Kim had een postnatale depressie
Kim kreeg te maken met een postnatale depressie: "Ik had verwacht dat ik gelukkig en blij zou zijn, maar dat was niet zo. Ik voelde eigenlijk niets. Als ik naar Julian keek dacht ik wel: wat een lief mannetje, maar van binnen voelde ik het niet. Geen gevoel van blijdschap, trots of liefde."
Zorgen tijdens de zwangerschap
“Ik ben Kim, de moeder van de nu 9 maanden oude Julian. Op het moment dat ik de positieve test in mijn handen had was ik superblij, maar tegelijkertijd ook bang. Ik was nog maar twee jaar samen met mijn man. Gingen we toch niet te snel? Zijn we er wel klaar voor? Zal de zwangerschap goed gaan? Dat zijn een paar dingen die door mijn hoofd spookten de eerste weken. Naarmate de zwangerschap verder ging, werden die gedachten minder.
“Als ik nu tegen een boom aan rijd, dan is alles klaar.”
Tijdens mijn zwangerschap ben ik wat minder gaan werken, omdat ik al veel last had van harde buiken. Ik werk in de volwassenpsychiatrie en gelukkig hoefde ik even geen avonddiensten meer de draaien.
Somberheid tijdens de zwangerschap
Vlak voor mijn zwangerschapsverlof begon mijn somberheid eigenlijk al. Ik was op weg naar mijn werk, en reed op een weg met allemaal bomen. De gedachte kwam in mijn hoofd: “Als ik nu tegen een boom aan rijd, dan is alles klaar”.
Waar kwam dit vandaan? Ik ben toch blij met de zwangerschap? Ik ben zelf heel erg geschrokken van deze gedachte en werd boos op mezelf dat ik dit kon denken. Gelukkig kon ik het wel met mijn man bespreken. Hij begreep ook niet waarom ik het dacht, maar hij troostte me.
Mijn verlof begon 6 weken voor de uitgerekende datum. Daar heb ik heel erg van genoten. Alles klaar maken voor de baby en lekker uitrusten. Ik sliep de hele zwangerschap slecht, maar tijdens mijn verlof sliep ik heerlijk.
“Vanbinnen was er niets. Geen gevoel van blijdschap, trots of liefde.”
Julian is geboren na een zwangerschap van 38 weken en twee dagen. Ik had een thuisbevalling gewild, maar Julian lag niet goed dus moesten we tijdens de bevalling toch naar het ziekenhuis. Julian is uiteindelijk met een vacuümpomp gehaald. Op het moment zelf vond ik alles best, maar achter afgezien was het heel erg zwaar.
‘Ik voelde niets’
Ik wist eigenlijk al gelijk dat er iets niet klopte. Ik had verwacht dat ik gelukkig en blij zou zijn, maar dat was niet zo. Ik voelde eigenlijk niets. Als ik naar Julian keek dacht ik wel: wat een lief mannetje, maar van binnen voelde ik het niet. Het was een beetje alsof ik aan de buitenkant moest laten zien hoe een kersverse moeder zich moest voelen. Maar vanbinnen was er niets. Geen gevoel van blijdschap, trots of liefde.
Ik twijfelde of het de kraamtranen waren, of dat er misschien meer aan de hand was. Maar ik had aan iedereen laten zien dat het goed met mij ging en dat de bevalling allemaal wel meeviel. Dus hoe kon ik nu dan vertellen dat het eigenlijk niet goed ging? Dat ik niet blij was met mijn eigen kind?
Teleurgesteld
Het lukte Julian niet om zelf aan de borst te drinken, hij was nogal klein en had niet voldoende kracht. Dus ben ik gaan kolven, om de drie uur, ook in de nachten. Ik moest van mijzelf zoveel mogelijk borstvoeding geven aan hem, want dat is het beste wat er is. En je wilt natuurlijk het beste voor je kind.
Hierdoor was ik dag en nacht bezig met kolven en plannen. Na mijn derde borstontsteking, iets dat echt heel erg veel pijn doet, heb ik toch besloten om over te gaan op de fles. Ik had er voor mijn zwangerschap nooit bij stil gestaan dat borstvoeding geven zo veel “gedoe” kon zijn. Toen ik besloot te stoppen, was ik aan de ene kant opgelucht omdat het klaar was, maar ook teleurgesteld in mijzelf. Wat voor moeder ben je als je niet eens in staat bent om je eigen kind te voeden?!
Ziekenhuisopname
Drie weken na de bevalling werd ik ziek. Ik kreeg hoge koorts, maar het ging ook vanzelf weer weg. Dit gebeurde hierna nog drie keer. Ik dacht dat dit de vermoeidheid was die er op deze manier uitkwam. Maar de laatste keer ging het niet vanzelf over. Ik ging naar het ziekenhuis met 41 graden koorts en niemand die mij kon vertellen waardoor ik zo ziek was.
“Julian is een heel erg tevreden kind, hij huilt bijna niet en is altijd vrolijk. Waarom vind ik het dan zo moeilijk om blij met hem te zijn?”
Ik heb vijf dagen in het ziekenhuis gelegen, zonder Julian. Dit was mijn eigen keus. Ik was te ziek en moest eerst beter worden voor ik weer voor hem kon zorgen. Hij kwam natuurlijk wel op bezoek en dan vond ik het heel erg fijn om hem te zien. Maar ik realiseerde me ook dat ik hem niet echt had gemist, en daar voelde ik me dan weer schuldig over…
Na de opname in het ziekenhuis zat mijn bevallingsverlof er op en ging ik de ziektewet in. Ik kon amper op mijn benen staan en kon dus echt niet werken. De gynaecoloog zei dat ik nog niet de tijd had gehad om te herstellen van de bevalling, en daarna alweer erg ziek was geworden. Mijn lichaam had het zwaar gehad en ik moest het de tijd geven om te herstellen. Dat vond ik heel erg moeilijk, ik had mij deze tijd toch heel anders voorgesteld.
Schuldgevoel
Het ergste moment was toen Julian lag te huilen in zijn bedje en ik me zo slecht voelde dat ik niet eens op kon staan om hem te pakken. Ik was zo duizelig en slap dat ik om zou vallen als ik zou opstaan. Gelukkig waren mijn ouders er snel en hebben zij voor Julian gezorgd. Hier heb ik me wel schuldig over gevoeld. Ik was niet eens in staat om voor mijn eigen kind te zorgen, wat ben ik dan voor moeder… Na een paar weken rustig aan doen, en heel veel hulp van mijn familie, ging het lichamelijk weer beter en wilde ik weer gaan werken.
Ik kreeg drie maanden de tijd om te re-integreren. Dat leek mij eerst een beetje overdreven, ik was ziek geweest maar nu toch echt wel weer hersteld. Maar al snel merkte ik dat het niet ging. Na 6 weken proberen ging ik huilend naar mijn werk, onderweg bedacht ik dat dit echt niet goed was. Ik stond in de straat bij mijn werk en heb gebeld om te zeggen dat ik niet zou komen. Ook thuis kon ik alleen nog maar huilen en chagrijnig zijn.
“Ik zorgde voor Julian omdat het hoorde, maar beleefde er geen plezier aan en haalde er geen voldoening uit.”
Ik kreeg drie maanden de tijd om te re-integreren. Dat leek mij eerst een beetje overdreven, ik was ziek geweest maar nu toch echt wel weer hersteld. Maar al snel merkte ik dat het niet ging. Na 6 weken proberen ging ik huilend naar mijn werk, onderweg bedacht ik dat dit echt niet goed was. Ik stond in de straat bij mijn werk en heb gebeld om te zeggen dat ik niet zou komen. Ook thuis kon ik alleen nog maar huilen en chagrijnig zijn.
Ik was vier dagen in de week alleen met Julian. De eerst twee dagen gingen altijd wel oké, maar de donderdag en vrijdag waren zwaar. Ik zorgde voor Julian omdat het hoorde, maar beleefde er geen plezier aan en haalde er geen voldoening uit. Julian is een heel erg tevreden kind, hij huilt bijna niet en is altijd vrolijk. Waarom vind ik het dan zo moeilijk om blij met hem te zijn?
Postnatale depressie
Achteraf gezien heb ik mijn werk misschien gebruikt om weg te lopen van alles. Ik dacht: als ik gewoon doorga, dan komt het van zelf wel goed. Dat was niet zo. Nadat ik mij ziek had gemeld op mijn werk, heb ik bij mijn huisarts hulp gezocht. Ik had in eerste instantie gehoopt dat ik medicatie zou krijgen en dat ik me dan snel beter zou voelen. Maar mijn huisarts stuurde me door naar de GGZ. Daar kreeg ik gelukkig snel een afspraak.
“Ik werk in de psychiatrie en nu moest ik er zelf heen. Ik kreeg de diagnose "depressie.”
De eerste keer dat ik daarheen ging was erg moeilijk. Ik werk in de psychiatrie en nu moest ik er zelf heen. Tegelijk was ik ook enorm opgelucht na de intake. Ik had eindelijk toegegeven dat het echt niet goed ging en zou nu toch snel weer mijzelf zijn!
Helaas ging het niet snel: soms ging het goed, soms slecht. Ik kreeg de diagnose “depressie” en had gesprekken met een psycholoog.
Die hebben wel een beetje geholpen. Ik heb vooral steun gehad aan de oefeningen die ik kreeg. Ik had dat nodig om weer positief tegen alles aan te kunnen kijken en structuur te krijgen.
Voor het eerst trots
Het eerste moment dat ik weer wat voelde weet ik nog goed. Ik had de opdracht gekregen om samen met Julian ergens heen te gaan met de auto. Ik koos voor een groot warenhuis, lekker dichtbij.
“Op dat moment voelde ik het: ik was zo trots op mijn kleine man!”
Daar aangekomen zag ik een moeder met haar kindje in een winkelwagen. Ik besloot om de kinderwagen te laten staan en Julian in het winkelwagentje te zetten. Hij kon al goed zitten en het ging prima. We stonden in de lift met vier andere mensen. Julian heeft ze allemaal van top tot teen bekeken. Alle mensen vonden dat leuk en lachten naar hem.
Op dat moment voelde ik het: ik was zo trots op mijn kleine man! Het was een kort moment, maar dat gaf wel het gevoel dat het beter met mij ging en dat het gevoel dus wel zou komen. Dit gevoel kwam langzaamaan steeds meer. Als ik nu naar hem kijk, voel ik me gelukkig en trots dat dit jongetje van mij is.
Geen roze wolk
Ik heb mij heel erg gestoord aan alle vrolijke blogs waarin iedereen schrijft hoe geweldig het is om moeder te worden. Dat heb ik helemaal niet zo ervaren en ik begreep ook niet dat mensen er zo over konden schrijven.
In mijn ogen was het allemaal schone schijn, want moeder worden heeft ook echt een hele zware en moeilijke kant. En dan heb ik het niet over een dikke poepluier. Je leest wel over de andere kant, maar om het zelf te ervaren is zo anders dan het verhaal lezen van iemand die je niet kent.
Nu het weer wat beter gaat, zie ik dat moeders het wél echt zo kunnen ervaren. En dat moeder zijn ook moeilijk is zal denk ik niemand ontkennen, maar ik denk dat bij de meeste moeders het geluk toch op de eerste plek staat. Bij mij staat het nog niet altijd op de eerste plek. Maar nu wel vaker dan voorheen.”
Download onze app
#1 zwangerschaps- en baby-app