8 gekke dingen die ze vroeger met baby’s deden
De tijden veranderen en de manier waarop we met baby's omgaan verandert mee. Tegenwoordig behandelen we kinderen bijvoorbeeld zo voorzichtig mogelijk. Dat was vroeger wel anders. Hoe gingen onze voorouders om met hun kroost?
1. Liever lui dan een luier
Wist je dat je jouw kindje zo’n 6.000 tot 7.000 keer een schone luier geeft? Dat is niet alleen een aanslag op je reukvermogen, maar ook op je portemonnee.
Vroeger hoefden ouders zich niet druk te maken om de kosten van luiers. Tot de 19e eeuw gingen kinderen zonder absorberende luiers door het leven. Ze werden in katoenen lappen gewikkeld, die de ergste poep en plas opvingen. Deze werden niet vaak vervangen en na gebruik niet uitgekookt. Dit zorgde vaak voor geïrriteerde babybillen. Luieruitslag komt nog altijd voor, maar is vandaag de dag een stuk beter te voorkomen en te behandelen.
Download onze app
#1 zwangerschaps- en baby-app
2. Al vroeg zindelijk
De meeste kinderen zijn helemaal zindelijk als ze tussen de 3 en 4 jaar zijn. Die leeftijd lag vroeger een stuk lager. Zindelijkheidstraining begon soms al wanneer een kind nog maar een paar maanden oud was. Hij werd na iedere voeding op het potje gezet. Hierdoor leerde hij al snel om zijn behoefte daar te doen. Dit bespaarde moeders een hoop was. Wel zo fijn, in een tijd waarin de wasmachine nog niet was uitgevonden.
In de jaren veertig kwam de eerste wegwerpluier op de markt. Dit veranderde de kijk op zindelijkheid. Luiers hoefden niet meer schoongemaakt te worden, wat tijd bespaarde. Dit zorgde ervoor dat kinderen langer de tijd kregen om zindelijk te worden. Twijfel jij of je kleine al klaar is voor het potje? Lees hier meer over het zindelijk worden van je kind.
3. Kind in een kooitje
Niet iedereen is gezegend met een balkon of een tuin. Toch is het voor je kleine wel zo fijn en gezond om regelmatig een frisse neus te halen. De zon zorgt ervoor dat hij vitamine D aanmaakt, wat goed is voor zijn botten, tanden en weerstand.
Ook vroeger kenden ouders de voordelen van frisse lucht en zonlicht. Hadden ze geen tuin of balkon? Dan hingen ze een kooi aan het raam, waarin de baby even kon ‘luchten’. Zo had je als moeder je handen vrij, terwijl je kind van de buitenlucht genoot.
Al snel beseften ouders dat deze kooien niet erg veilig waren. Ze hebben dan ook niet lang bestaan. Wel kom je steeds meer buitenslaaphuisjes tegen. Van een kooitje aan het raam, naar een hokje in de tuin.
4. Verboden te knuffelen
Wat is er fijner dan een natte kus van je kindje of zijn armen om je nek? Tegenwoordig weten we dat knuffelen goed is voor de band met je kleine. Huid-op-huidcontact versterkt jullie band en zorgt voor een betere hechting bij je kindje.
Ongeveer honderd jaar geleden dachten artsen daar anders over. Ze gaven ouders het advies om hun kind geen knuffel of kus te geven. Daar zouden kinderen verwend van kunnen worden. Wel mochten ze hun kind een kus op het voorhoofd geven bij het naar bed gaan. ‘s Ochtends mocht je je kindje een hand geven. Tegenwoordig denken we daar anders over. Snel je baby overladen met kusjes!
5. Kopie van papa of mama
Wanneer je aan babykleding denkt, denk je misschien aan het woord ‘schattig’. Ze zijn van zachte stof en hebben een lieve opdruk of strikjes. Je peuter wordt vast blij van een trui met een cartoonprint of een prinsessenjurk. Kinderkleding moet nu vooral schattig en comfortabel zijn, maar dat was vroeger anders.
In de middeleeuwen zagen kinderen er wat betreft kleding zoveel mogelijk uit als volwassenen. Zodra kinderen uit de luiers waren, droegen ze hetzelfde als hun vader of moeder. Hun kleding was van dezelfde stof en in hetzelfde model gemaakt, maar dan kleiner. Boffen wij even dat de mode inmiddels flink veranderd is.
Wist je dat…
Zo’n honderd jaar geleden was roze een typische jongenskleur. Blauw werd juist meer als een meisjeskleur gezien. Dit komt omdat Maria, de moeder van Jezus, vaak blauw draagt op schilderijen. Roze is een variant van rood, wat als een stoere mannenkleur gezien werd.
6. Zoethoudertje
Je kent het vast wel: het machteloze gevoel als je baby niet stopt met huilen. Misschien komt er een tand door, of heeft hij darmkrampjes. Je probeert hem af te leiden, wiegt hem heen en weer en houdt hem dicht tegen je aan. Soms helpt een fopspeen om het huilen te bedaren.
Vandaag de dag heeft het gebruik van een fopspeen meer voordelen dan nadelen. Dit was vroeger wel anders. Ouders doopten de speen in suiker, wat vaak voor een slecht gebit zorgde. Ook honing op de speen was een populair middel om de baby zoet te houden. Wat ouders nog niet wisten, is dat je baby erg ziek kan worden van honing.
Was een baby echt niet stil te krijgen? Dan kreeg hij een drankje waar onder andere alcohol en morfine in zat. Gelukkig hebben we tegenwoordig de zetpil die pijn bij je baby kan verlichten.
7. Los op de achterbank
Wil je jouw kindje veilig vervoeren met de auto? Dan zal je een autostoel moeten aanschaffen. Ze zijn duur en nemen veel ruimte in beslag, maar beschermen je kind bij een ongeluk. Daarvoor offer je als ouder graag je spaarrekening en achterbank op.
Het eerste autostoeltje kwam in de jaren dertig op de markt. Deze was niet bedoeld om de veiligheid van het kind te vergroten. Het was meer een soort kooitje dat ervoor zorgde dat je kind netjes op zijn plek bleef zitten.
Pas in de jaren zestig werden autostoelen uitgevonden die kinderen beschermden bij een ongeluk. Het duurde even voordat deze in de meeste auto’s te vinden waren. Het gebruik van een gordel op de achterbank werd pas begin jaren negentig verplicht. Tot die tijd konden kinderen in alle vrijheid de achterbank onveilig maken.
8. Gevoelloze baby’s
Als ouder doe je er alles aan om je kind tegen pijn te beschermen. Krijgt je kleine een vaccinatie en barst je kindje in tranen uit? Dan doet dat bij jou waarschijnlijk ook een beetje pijn. Daar hadden ouders tot de jaren tachtig minder last van.
Tot zo’n dertig jaar geleden dachten mensen dat baby’s waarschijnlijk geen pijn voelen. Als een kindje pijn voelde, zou hij dit zich later niet kunnen herinneren. Zijn zenuwstelsel zou hiervoor nog niet genoeg ontwikkeld zijn. Wanneer een baby geopereerd werd, kreeg hij daarom geen verdoving. Pas in 1987 ontdekten artsen dat baby’s pijn kunnen hebben. Gelukkig maar, want een ziek kindje gun je alle geluk en gezondheid van de wereld.
Bron foto’s: Hello Pinecone