Inleiden bevalling: zo wordt de bevalling kunstmatig opgewekt
Als je zwanger bent, wordt er meestal gewacht tot je bevalling spontaan op gang komt. Om medische redenen kan het beter zijn om niet af te wachten, maar om je baby geboren te laten worden. Dit gebeurt dan met een inleiding of een keizersnede. Wat kan je verwachten bij het inleiden van je bevalling?
Wat is inleiden van de bevalling?
Als je zwanger bent en alles normaal verloopt, wordt er gewacht tot de bevalling uit zichzelf begint. Vaak gebeurt dit als je tussen de 37 en 42 weken zwanger bent. Soms ontstaat er tijdens de zwangerschap een reden waarom het beter is om niet af te wachten. Dan kan je gynaecoloog adviseren om de bevalling kunstmatig op te wekken. Dit heet het inleiden van de bevalling. Ongeveer 1 op de 5 bevallingen in Nederland wordt ingeleid.
Waarom de bevalling inleiden?
Er zijn een aantal redenen om over te gaan tot het inleiden van je bevalling.
Overtijd
Normaal gesproken begint je bevalling tussen de 37 en 42 weken. Vanaf een zwangerschapsduur van 42 weken ben je overtijd. Dit brengt risico’s met zich mee voor je baby. Een inleiding bij 41 weken geeft iets minder risico’s dan afwachten tot de bevalling spontaan begint. Daarom krijg je bij 41 weken zwangerschap uitleg over de mogelijkheid om je bevalling in te leiden. Als je dit niet wilt, kan je nog tot 42 weken afwachten of de bevalling vanzelf begint.
Gebroken vliezen zonder weeën
Het kan gebeuren dat je vliezen breken zonder dat de weeën goed op gang komen. Meestal mag je dan 24 uur afwachten of de weeën alsnog op gang komen. Daarna is het beter om de bevalling in te leiden. De kans op een infectie wordt namelijk groter.
Vertraging van de groei van de baby.
Je kindje kan om verschillende redenen groeivertraging oplopen in de baarmoeder. Stelt de verloskundige of gynaecoloog vast dat je baby echt te klein is, of dreigt zijn conditie achteruit te gaan? Dan krijg je het advies om in te leiden.
Gezondheidsreden bij je baby
Via de placenta krijgt je baby zuurstof en voeding. Als de placenta minder goed werkt, kan de gezondheid van je baby in gevaar komen. Dit kan je merken doordat je je baby minder voelt bewegen. Weinig beweging voelen is een reden voor extra onderzoek.
Met een echo kan de gynaecoloog of verloskundige onder andere de grootte van je baby en de hoeveelheid vruchtwater inschatten. Als jouw baby een stuk groter of kleiner dan gemiddeld lijkt, adviseert je arts soms om in te leiden. Ook een afwijking aan bijvoorbeeld de darmen of het hart van je baby kan een reden zijn voor een inleiding.
Gezondheidsredenen bij jou zelf
Er zijn een aantal situaties waarin het voor jouw lichaam beter is dat je baby geboren wordt. Een voorbeeld hiervan is een hoge bloeddruk tijdens de zwangerschap (zwangerschapshypertensie) of een dreigende zwangerschapsvergiftiging. Dit kan zowel voor jouw gezondheid als die van je baby problemen opleveren.
De gynaecoloog kan bloeddrukverlagende medicijnen voorschrijven. Daarnaast kan hij of zij adviseren om je bevalling in te leiden. Ook bij zwangerschapsdiabetes of een tweelingzwangerschap wordt het inleiden van je bevalling vaak geadviseerd. Je arts bespreekt de opties met je, waarna je samen tot een besluit komt.
Inleiding zonder medische reden
Het inleiden van de bevalling gebeurt ook wel eens bij vrouwen die daar géén gezondheidsreden voor hebben. Sommige vrouwen hebben hier een sterke voorkeur voor. Bijvoorbeeld omdat je dan ongeveer kan plannen wanneer de baby geboren wordt. Het inleiden van de bevalling maakt de normale baring in dat geval onnodig medisch. Daarom wordt dit over het algemeen niet zomaar gedaan.
Stappen inleiden bevalling
Het inleiden van de bevalling begint met een inwendig vaginaal onderzoek. Hierbij voelt de arts met twee vingers aan je baarmoedermond. Vóór en tijdens je bevalling verandert deze namelijk. De baarmoedermond is voor de bevalling nog stug en moet weker worden. Ook wordt ze korter en vormt ze uiteindelijk één geheel met de baarmoeder.
Deze veranderingen zorgen ervoor dat de baarmoedermond zich uiteindelijk kan ontsluiten tot 10 cm.
Hoe je baarmoedermond aanvoelt, bepaalt welke van de stappen bij jou nodig zijn om de bevalling op gang te brengen.
1. Voorbereiden van de baarmoedermond
Als de baarmoedermond nog stug en dicht is, moet deze eerst rijp gemaakt worden. Dit heet primen. Het verschilt per ziekenhuis hoe dit gebeurt. Voorafgaand hieraan wordt er een hartfilmpje (CTG) gemaakt om de conditie van de baby te beoordelen.
Een manier om te primen is door middel van medicijnen (prostaglandine). Dit kan een tabletje zijn dat je oraal inneemt of een gel of tablet die vaginaal wordt ingebracht.
Een andere manier is door een ballonkatheter te gebruiken. Na het inbrengen van de ballonkatheter vult de arts het ballonnetje met steriel water. Hierdoor zal de baarmoedermond zich langzaam openen. In sommige ziekenhuizen is het mogelijk om met de ballonkatheter naar huis te gaan. Je komt dan een dag later terug. De gynaecoloog of klinisch verloskundige onderzoekt hoe de baarmoedermond dan is.
Er kunnen nog andere methoden gebruikt worden om de baarmoedermond voor te bereiden. Dit is afhankelijk van het ziekenhuis waar je bevalling wordt ingeleid.
Soms gaat het primen over in natuurlijke weeën. Als dit niet gebeurt, begint de volgende stap: het breken van de vliezen. Het kan een aantal dagen duren voor de baarmoedermond voldoende gerijpt is om de vliezen te breken.
2. Breken van de vliezen
Als je genoeg ontsluiting hebt, of na het primen (stap 1), kunnen je vliezen worden gebroken. Dit doet geen pijn. De verloskundige of gynaecoloog maakt een gaatje in de vliezen. Het vruchtwater stroomt dan naar buiten.
Als het vruchtwater is weggestroomd, drukt het hoofdje van je baby makkelijker tegen de baarmoedermond. Dit kan de weeën op gang helpen. De baarmoedermond wordt meer opengedrukt. Hierdoor begint de baarmoeder met samentrekken.
3. Medisch weeën opwekken
Soms beginnen de weeën na het breken van de vliezen en is dat voldoende. Maar meestal krijg je na het breken van de vliezen een infuus met een weeën stimulerend middel (oxytocine). Dit wekt de weeën op en maakt ze krachtiger.
Door een infuus met oxytocine kunnen er ook te veel weeën ontstaan. Daarom worden het aantal weeën en de conditie van je baby tijdens een inleiding continu in de gaten gehouden met een hartfilmpje (CTG). Tijdens de bevalling houd je het infuus in. Is de bevalling zonder problemen verlopen? Dan wordt het infuus er meestal uitgehaald nadat je bewogen hebt (bijvoorbeeld als je gedoucht hebt).
Een ingeleide bevalling in vergelijking met een natuurlijke bevalling
Een bevalling die wordt ingeleid, vindt altijd plaats in het ziekenhuis. Je hebt daarom geen keuze voor een thuisbevalling. Bij een spontane start van de bevalling heb je deze keuze wel.
Bij elke bevalling kunnen problemen optreden, zowel bij een spontane start van de bevalling als bij een inleiding. De risico’s van een ingeleide bevalling zijn voor zover bekend niet groter dan bij een spontane start van de bevalling. Wel is er bij een ingeleide bevalling iets meer kans op medische handelingen, zoals het krijgen van een infuus. Ook wordt er vaker pijnstilling gegeven bij een bevalling die is ingeleid.
Soms komen bij een inleiding de weeën niet op gang of vordert de ontsluiting of uitdrijving niet. Dan is een kunstverlossing of keizersnede nodig. Dit kan ook gebeuren bij een bevalling die begint met spontane weeën. Nederlandse onderzoeken laten zien dat de kans op een kunstverlossing of keizersnede niet groter is bij een bevalling die is ingeleid vanwege een gezondheidsreden.
Onderzoek onder zwangeren over inleiden bevalling
Onderzoekers van het Radboudumc, UMC Utrecht en Amsterdam UMC onderzoeken de verwachtingen en ideeën van zwangere vrouwen over het inleiden van de bevalling. Ze hopen hiermee de zorg voor zwangere vrouwen die worden ingeleid te kunnen verbeteren.
Meedoen?
Helaas is de inschrijfperiode gesloten, de onderzoekers hebben genoeg deelnemers. Je kan je dus niet meer opgeven om mee te doen aan dit onderzoek. Wanneer de onderzoekers de resultaten bestudeerd hebben, kan je die op deze pagina vinden.
Tessa Meuleman en Jeroen van Dillen
Dit artikel is geschreven in samenwerking met Tessa Meuleman en Jeroen van Dillen. Tessa is geneeskundestudent en volgt tijdens haar coschappen een onderzoeksstage op de afdeling Verloskunde in het Radboudumc. Jeroen is gynaecoloog in het Radboudumc en is gespecialiseerd in verloskundige zorg.
Download onze app
#1 zwangerschaps- en baby-app