Huilende baby met te kort tongriempje

Als het tongriempje van je baby te kort is, kan dit voor verschillende problemen zorgen. Je kan de tongriem dan laten klieven. Hoe herken je een te kort tongriempje? En hoe verloopt de behandeling?

Wat is een te kort tongriempje?

Een te korte tongriem is een aangeboren afwijking waarbij je baby zijn tong niet goed kan uitsteken. De tongriem is een strengetje dat tussen de tong en de bodem van je mond zit. De tong zit hiermee vast aan de mondbodem. De tongriem zorgt ervoor dat de tong in het midden van de mond op zijn plaats blijft. Als deze te kort is, kan je baby zijn tong niet goed bewegen.

Ongeveer 3 op de 100 baby’s in Nederland wordt met een te korte tongriem geboren. Je baby heeft er een grotere kans op als het in de familie voorkomt. Ongeveer een kwart van de kinderen die hiermee geboren wordt, heeft een ouder, broer of zus die ook een te korte tongriem heeft of had.

Gevolgen van een te kort tongriempje

De tong is belangrijk om goed te kunnen drinken, eten en praten. Daarom kan een te kort tongriempje voor verschillende problemen zorgen. Bij je baby kunnen de volgende problemen ontstaan:

  • Drinken uit de borst of fles gaat moeilijker, waardoor je baby mogelijk minder goed groeit.
  • Slechter drinken kan voor darmkrampjes zorgen.
  • Het maken van sommige klanken en leren praten kan lastiger zijn.
  • Wanneer je baby toe is aan vaste hapjes, kan hij moeite hebben met eten.
  • De kans op gaatjes in het gebit is groter. De tong zorgt er namelijk voor dat je gebit beter schoon blijft.
  • Ook op latere leeftijd kunnen problemen ontstaan, zoals problemen met blaasinstrumenten bespelen, tongzoenen of orale seks.

Geef je borstvoeding? Dan kan een te kort tongriempje ook gevolgen hebben voor jou:

  • Omdat je baby mogelijk minder goed drinkt, kan stuwing of juist een te lage melkproductie ontstaan.
  • Het risico bestaat dat je tepelproblemen krijgt door verkeerd aanhappen.
  • Je borsten worden mogelijk niet goed geleegd, wat voor verstopte melkklieren kan zorgen.
  • Als je last van stuwing of tepelkloven hebt, kan je een borstontsteking krijgen.
  • Als er problemen zijn rondom borstvoeding geven, stop je er misschien eerder mee.

Te kort tongriempje herkennen bij je baby

Artsen raden aan om een te kort tongriempje te behandelen voordat je baby 3 maanden is. Hoe jonger je kindje is, hoe minder last hij heeft van de behandeling. Het is daarom belangrijk om een te korte tongriem op tijd te herkennen. Je kan de volgende dingen merken:

  • Als je baby zijn tong omhoog doet, heeft deze een soort hartjesvorm of v-vorm. Dit zie je vooral goed wanneer je baby huilt.
  • Je baby drinkt minder en wil vaker drinken.
  • De voedingsmomenten duren lang.
  • Je kindje drinkt onrustig en laat de borst of fles sneller los.
  • Hij maakt een klakkend geluid bij het drinken.
  • Je baby spuugt vaak.
  • Je baby is onrustig tijdens het drinken.
  • Hij heeft last van rommelende darmen en darmkrampjes.

Tongriem klieven

Heeft je baby veel last van het te korte tongriempje? Dan kan je ervoor kiezen om het te laten behandelen. Dit noem je de tongriem klieven. Hoe deze behandeling verloopt, hangt af van de leeftijd van je kind.

Onder de 3 maanden

Als je baby jonger dan 3 maanden is, kan het klieven van de tongriem snel gebeuren. Soms wordt je baby eerst ingebakerd, zodat hij stil ligt. De kinderarts of KNO-arts houdt de tong van je baby omhoog om het tongriempje zichtbaar te maken. Daarna knipt hij of zij het tongriempje door met een steriel schaartje. Dit alles duurt ongeveer 10 tot 15 seconden.

Je baby voelt bijna niets van het klieven. Voor jonge baby’s voelt het een beetje als nagels knippen. Na het klieven van de tongriem kan het een klein beetje bloeden, maar dit stopt heel snel. Het hoeft niet gehecht te worden. Je kan je baby na de behandeling meteen de borst of fles geven.

Boven de 3 maanden

Is je baby ouder dan 3 maanden? Dan zitten er al wat meer zenuwen en bloedvaten in de tongriem van je baby. Ook is de tong nu al een stuk steviger. Het tongriempje klieven kan dan meer pijn doen en voor wat meer bloedverlies zorgen. De behandeling gebeurt daarom vaak onder narcose.

Je baby wordt onder narcose gebracht, waarna een KNO-arts het te korte tongriempje doorknipt. Als het nodig is, zal hij of zij het wondje dichtmaken met een paar hechtingen. Meestal duurt de behandeling 15 tot 30 minuten. Daarna gaat je baby naar de uitslaapkamer. Je kleine mag dezelfde dag weer naar huis.

Na de behandeling

Een week na de behandeling controleert de arts of het wondje goed geneest. Tot die tijd krijg je het advies om na iedere voeding met je vinger onder de tong van je baby te masseren. Dit kan helpen voorkomen dat het tongriempje opnieuw aangroeit, wat bij sommige baby’s gebeurt. Is dit bij jouw kindje het geval? Dan kan het nodig zijn om de tongriem opnieuw te laten klieven.

Te kort tongriempje wel of niet klieven?

Over het wel of niet klieven van de tongriem is discussie. Sommige artsen twijfelen of de behandeling er echt voor zorgt dat problemen rondom het voeden verdwijnen. Zij zijn van mening dat de problemen in de meeste gevallen vanzelf overgaan. Ook kunnen de problemen volgens sommige artsen na het klieven juist erger worden.

Toch is het vaak beter om de tongriem te laten klieven als het voeden van je kindje moeilijk gaat. Dit zorgt er meestal meteen voor dat je baby makkelijker drinkt en beter groeit. Twijfel je? Dan kan je contact opnemen met je verloskundige, huisarts of het consultatiebureau. Deze kunnen je vertellen wat voor jouw baby de beste keuze is.

Tips bij een te kort tongriempje

Heeft je baby een te kort tongriempje of denk je dat hij dit heeft? Dan kunnen de volgende tips je helpen.

  • Probeer verschillende borstvoedingshouden. Als je merkt dat je baby moeite heeft om de borst leeg te drinken, kan je een andere borstvoedingshouding proberen. Soms hapt je baby bij de ene houding beter aan dan bij de andere.
  • Gebruik een tepelhoedje. Een tepelhoedje is een siliconen hulpmiddel dat je tijdens het voeden over je tepel plaatst. Het hoedje kan aanhappen makkelijker maken voor je baby.
  • Neem contact op met een lactatiekundige. Heeft je baby door een korte tongriem moeite met drinken uit de borst of fles? Of zorgt het bij jou voor tepelklachten? Dan kan een lactatiekundige je helpen.
  • Vraag om advies op het consultatiebureau. Misschien twijfel je of het tongriempje van je baby inderdaad te kort is. Of weet je niet goed of het slim is om deze door te laten knippen. Een arts van het consultatiebureau kan je hier advies over geven.