Papa en mama worden van een ziek kindje
Ongeveer 20% van alle baby’s die in Nederland wordt geboren, moet in het ziekenhuis worden opgenomen. Soms is dit slechts één nachtje ter observatie, maar het kan ook ernstiger zijn. Wat als de roze wolk niet roze meer is, maar in een donkergrijze donderwolk verandert zodra je kindje geboren is?
Als je pasgeboren kindje in het ziekenhuis moet blijven, is dat een hele klap. Of het nu voor één nacht ter observatie is, voor langere tijd omdat je kindje te vroeg geboren is, of omdat er onverwachte problemen optreden. Voor jou als ouder heeft het altijd een enorme impact.
Een ziek kindje, een onzekere toekomst
Het liefst wil je je kindje in je armen sluiten en lekker thuis gaan genieten van jullie kraamtijd als kersvers gezin. Maar wanneer je baby naar de neonatologie-afdeling wordt verhuisd in plaats van naar zijn autostoeltje, gebeurt dit niet. De toekomst ziet er ineens heel anders uit dan je je had voorgesteld.
Zeker wanneer je kindje langer moet blijven, er iets ernstigs aan de hand is of er veel onduidelijk is over wat er aan de hand is, kom je in een emotionele rollercoaster terecht. Je brengt het grootste deel van je tijd door in het ziekenhuis, dokters en andere hulpverleners staan om de haverklap aan het bedje van je baby, er moeten allerlei onderzoeken gebeuren en jijzelf bent nog aan het herstellen van je bevalling. Een ziek kindje betekent dat je in een erg heftige situatie terecht komt.
9 adviezen uit eigen ervaring
Wij geven je 9 adviezen uit eigen ervaring, die je hopelijk helpen om deze moeilijke tijd door te komen.
1. Schrijf dingen op
Het helpt voor jezelf om dingen helder te krijgen door ze op te schrijven. Schrijf wat de artsen je vertellen in je eigen woorden op. Als je op een later moment even kwijt bent hoe het zat, kan je het gemakkelijk teruglezen.
Ook is het handig om je vragen aan de artsen te noteren. Zo kan je ze erbij pakken tijdens het artsengesprek en vergeet je niks. Een dagboekje bijhouden van wat er allemaal gebeurt, kan daarnaast helpen om alles wat er op jullie afkomt te verwerken.
2. Maak veel foto’s en filmpjes
Dit is niet alleen fijn voor later, maar ook voor je verwerking. Ondanks alle zorgen zijn er vast ook kleine geluksmomentjes: je baby drinkt voor het eerst aan de borst, heeft een lachstuipje of maakt een lief geluidje. Door dit vast te leggen, herinner je je later niet alleen maar de ellende, maar ook de mooie momenten.
3. Word vrienden met de verpleging
De verpleegkundigen zijn je eerste aanspreekpunt als het gaat om de zorg van je baby. Vaak zorgt een vaste verpleegkundige een aantal dagen achter elkaar voor je kindje. Het is fijn als je met deze persoon een prettige band opbouwt.
Verpleegkundigen werken hard, dus laat je dankbaarheid merken. Dat wordt gewaardeerd en deze waardering krijg je terug. Maak een keer een praatje, als je daar aan toe bent. Een fijn contact met de verpleegkundigen maakt jullie verblijf op de afdeling vast een stuk aangenamer.
4. Zorg goed voor jezelf
Ook al staat voor jou de zorg voor je kindje nu met stip op één, probeer goed voor jezelf te zorgen. Je kleine heeft niet veel aan een uitgeputte papa of mama. En vergeet niet: als mama moet je lichaam nog herstellen van de bevalling.
Probeer daarom goed te eten en gun jezelf momenten van rust. Doe een dutje mee als je baby slaapt en ga niet al te laat naar bed. ’s Nachts kan je de zorg in handen van de verpleging laten, zodat jij goed kan uitrusten.
5. Sta open voor hulp
Mensen uit je omgeving willen graag iets voor jullie doen, al is het maar voor jullie koken of de was doen. Sta hier voor open, het neemt jullie werk uit handen waar je hoofd niet naar staat en je dierbaren zijn blij dat ze iets voor jullie kunnen betekenen.
Professionele hulp in de zin van maatschappelijk werk of gesprekken met een psycholoog kunnen ook een goede steun bieden. In veel ziekenhuizen wordt dit aangeboden aan alle ouders die een kindje opgenomen hebben liggen in het ziekenhuis. Sla dit niet gelijk af, omdat je denkt dat je het niet nodig hebt. Een paar gesprekken, al is het maar om je verhaal aan een buitenstaander kwijt te kunnen of te peilen of je begeleiding nodig hebt, kunnen fijn zijn.
6. Blijf met elkaar praten
Zorg dat je met je partner blijft praten over jullie gevoelens en gedachten. Het zou kunnen dat jullie deze periode anders beleven. Misschien ben jij pessimistisch en is je partner juist optimistisch, of andersom. Respecteer dat jullie er anders in kunnen staan en luister naar elkaar. Ook al zijn jullie gevoelens niet identiek, jullie zijn nog altijd een team.
7. Ga op een gegeven moment even naar huis
Als je kindje ziek is, breng je ontzettend veel tijd naast zijn bedje door. Misschien verblijven jullie wel in een Ronald McDonald Huis, dan ben je altijd dichtbij. Je eigen leven buiten het ziekenhuis lijkt dan ineens heel ver weg. Natuurlijk wil je er continu voor je kleine zijn, maar de ziekenhuismuren kunnen op een gegeven moment op je afkomen.
Het kan helpen om even een middagje naar huis te gaan of een nachtje thuis te slapen. Je kindje is nu nog zo klein dat hij je afwezigheid niet direct merkt, en hij wordt goed verzorgd door de verpleging. Probeer je niet schuldig te voelen omdat je hem achterlaat. Als jij ervan opknapt door even in je eigen omgeving te zijn, heeft je baby veel meer aan je. Dan kan je er weer even beter tegen.
Download onze app
#1 zwangerschaps- en baby-app
8. Probeer toch te genieten
Ondanks alle zorgen en angsten, heb je ook iets moois en bijzonders meegemaakt, namelijk de geboorte van jullie kindje. Sta stil bij de kleine geluksmomentjes en probeer te genieten van je kleine wondertje. Want dat is hij, een wondertje, ziek of niet.
9. Geef jezelf de tijd
Dat je verdrietig wordt van deze situatie, is uiteraard heel normaal. Maar ook als je baby weer thuis is en het goed met hem gaat, kan je nog overvallen worden door verdrietige gevoelens, twijfels of angsten. Ook dit hoort erbij. Je bent als het ware nog in rouw; je hebt afscheid moeten nemen van het idee van een gezond kindje op de wereld zetten en een normale kraamtijd. Daar mag je best nog een traantje om laten af en toe.
Auteur Lauri Hanewinckel