verloskundige voert uitwendig onderzoek uit bij zwangere vrouw tijdens zwangerschap

Wanneer je zwanger bent, bezoek je regelmatig je verloskundige voor controle. Bij een uitwendig onderzoek van je buik, ook wel palpatie genoemd, onderzoekt een verloskundige je buik vanaf de buitenkant om te kijken hoe je zwangerschap verloopt.

Voordat je de verloskundige bezoekt voor een uitwendig onderzoek, is het belangrijk dat je een lege blaas hebt. Dit is niet alleen prettiger voor jezelf, maar zo kan de verloskundige je buik beter voelen en is het onderzoek betrouwbaarder.

Hoogte van baarmoeder bepalen

Bij een uitwendig onderzoek bekijkt de verloskundige eerst de hoogte van je baarmoeder. Dit wordt de fundushoogte genoemd. Om te bepalen waar je baarmoeder ligt, drukt ze zachtjes aan de boven-, zij- en onderkant van je buik. Vervolgens meet de verloskundige de hoogte van je baarmoeder op met een centimeter. Je buik wordt gemeten vanaf de bovenkant van je baarmoeder tot je schaambot.

Vaak komt het aantal centimeter dat de verloskundige meet + 4 overeen met het aantal weken dat je zwanger bent. Is je baarmoederhoogte bijvoorbeeld 26 cm, dan ben je rond de 26 + 4 = 30 weken zwanger. Dit is echter niet altijd zo. Je verloskundige vergelijkt de uitkomsten daarom ook altijd met de vorige meting.

Door je buik op te meten en de hoogte van je baarmoeder te bepalen, kan de verloskundige zien of je buik goed groeit. Daarnaast houdt ze zo in de gaten of je kindje voldoende groeit.

Ligging van je kindje

Nadat de verloskundige de hoogte van je baarmoeder en de grootte van je buik heeft bepaald, bekijkt ze tijdens het uitwendig onderzoek hoe je kindje in de baarmoeder ligt. Dit doet de verloskundige wederom door voorzichtig op verschillende plekken in je buik te drukken, ook wel de Leopold-handgrepen genoemd.

Door te voelen hoeveel weerstand je buik op bepaalde plekken heeft, kan de verloskundige bepalen hoe je kindje ligt. Zo ligt het baby’tje in het filmpje met het ruggetje naar rechts. Dit voelt de verloskundige doordat er op die plaats de meeste weerstand is. Verder voelt de verloskundige dat de baby met de billetjes omhoog ligt en met het hoofdje naar beneden. Het baby’tje uit het filmpje ligt dus in de achterhoofdsligging.

Je verloskundige voelt meestal ook onderin je buik om te kijken of, en zo ja, hoe ver je kindje al is ingedaald.

Het hartje van je baby

Ten slotte luistert de verloskundige bij een uitwendig onderzoek nog naar het hartje van je baby. Doordat de verloskundige de houding van je kindje net heeft gevoeld, weet ze waar het ruggetje ligt en kan dus gemakkelijk naar het hartje luisteren. Meestal slaat het hartje van je kindje ongeveer 150 tot 160 keer per minuut. Snel he?