geef je kind vooraf dus een kleine, goed verteerbare maaltijd, bijvoorbeeld crackers of soep.
  • Zorg dat je kind uitgerust is. Vermoeidheid vergroot de kans op klachten.
  • Laat je kind indien mogelijk voorin of achterin in het midden zitten. Is het mogelijk om de autostoel van je kleine voorin of achterin in het midden te monteren? Dan kan dit helpen de klachten te verminderen. Hier heeft hij namelijk het beste zicht op de weg. Laat je kind naar een vast punt op de weg kijken. Dit helpt reisziekte tegen te gaan.
  • Breng anderen op de hoogte. Rijdt je kind met anderen mee? Geef aan dat je kind last heeft van reisziekte. Zij kunnen hier dan rekening mee houden en hem bijvoorbeeld voorin laten zitten, als dit mogelijk is.
  • Boek stoelen bij de vleugels. Gaan jullie vliegen? Zorg dan dat jullie in de buurt van de vleugels zitten. In het midden van het vliegtuig is de kans op klachten het kleinst.
  • Neem genoeg poetsdoekjes, spuugzakjes, schone kleding en een emmertje mee. Moet je kind onderweg overgeven? Dan is het binnen mum van tijd weer opgeruimd.

Wat kan je doen om de klachten te verminderen?

Ben je onderweg en merk je dat je kind last heeft van reisziekte? Dan kan je het volgende doen om de klachten te verminderen.

  • Geen gesnoep tijdens de reis. Tijdens een lange rit is het verleidelijk om je kind af en toe wat lekkers te geven. Als je kind last heeft van wagenziekte, is dit niet verstandig. Geef hem liever fruit, snackgroente, een soepstengel of een rijstwafel.
  • Pas je rijstijl aan. Zorg ervoor dat je rustig rijdt, zonder snel op te trekken of af te remmen. Neem bochten en rotondes in een rustig tempo. Rijd zoveel mogelijk over de snelweg en zo min mogelijk over kronkelige binnenwegen.
  • Zorg voor frisse lucht. Draai af en toe het raampje open en stop regelmatig om even de benen te strekken. Ben je aan boord van een schip? Ga dan een luchtje scheppen op het dek. Frisse lucht kan de klachten verminderen.
  • Zorg voor afleiding. Naar een scherm of boek staren kan de klachten verergeren. Zet dus liever een luisterboek of een muziekje op. Door een spelletje als ‘Ik zie, ik zie, wat jij niet ziet’ kan je kind even aan wat anders denken.
  • Laat je kind slapen. Tijdens het slapen heeft hij geen last van reisziekte. Een slaapmasker en nekkussen kunnen helpen om in slaap te vallen. Ga je een verre autorit maken, bijvoorbeeld naar je vakantieadres? Dan kan het helpen om ‘s nachts te rijden.

Reisziekte bij je baby

Reisziekte bij kinderen onder de twee jaar oud is zeldzaam. Toch komt het weleens voor. Is je baby van streek, kwijlt hij meer dan normaal en ziet hij bleek? Dan zou hij last kunnen hebben van reisziekte. Wat kan je doen als je baby wagenziek is?

  • Plan je reis tijdens een dutje. Door te reizen wanneer je kleine slaapt, heeft hij minder last van wagenziekte.
  • Geef je baby regelmatig een beetje te drinken wanneer hij moet overgeven. Zo voorkom je dat hij uitgedroogd raakt.
  • Leg tijdens de reis een doek over zijn lijf heen. Hiermee zorg je ervoor dat zijn kleding niet vies wordt als hij moet overgeven.

Tip: Een vieze autostoel maak je makkelijk en snel schoon met snoetenpoetsers. Stoffen onderdelen kunnen vaak losgemaakt worden en in de wasmachine. Om een vies stoeltje te voorkomen, kan je een autostoelbeschermer of zeiltje over de zitting leggen.

Medicijnen tegen wagenziekte

Heeft je kind veel last van reisziekte en helpen bovenstaande adviezen niet? Dan kan je overwegen hem een middeltje tegen reisziekte te geven.

  • Pillen tegen wagenziekte. Reistabletten kunnen de klachten bij je kind verminderen. Let op: veel middelen zijn niet geschikt voor kinderen onder de vijf jaar. Vraag daarom je apotheker om advies en lees voor gebruik altijd de bijsluiter.
  • Polsbandje met acupressuur. Een plastic knopje in deze bandjes oefent zachte druk uit op drukpunten in de pols. Dit zou de misselijkheid kunnen tegengaan. De werking hiervan is echter niet bewezen.

Kan mijn kind over wagenziekte heen groeien?

Vooral kinderen tussen de 2 jaar en 10 jaar oud hebben vaak last van reisziekte. Dit zou kunnen komen omdat bij kinderen jonger dan twee jaar oud nog bijna geen informatie over bewegingspatronen is opgeslagen. Daarnaast is hun evenwichtsorgaan nog niet helemaal ontwikkeld.

Hoe ouder je kind wordt, hoe meer hij went aan de bewegingen tijdens het reizen. Ook wordt zijn evenwichtsorgaan steeds beter. De kans bestaat dus dat je kleine over reisziekte heen groeit. Dit is echter niet zeker. Sommige mensen blijven altijd (in meer of mindere mate) last hebben van reisziekte.