Slaapritme baby: zo ziet dit eruit
Je kindje heeft veel slaap nodig, overdag en ’s nachts. Het slaapritme van je baby is heel anders dan dat van jou. Ook verandert het nog veel het eerste jaar. Hoe ziet het slaapritme van je baby eruit en welke veranderingen kan je verwachten?
Je baby en slapen
Het slaapritme van je baby verschilt sterk van dat van jou. Je baby slaapt veel en vaak. Hoeveel slaap precies nodig is, wisselt per kind en per leeftijd. Ook valt de ene baby makkelijker in slaap dan de andere.
Slaap is belangrijk voor je baby. Deze periode van rust zorgt voor een gezonde groei en een goede ontwikkeling van de hersenen.
Slaapcyclus baby
Voor alle baby’s geldt dat ze slapen in blokken van 50 tot 60 minuten. Zo’n slaapblok noem je ook wel een slaapcyclus. Een slaapcyclus begint met de actieve slaap. Hierin slaapt je baby ondiep. Je kindje maakt vaak nog geluiden, ademt snel, beweegt en heeft zelfs de ogen af en toe open. Tijdens de actieve slaap wordt hij of zij gemakkelijk wakker van geluiden.
In het midden van de slaapcyclus begint de stille slaap. Je baby beweegt in deze slaapfase bijna niet en slaapt dieper. Je kleine wordt ook minder makkelijk wakker.
Als de diepe slaap is afgelopen, wordt je kindje wakker of begint er een nieuwe slaapcyclus. Een nacht of lange slaap overdag bestaat uit meerdere slaapcycli achter elkaar. Tussendoor kan je baby wakker worden. Is er een goed slaapritme ontwikkeld? Dan ‘plakt’ je baby de verschillende slaapcycli aan elkaar. Je baby slaapt gewoon verder, zonder dit te merken. Dit is bij jou ook zo.
Slaapritme per leeftijd
in het eerste jaar slaapt je baby ongeveer 12 tot 16 uur per dag. Het slaapritme van je baby verandert regelmatig in dit jaar. Hieronder vind je uitleg over het slaapritme per leeftijd. Dit zijn richtlijnen. Ieder kindje is uniek en heeft een eigen slaappatroon. Blijf daarom naar je baby kijken om erachter te komen wat er nodig is.
Het is mogelijk dat je kindje meer of minder slaapt dan gemiddeld. Merk je dat je baby goed groeit en vrolijk is? Dan kan je ervan uitgaan dat er genoeg geslapen wordt. Een hangerige, huilerige, ongelukkige of vermoeide baby kan waarschijnlijk meer slaap gebruiken.
Slaapritme 0 tot 3 maanden
De eerste maanden slaapt je pasgeboren baby gemiddeld 14 tot 17 uur per 24 uur. Maar het kan verschillen van 9 tot 20 uur. Het aantal slaapjes overdag wisselt nog veel. Je kindje slaapt in deze fase meestal niet langer dan 2½ tot 4 uur achter elkaar. Dit is vooral de eerste 6 weken zo.
De reden hiervoor is dat de maag nog klein is. Per keer drinkt je baby maar weinig. Er is dus snel weer nieuwe voeding nodig. Ook ’s nachts wordt je kindje daarom om de paar uur wakker. Daardoor is er voor je baby nog geen verschil tussen dag en nacht. Het leven bestaat vooral uit eten, slapen, even wakker zijn en weer slapen. Je kindje kan nu ongeveer 1 tot 2 uur wakker zijn.
Om je baby aan het dag- en nachtritme te laten wennen, is het slim om ’s nachts niet veel geluid en licht te maken. Ergens tussen de 6 tot 8 weken verandert het slaapritme. Het dag- en nachtritme begint te komen en je kindje slaapt ’s nachts steeds iets langer.
Slaapritme 4 tot 6 maanden
Vanaf de 4e maand hebben de meeste baby’s al een redelijk dag- en nachtritme. Dit heeft er vooral mee te maken dat er minder nachtvoeding nodig is. Gemiddeld slaapt je baby nu 13 tot 15 uur per dag. In deze maanden kan je baby in de nacht 8 uur of langer achter elkaar doorslapen. Maar niet alle baby’s doen dit al op deze leeftijd. Overdag slaapt je kindje nog 3 tot 5 keer.
In deze periode gaat je baby ook dieper slapen. Wakker schrikken gebeurt niet meer zo snel. Vanaf nu is het goed om voor het slapen gaan een vast slaapritueel te volgen. Denk hierbij aan het voorlezen van een boekje of het zingen van een liedje voor het slapengaan. Je baby wordt er rustig van en weet dat het bijna slaaptijd is.
4 maanden slaapregressie
Rond 4 maanden bestaat de kans dat je baby ineens weer slechter gaat slapen. Dit kan komen omdat je kind in een slaapregressie zit. Het heeft te maken met een grote ontwikkelingssprong: je kind ontdekt dat jullie twee losse personen zijn. Hierdoor gaat je baby snappen dat jij weg kan gaan. En dat is even wennen. Je kindje valt nu misschien niet goed meer in slaap zonder jou. Gelukkig is dit meestal tijdelijk en duurt deze fase maar twee tot vier weken. Knuffelen, wiegen, sussen en dragen doe je waarschijnlijk veel deze weken.
Slaapritme 7 tot 9 maanden
Gemiddeld slaapt je baby in deze maanden ongeveer 12 tot 15 uur per dag. Een goede slaper kan in de nacht 9 uur of langer achter elkaar slapen. Er zijn ook genoeg baby’s die minder lang slapen en maximaal 5 of 6 uur doorslapen.
Overdag doet je baby nu meestal nog twee tot drie dutjes. Zijn het korte dutjes? Dan kunnen het er ook meer zijn. Je merkt waarschijnlijk dat je kindje iedere dag ongeveer op hetzelfde tijdstip toe is aan slaapjes. Deze tijdstippen verschillen per kind en liggen ook aan jouw ritme.
In deze maanden leert je baby veel nieuwe dingen. Denk aan zitten, omrollen en kruipen. Je kind heeft dus veel te verwerken. Hierdoor lukt inslapen zonder jou (tijdelijk) wat moeilijker. In deze periode kan je baby ook meer gaan dromen. Misschien wordt je kleine soms huilend wakker en gaat slapen onrustiger.
Slaapritme 10 tot 12 maanden
Rond de 10 maanden slaapt je baby nog steeds gemiddeld 12 tot 15 uur per dag. Een goede slaper kan in de nacht ongeveer 11 uur achter elkaar slapen. Overdag is nog ongeveer 3 uur slaap nodig. Ook kan je kind nu 3 uur achter elkaar wakker zijn. Hoe meer overdagslaap er is, hoe fitter je baby aan de nacht begint. De nacht verloopt dan soepeler. Tussen de 9 en 12 maanden hebben de meeste baby’s daarom nog twee overdagslaapjes nodig.
Slaapritme 13 tot 18 maanden
Tussen de 13 en 18 maanden slaapt je baby nog 11 tot 14 uur per 24 uur. Mogelijk is het moment daar om het ochtendslaapje op te geven. Het is daarbij wel belangrijk om naar je kind en het slaapgedrag te blijven kijken. Ieder kind is namelijk anders.
Slaapt je baby ‘s nachts goed door en wordt het in slaap vallen bij het eerste overdagslaapje steeds lastiger? Dan kan dat erop wijzen dat het tijd is om naar één overdagslaap over te gaan. Toch zijn er ook genoeg kinderen van 18 maanden of ouder die wel nog twee keer slapen overdag.
Verlatingsangst en slapen
Vanaf ongeveer 8 maanden kan je baby last krijgen van verlatingsangst. Dit kan voor slaapproblemen zorgen. Wordt je kindje helemaal alleen wakker? Dan zorgt dit misschien voor een huilbui. Deze kan ook ontstaan als je je baby in bed legt en daarna alleen laat. Een vast slaapritueel maakt de verlatingsangst vaak minder. Het maakt het leven voor je baby voorspelbaar en vertrouwd.
Je baby helpen aan een goed slaapritme
Je kan er niet altijd evenveel aan doen als je baby slecht slaapt. Wel kan je ervoor zorgen dat de slaapsituatie zo fijn mogelijk is. Naast een vast slaapritueel kunnen de volgende dingen helpen voor een goed slaapritme.
- Een rustige omgeving. Een veilige ruimte zonder prikkels geeft je baby de rust om kalm zelf in slaap te vallen.
- Verduisterende gordijnen. Een goed verduisterde kamer helpt je baby bij het wennen aan een dag- en nachtritme.
- Een prettige temperatuur op de slaapkamer. Als het niet te koud en niet te warm is, kan je baby beter in slaap vallen. Zorg ook voor genoeg frisse lucht.
- Zoveel mogelijk dezelfde bedtijden. Dit zorgt voor voorspelbaarheid in het dagritme van je baby. De biologische klok stelt zich hierop in.
- Een nachtlampje. Dit kan handig zijn als je kindje het niet fijn vindt wanneer het helemaal donker is in de kamer. Vooral bij wat oudere baby’s kan dit helpen.
Overzicht slaapritme per leeftijd
Het slaapritme van je baby hangt sterk af van de leeftijd. Hieronder zie je de gemiddelde slaapbehoeftes, wakkertijden en overdagslaapjes per leeftijd nog eens samengevat in een tabel.
Bron hoofdfoto: Jaleesa Koelen Fotografie
Download onze app
#1 zwangerschaps- en baby-app