Vaccinaties baby: welke krijgt je kindje?
Je kan je kindje vanaf zijn geboorte laten inenten bij het consultatiebureau. Zo bescherm je hem tegen een aantal gevaarlijke kinderziektes. Hoe gaat dit precies in zijn werk? Welke vaccinaties krijgt je baby?
Wat is een vaccin?
Een vaccin is een inenting waarin kleine onderdelen van bacteriën of virussen zitten. Wanneer je een vaccinatie krijgt, reageert je lichaam op deze onderdelen. Het maakt bijvoorbeeld antistoffen aan, die je lichaam beschermen tegen ziekmakers. Zo maakt je lichaam kennis met een virus of bacterie, zonder er ziek van te worden. Wanneer je er later mee te maken krijgt, weet je lichaam hoe het erop moet reageren. De antistoffen vallen het virus of de bacterie dan gelijk aan. Dit maakt de kans heel klein dat je er ziek van wordt.
Sommige vaccinaties geven je baby genoeg bescherming voor zijn hele leven. Bij andere vaccinaties is het af en toe nodig om hem opnieuw in te laten enten. Zo blijft de hoeveelheid antistoffen in zijn lichaam hoog genoeg.
Deelname Rijksvaccinatieprogramma
De vaccinaties die je baby krijgt, zijn onderdeel van het Rijksvaccinatieprogramma. In dit programma zitten twaalf inentingen. Deze krijg je gratis aangeboden door de overheid. Wanneer je kindje ongeveer 4 weken oud is, ontvang je een uitnodiging om mee te doen aan het programma. Is je kindje 2 maanden en heb je nog geen uitnodiging ontvangen? Neem dan contact op met de Dienst Vaccinvoorziening en Preventieprogramma’s in jouw regio.
Is vaccineren verplicht?
In Nederland is het laten vaccineren van je kindje niet verplicht. In veel andere landen is dit wel het geval voor een of meer vaccinaties. Zo is het in België verplicht om je kind te laten inenten tegen polio. In Frankrijk is de DTP-vaccinatie verplicht.
In Nederland mag je als ouder zelf beslissen welke inentingen je baby krijgt. Wel is het verstandig om mee te doen aan het Rijksvaccinatieprogramma. Je baby is dan beschermd tegen ernstige kinderziektes. Ook bescherm je hiermee anderen en help je mee aan het uitroeien van deze ziektes.
Vaccinaties op het consultatiebureau
Kies je ervoor om mee te doen aan het Rijksvaccinatieprogramma? Dan ontvang je voor iedere prik een oproepkaart. Deze neem je mee naar het consultatiebureau. Dit is de organisatie die de vaccinaties van je kindje verzorgt.
De medewerker van het consultatiebureau legt je bij iedere vaccinatie uit wat er gaat gebeuren. Daarnaast krijg je bij elk prikmoment een folder mee. Hierin staat wat voor vaccinatie het is en waartegen deze je kind beschermt. Ook staat erin wat de mogelijke bijwerkingen zijn.
Hieronder staat een overzicht van de inentingen. Waar beschermen ze je kindje tegen en wanneer krijgt je baby de prikken als je het Rijksvaccinatieprogramma volgt?
DKTP-vaccinatie
Wanneer je baby 3 maanden oud is, krijgt hij zijn eerste inenting. Hij krijgt dan niet één, maar twee prikken. Dit zijn de eerste van de serie DKTP- en de Hib-HepB-inentingen. Op hetzelfde moment krijgt je kindje de vaccinatie tegen de pneumokokkenziekte.
Heb jij tijdens je zwangerschap geen 22-wekenprik gehad? Dan krijgt je baby een extra DKTP-Hib-HepB-inenting bij 2 maanden. Dit is vooral belangrijk om hem zo vroeg mogelijk te beschermen tegen kinkhoest.
De DKTP-inenting wordt herhaald op de leeftijd van 5 maanden, 11 maanden en 4 jaar. Als je kind 9 jaar is, krijgt hij deze vaccinatie zonder kinkhoest erin. Het heet dan de DTP-inenting.
De DKTP-inenting beschermt je kindje tegen:
Difterie
Difterie is een ernstige en besmettelijke ziekte die verschillende organen kan beschadigen. Het kan verstikkingsgevaar veroorzaken en het hart en het zenuwstelsel beschadigen. Bij ernstig ziek zijn kunnen de gevolgen van difterie zelfs leiden tot overlijden. Gelukkig is de kans op besmetting met difterie na inenten bijna nul.
Kinkhoest
Kinkhoest is een erg besmettelijke luchtweginfectie. Deze ziekte is vooral gevaarlijk voor baby’s die nog niet (helemaal) gevaccineerd zijn. Gelukkig kan je jezelf al tijdens je zwangerschap laten vaccineren met de 22-wekenprik. Hierdoor maakt je pasgeboren baby gebruik van jouw antistoffen. Hij is dan vanaf dag 1 beschermd tegen kinkhoest.
Tetanus
Tetanus is een ernstige, besmettelijke ziekte die kan zorgen voor verkramping van de kaakspieren en soms het hele lichaam. Door de verkrampingen kunnen slikklachten en ademhalingsproblemen ontstaan. Ook kunnen botbreuken, een hoge bloeddruk en hartritmestoornissen ontstaan. Zonder behandeling is tetanus dodelijk.
Polio
Polio is ook wel bekend als kinderverlamming. Het is een virusinfectie die kan doordringen in het zenuwstelsel. Wanneer dit gebeurt, kan dit leiden tot ernstige verlamming, hersenvliesontsteking en zelfs overlijden. Mensen die het overleven kunnen blijvende verlammingen eraan overhouden.
Hib-HepB-vaccinatie
Als je baby 3 maanden oud is, krijgt hij zijn eerste Hib-HepB vaccinatie. Heb je geen 22-wekenprik tijdens je zwangerschap gehad? Dan krijgt je baby ook de Hib-HepB vaccinatie voor het eerst bij 2 maanden. Deze wordt namelijk gegeven in combinatie met de DKTP-inenting. De Hib-HepB vaccinatie wordt herhaald bij de leeftijd van 5 en 11 maanden. Deze vaccinatie beschermt je kindje tegen:
Hepatitis B
Hepatitis B is een ontstekingsziekte van de lever. Het ontstaat door besmetting met het hepatitis B-virus. Deze ontsteking kan ervoor zorgen dat de lever minder goed werkt. Hepatitis kan overgaan in een blijvende ontsteking, dit noem je chronisch. Een chronische hepatitis geeft een hoger risico op leverkanker.
Hib-infectie
De Hib-ziekte ontstaat door besmetting met de Hib-bacterie. Meestal geeft dit klachten van verkoudheid of een bijholteontsteking. Maar soms kan de bacterie in de bloedbaan of het zenuwstelsel terechtkomen. Dit kan dit leiden tot een hersenvliesontsteking, longontsteking, gewrichtsontsteking en strotklepontsteking. Dan kan de ziekte dodelijk aflopen.
Pneumokokkenvaccinatie
Als je baby 3 maanden oud is, krijgt hij een vaccinatie die beschermt tegen tien soorten pneumokokken. Dit zijn bacteriën. Besmetting met pneumokokken kan levensbedreigende gevolgen hebben, zoals hersenvliesontsteking, bloedvergiftiging en ernstige longontsteking.
Vaak wordt deze prik tegelijk gegeven met de DKTP- en Hib-vaccinatie. Bij 5 en 11 maanden krijgt je baby de pneumokokken-vaccinatie opnieuw.
BMR-vaccinatie
Wanneer je kindje 14 maanden oud is, krijgt hij zijn eerste BMR-inenting. Deze wordt de eerste keer in combinatie gegeven met de prik tegen meningokokken A, C, W en Y. Wanneer je kind 9 jaar oud is, wordt de BMR-inenting herhaald. Ook krijgt hij dan de DTP-inenting. De BMR-vaccinatie beschermt je kind tegen de volgende ziektes:
Bof
De bof is een ziekte waarbij de speekselklieren onder het oor ontstoken raken. Het wordt veroorzaakt door het bofvirus. In heel zeldzame gevallen kan dit virus leiden tot hersenvliesontsteking. Ook kan het blijvende doofheid als gevolg hebben.
Mazelen
Mazelen is een heel besmettelijke ziekte waarbij je last krijgt van verkoudheid, hoge koorts en huiduitslag. Mazelen kan ook voor ernstige gezondheidsproblemen zorgen, zoals oorontsteking, bronchitis, longontsteking en hersenontsteking.
Rodehond
Rodehond is een besmettelijke ziekte waarbij griepachtige klachten en rode huiduitslag ontstaan. Soms kan het zorgen voor een tekort aan bloedplaatjes, hersenontsteking of gewrichtsontsteking. Rodehond is vooral gevaarlijk voor ongeboren kinderen. Als je als zwangere vrouw rodehond krijgt, kan dit een miskraam of ernstige aangeboren afwijkingen bij je baby veroorzaken.
Meningokokken C-vaccinatie
Als je kindje 14 maanden oud is, krijgt hij een inenting tegen meningokokken A, C, W en Y. Deze infecties zijn heel gevaarlijk. Ze kunnen hersenvliesontsteking en bloedvergiftiging veroorzaken. Sinds 2015 zorgen de typen A, W en Y voor meer besmettingen. Daarom wordt sinds 2018 een vaccin gebruikt dat ook tegen deze meningokokkentypen beschermt. Wanneer je kind 14 jaar is, wordt deze inenting herhaald.
Wil je meer weten over de verschillende infectieziekten? Kijk dan op de website van het RIVM.
Vaccinatieschema baby
Hieronder zie je een overzicht van de vaccinaties die je kind krijgt.
Leeftijd | Vaccinatie |
---|---|
2 maanden (alleen als jij niet de 22-wekenprik hebt gehad) | DKTP-Hib-HepB-vaccinatie |
3 maanden | DKTP-Hib-HepB-vaccinatie en pneumokokken-vaccinatie |
5 maanden | DKTP-Hib-HepB-vaccinatie en pneumokokken-vaccinatie |
11 maanden | DKTP-Hib-HepB-vaccinatie en pneumokokken-vaccinatie |
14 maanden | BMR-vaccinatie en MenACWY-vaccinatie |
4 jaar | DKTP-vaccinatie |
9 jaar | DTP-vaccinatie en BMR-vaccinatie |
12/13 jaar | HPV-vaccinatie (inenting tegen het Humaan Papillomavirus om de kans op baarmoederhalskanker te verkleinen) |
14 jaar | MenACWY-vaccinatie |
Bijwerkingen van de vaccinaties
Kort na de inenting kan je kindje last krijgen van lichte bijwerkingen. Een uitzondering hierop is de BMR-vaccinatie. Hierbij beginnen de bijwerkingen na 5 tot 21 dagen.
Het consultatiebureau informeert je over de mogelijke bijwerkingen van de inenting of vaccinatie. Ook vind je deze bijwerkingen terug in de folders die je ontvangt. Je kindje kan last krijgen van de volgende klachten:
- De plek van de inenting kan pijnlijk aanvoelen.
- Mogelijk ontstaat er een zwelling op de gevaccineerde arm.
- Ook kan je baby na de vaccinatie een beetje huilerig, hangerig en slaperig zijn.
- Je baby kan de vaccinatie koorts hebben, wat meestal geen kwaad kan.
Wanneer ingrijpen bij bijwerkingen?
Meestal kunnen bijwerkingen na vaccinaties geen kwaad. Ernstige bijwerkingen zoals een allergische reactie komen bijna nooit voor. Heeft je kindje last van een bijwerking? Dan gaat dit in de meeste gevallen binnen een paar dagen vanzelf over. In de volgende situaties is het wel belangrijk om je huisarts te bellen:
- Je baby heeft een temperatuur van 40 graden of hoger.
- Hij krijgt last van stuipen.
- Je kindje krijgt heftige of onverwachte klachten.
- De bijwerkingen houden langer dan twee dagen aan.
Is de lichamelijke reactie van je baby op de vaccinatie anders dan de ‘gewone’ bijwerkingen? Dan is het goed om dit bij het volgende bezoek aan het consultatiebureau te melden. De arts of verpleegkundige kan bijwerkingen melden bij het Lareb, het Nederlands Bijwerkingen Centrum. Je kan het ook zelf melden via de
website van Lareb.
Bezwaren tegen vaccinaties
De meeste mensen (90 tot 95 procent) laten hun kind inenten. Toch zijn er ook ouders die ervoor kiezen om hun baby maar voor een deel of helemaal niet te laten vaccineren. Bijvoorbeeld omdat ze religieuze bezwaren hebben. Of omdat ze vooral de (mogelijke) nadelen van vaccinaties zien.
De vaccinaties uit het Rijksvoorlichtingsprogramma zijn uitgebreid onderzocht en getest. Daarom kan je ervan uitgaan dat ze veilig zijn. Informatie zoeken over de veiligheid van vaccinaties is natuurlijk goed. Maar het is ook goed om te beseffen dat niet alle informatie die je op internet tegenkomt over vaccinaties klopt. Heb je vragen over het Rijksvaccinatieprogramma of twijfel je over de veiligheid? Vraag dan een kinderarts of jeugdarts om advies en laat je goed informeren door deze deskundige.
Als je meer wil weten over dit onderwerp, kan je ons achtergrondartikel over vaccineren lezen. Hierin stellen we acht belangrijke vragen aan experts.
Tips bij vaccinatie baby
Een vaccinatie bij je baby kan best een spannend moment zijn. Deze tips kunnen helpen om het goed te laten gaan.
- Zorg voor ontspanning en afleiding. Als jij ontspannen bent, is de kans groot dat je kindje dat ook is. Neem zijn favoriete speeltje of knuffel mee, zodat je hem kan afleiden.
- Bedenk dat het zo voorbij is. Wanneer je baby na de vaccinatie moet huilen, kan dit vervelend voor jou zijn. Maar bedenk dat de pijn zo voorbij is. Troost je kindje en kalmeer hem met je stem. Dan zal je zien dat het huilen snel over is.
- Masseer direct na de prik. Als je de plek van de inenting gelijk na het inenten masseert, kan dit het irriterende gevoel verkleinen. Bij een prik in het been kan fietsbewegingen maken helpen.
- Doe rustig aan na de inenting. Plan de dag van de inenting(en) geen andere activiteiten, maar blijf samen lekker een dag thuis. Zo kan je kindje rustig bijkomen.
- Houd koorts in de gaten. Heeft je kindje koorts na een vaccinatie? Kleed hem dan luchtig en let erop dat hij genoeg drinkt. Zorg dat hij genoeg rust krijgt en bel de huisarts als zijn koorts boven de 40 graden stijgt.
- Geef zo nodig paracetamol. Bij weinig klachten hoef je je kindje geen paracetamol te geven. Maar voelt je kindje zich erg vervelend na de inenting? Dan kan je dit wel doen. Lees eerst de bijsluiter.
- Geef van tevoren geen paracetamol. Je kan beter geen paracetamol geven vóór de vaccinatie. De inenting werkt dan minder goed. Paracetamol heeft namelijk een negatieve invloed op het immuunsysteem.
- Stel vaccineren zo nodig uit. Heeft je kind meer dan 38,5 graden koorts? Dan moet de vaccinatie soms uitgesteld worden. Vraag het consultatiebureau of de prik door kan gaan.