baby slaapt veilig

Baby’s slapen de eerste 3 maanden zo’n 16 à 17 uur per dag. Hoe zorg je voor een veilige slaapomgeving? Met deze 10 basisrichtlijnen heeft je baby een fijne en veilige nachtrust.

Door preventieadviezen is het aantal gevallen van wiegendood sterk afgenomen. In 1984 werden nog 212 gevallen geregistreerd. In 2013 waren dit er 10.

Wiegendood voorkomen

Veilig slapen is belangrijk om de kans op wiegendood te verkleinen. Over de oorzaken van wiegendood is nog niet alles duidelijk. Wel zijn er een aantal factoren vastgesteld die van invloed zijn. Hieronder geven we de adviezen volgens de laatste richtlijnen voor ouders: wat kan je doen om de kans op wiegendood, verstikking in bed en valongevallen te verkleinen en je baby veilig te laten slapen?


Slaapt jouw baby slecht?

In een co-sleeper ligt je kindje helemaal veilig en geborgen, maar wel lekker dichtbij. Zo kan je gemakkelijk 's nachts borstvoeding geven. Daarnaast stellen jouw slaapgeluiden je baby gerust, waardoor hij beter slaapt.

Bekijk co-sleepers

1. Leg je baby op zijn rug te slapen

Je baby slaapt het veiligst op zijn rug. Zo ligt zijn gezichtje vrij, waardoor hij goed kan ademhalen. Leg je baby dus nooit op zijn buik te slapen, ook niet om te troosten, omdat de kans dan wél bestaat dat de ademhaling van je kindje wordt belemmerd. Omdat je baby al na een aantal weken leert omrollen van zij naar buik, is ook de zijligging niet verstandig.

Wees niet bang dat je kindje een voorkeurshouding ontwikkelt als hij enkel op zijn rug slaapt. Met verschillende maatregelen kan je een voorkeurshouding en afgeplat hoofdje voorkomen.

Kan je kindje zich eenmaal vlot omdraaien (van rug naar buik en andersom)? Laat hem dan zelf zijn slaaphouding bepalen. Je kan hem in het begin nog proberen te corrigeren, maar op een gegeven moment is dit een onbegonnen werk. Bovendien is zijn nekje dan ook sterk genoeg om zijn hoofd te draaien als zijn gezichtje tegen het matras ligt.

2. Laat je baby in een eigen wiegje of ledikantje slapen

De veiligste slaapplek voor je baby is een eigen wiegje of ledikantje. Het wordt aangeraden deze de eerste 6 maanden bij je op de slaapkamer te zetten. Zo is je kindje lekker dichtbij en kan je snel ingrijpen als er iets is of als hij honger heeft. Bovendien voelt je kleine zich dan veilig en geborgen. Als je baby gaat logeren, is een campingbedje een veilig en makkelijke slaapplek.

Een goed babybedje heeft:

  • Luchtdoorlatende zijwanden;
  • Een spijlafstand tussen de 4,5 en 6,5 cm;
  • Een stevig, goed passend matras;
  • Geen zeiltje of plastic onder het hoeslaken bij het hoofdeinde;
  • Geen zachte materialen erin liggen, zoals knuffels, kussens en hoofdbeschermers.

Het ouderlijk bed is een minder geschikte slaapplek. Je kindje kan onder het dekbed terechtkomen, met zijn gezichtje tegen een kussen aanrollen, uit bed vallen of het makkelijk te warm krijgen. Daarnaast is er het risico dat je op je kindje rolt. Dit risico neemt toe als je rookt, hebt gedronken, medicijnen of drugs hebt gebruikt of oververmoeid of gestrest bent.

3. Gebruik bij voorkeur een baby slaapzak

Bij een baby slaapzak, is de kans op adembelemmering of warmtestuwing klein. Je baby kan er namelijk niet (bij een goed passende slaapzak) met zijn hoofdje onder terechtkomen. Bovendien rolt hij minder makkelijk van rug naar buik en woelt hij zich niet zo snel bloot.

In de eerste paar weken, waarin je baby nog niet rolt, is een deken met lakentje ook een veilige optie. Zorg ervoor dat je het bedje kort en strak opmaakt, met de voetjes van je baby tegen het voeteneinde. Dan is de kans klein dat hij onder het beddengoed terechtkomt met zijn hoofdje.

Gebruik de eerste 2 jaar geen dekbed. Je baby kan zich hier makkelijk onder wurmen, waardoor hij het snel te warm krijgt of zijn ademhaling wordt belemmerd.

4. Je baby mag het niet te warm krijgen

Let op de combinatie kleding, beddengoed en kamertemperatuur. Je kleintje heeft het warm genoeg als zijn voetjes aangenaam voelen. De ideale babykamer temperatuur is tussen de 16°C en 18°C. Als je baby koorts heeft, hoef je hem minder warm toe te dekken. Heeft je baby een klam nekje? Dan heeft hij het overduidelijk te warm.

5. Zorg voor een veilige slaapomgeving

Zet het babybedje niet in de buurt van (gordijn)koorden, snoeren, een open raam of de verwarming. Hang een eventuele (muziek)mobiel buiten het bereik van je kindje. Hij mag er naar kijken, niet mee spelen.

Zorg er verder voor dat je huis babyproof is zodra je kindje in bed kan staan of zelf eruit kan komen. Plaats bijvoorbeeld traphekjes en bevestig afdekplaatjes op stopcontacten.

6. Houd je baby vrij van rook

Houd je baby in huis, onderweg (in de auto), bij bezoek of een ander uitje vrij van rook. Er is namelijk een duidelijk verband tussen roken en wiegendood. Daarnaast is het belangrijk om de babykamer regelmatig te ventileren, zelfs als je niet rookt.

7. Leg je baby nooit vast in bed

Slaapt je baby erg onrustig en maait hij zichzelf soms wakker met zijn armpjes? Dan is het toch belangrijk dat je hem niet vastlegt in bed. Hij zou zich kunnen vastdraaien, wat verstikkingsgevaar oplevert. Je zou hem wel kunnen inbakeren; vaak worden baby’s hier rustiger van. Het consultatiebureau kan je hierover informeren, zodat je zeker weet dat je het op een veilige manier toepast.

Is je baby al wat ouder en klimt hij uit bed? Dan kan je er een aantal spijlen tussenuit halen of een laag peuterbed kopen. Zorg dan wel voor een zachte ondergrond, mocht hij uit bed vallen.

8. Geef je baby geen geneesmiddelen met slaapverwekkende bijwerking

Sommige geneesmiddelen zijn gevaarlijk voor je baby; hij kan er te diep van in slaap raken. Geef je borstvoeding? Ook dan moet je zulke medicijnen vermijden, omdat je kleine deze via jou kan binnenkrijgen. Twijfel je of je een medicijn mag gebruiken? Raadpleeg dan altijd je huisarts.

9. Geef bij voorkeur borstvoeding en gebruik een fopspeen

Borstvoeding verlaagt het risico op wiegendood. Ook een fopspeen bij het slapen helpt. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat speenzuigers minder diep slapen, minder draaien ’s nachts en hun hoofdje vlotter opzij draaien, omdat de speen anders in hun gezichtje drukt. Gebruik de fopspeen wel pas nadat het borstvoeding geven zonder problemen verloopt. Bij flesvoeding mag je baby meteen een fopspeen. Bouw het gebruik van een fopspeen na 10 tot 12 maanden af.

10. Let op rust en regelmaat

Baby’s zijn erg gevoelig voor onrustige situaties, zoals reizen, lange autoritten, drukke visite of een logeerpartijtje. Stel je baby hier dus niet te veel aan bloot in zijn 1e jaar; dit kan voor stress zorgen en een verstoring van zijn slaapritme.

Wil je meer tips over slapen? Bestel het e-book ‘Slaapwijzer Baby’ van 24Baby en de slaapcoaches van Slaaptipsvoorbabys >>

Download onze app

#1 zwangerschaps- en baby-app