Hoe ga je om met eten tijdens en na je zwangerschap?

Je kan beginnen met oefenhapjes vanaf 4–6 maanden, wanneer je kindje hier klaar voor is. Om mogelijke voedselallergieën zoveel mogelijk te voorkomen, is het advies om vanaf ongeveer 8 maanden ook pindakaas en kippenei aan te bieden. Dit kan je bijvoorbeeld door een fruit- of groentehapje verwerken.

Bij kindjes met eczeem is zelfs het advies om nog eerder te starten met het toevoegen van pinda en ei aan de hapjes. Doe dit het liefst als je start met hapjes. Er zijn speciale opbouwschema’s om de hoeveelheid rustig op te bouwen. Zo kan je kindje rustig wennen. Bespreek dit ook altijd even met je kinderarts of consultatiebureau.

Er zijn zoveel verschillende adviezen over wat er niet mag nu, ik kan me voorstellen dat het soms lastig is. Er wordt steeds meer onderzoek gedaan, wat natuurlijk alleen maar goed is. Hierdoor wordt er steeds meer duidelijk over stoffen in ons voedsel die schadelijk kunnen zijn voor je ongeboren baby.

Probeer vooral zo gezond en gevarieerd mogelijk te eten, voor jou en je baby. Tijdens je zwangerschap zijn voedselinfecties extra gevaarlijk. Daarom is het slim om extra op te letten. We weten bijvoorbeeld van rauwe producten dat ze meer kans hebben om bacteriën (zoals Listeria) te bevatten. Probeer deze producten daarom altijd goed doorbakken te eten. Zo maak je de kans om ziekmakende bacteriën binnen te krijgen kleiner.

Eet je toch een keer iets dat eigenlijk wordt afgeraden? Raak dan niet gelijk in paniek. De kans dat het meteen misgaat is niet groot. Maak je je zorgen? Overleg het even met je verloskundige.

Wanneer je zwanger bent is je lijf erg hard aan het werk. Het maakt gewoon een klein mensje. Daarvoor heeft je lichaam meer voedingsstoffen nodig dan normaal. Vaak hoef je niet zo veel meer te eten dan anders. Wel moet de kwaliteit van je voeding zo hoog mogelijk zijn. Kies voor voldoende groente en fruit, zuivel, volkorenproducten, peulvruchten, vis, noten en zaden.

Sommige vitamines zijn toch slim om bij te slikken als je zwanger bent:

• Foliumzuur (vitamine B11). Dit is een belangrijke vitamine tijdens je zwangerschap. Begin minimaal 4 weken voor je zwangerschap met 400 microgram foliumzuur per dag. Ga daar de eerste tien weken van je zwangerschap (8 weken na de bevruchting) mee door. Dit is om aangeboren afwijkingen, zoals een open ruggetje, zoveel mogelijk te voorkomen.
• Vitamine D. Vitamine D haal je uit zonlicht, maar tijdens je zwangerschap kan je hier meer van gebruiken. Slik per dag 10 microgram extra. Dit helpt de botontwikkeling van je kindje, en ook voor jezelf is het goed.

Het is heel vervelend als je (erg) misselijk bent tijdens de zwangerschap. Meestal begint de zwangerschapsmisselijkheid rond de 6 weken en verdwijnt de misselijkheid vanzelf na 16 weken. Maar het kan helaas ook langer duren. Deze tips kunnen helpen:

• Neem je rust
• Eet kleine hoeveelheden regelmatig verdeeld over de dag.
• Eet het liefst lichte maaltijden als je de misselijkheid voelt opkomen. Denk aan een beschuit/cracker, een boterham, wat fruit, een schaaltje vla of yoghurt of wat rauwkost.
• Drink ruim voldoende (zeker bij spugen).
• Ben je vooral ’s ochtends misselijk? Dan kan het helpen om in bed alvast een cracker te eten voordat je opstaat.

Vaak merk je zelf welke voeding je lichaam beter of minder goed accepteert. Dit kan per vrouw verschillen. Zo zijn koffie, koolzuurhoudende dranken of sinaasappelsap vaak niet de beste keuze en kunnen ze je misselijkheid erger maken.

Helpen deze tips niet en is je misselijkheid erg heftig? Bespreek dit altijd even met je verloskundige of de huisarts.

Je lichaam heeft meer voeding nodig tijdens je zwangerschap, omdat het druk bezig is om je kindje te laten groeien. Probeer regelmatig kleine porties te eten en neem regelmatig een gezond tussendoortje. Zo voorkom je dat je in één keer veel honger krijgt. Gezonde tussendoortjes zijn bijvoorbeeld fruit, een handje noten, een bakje yoghurt of een cracker. Neem ook altijd iets mee in je tas voor onderweg.

Heb je af en toe een eetbui? Maak je geen zorgen, dit is heus niet erg. Zolang je een gezonde maaltijd kiest, mag je best wat extra eten. Het kan wel vervelend zijn als je tijdens eetbuien vooral ongezonde snacks wil eten. Hierdoor kan je meer aankomen dan je eigenlijk wil. Maar af en toe iets ongezonds kan natuurlijk niet zoveel kwaad.

Het is heel normaal dat je aankomt tijdens je zwangerschap. De meeste vrouwen komen gemiddeld 12 kilo aan. Dit verschilt natuurlijk per zwangerschap. Afvallen en lijnen wordt wel echt afgeraden, omdat je dan vetweefsel afbreekt. In dit weefsel liggen afvalstoffen opgeslagen die dan vrij kunnen komen. Deze kunnen dan bij je baby terechtkomen.

Wil je graag afvallen? Wacht dan liever tot na je bevalling. Tijdens je hele zwangerschap is het namelijk belangrijk dat je gezond en gevarieerd eet. Zo krijg je voldoende voedingstoffen zoals eiwitten, vetten, vitamines en mineralen binnen. Zo help je je kleine om goed te groeien. Een diëtist kan je helpen om zo gezond mogelijk aan te komen.

Je hoeft tijdens je zwangerschap niet voor twee te eten. Kies wel het liefst voor goede en gezonde voeding. Dit voorkomt dat je (te) veel aankomt tijdens de zwangerschap. Ook kan je gerust tijdens je zwangerschap blijven sporten en bewegen, zolang het niet te zwaar en in een rustig tempo is. Denk aan dansen, zwangerschapsgym of zwemmen.

Een goede en gevarieerde voeding is erg belangrijk voor de groei en ontwikkeling van je kindje. Zo heeft hij allerlei voedingsstoffen nodig. In vlees en vis zitten belangrijke voedingstoffen zoals ijzer, eiwitten en vitamine B12.

Geef je je kind geen vlees of vis? Probeer dan altijd een goede vegetarische vervanger aan te bieden. Zo kan je voorkomen dat je kindje te weinig van bepaalde voedingsstoffen binnenkrijgt. Goede vervangers zijn noten, peulvruchten, eieren, zuivel en vegetarische vleesvervangers. Let bij vegaburgers wel op de hoeveelheid zout. Te veel zout is namelijk niet goed voor je kindje.

Eet je kindje helemaal geen dierlijke producten? Dan is de kans op tekorten groter. In dit geval is het aan te raden om langs te gaan bij een diëtist. Deze kan jullie helpen om mogelijke tekorten te voorkomen. Ook kan het slikken van bepaalde vitamines (zoals vitamine B12) nodig zijn als aanvulling.

Beide zijn goed. Als je zelf de tijd en zin hebt om de hapjes klaar te maken, is dit natuurlijk super. Maar anders is een fruit- of maaltijdpotje ook een prima keuze. Het bevat de voedingsstoffen die je kind nodig heeft, in de juiste hoeveelheden.

Een fruit- of groentepotje zoals Olvarit bestaat uit pure en natuurlijke ingrediënten. Ook zit in deze producten geen toegevoegd zout, suiker of conserveermiddelen. De kwaliteit van de producten wordt goed in de gaten gehouden. Ook worden de potjes kort verhit, waardoor de inhoud op een natuurlijke manier lang houdbaar is.

Wanneer je tussen de 4-6 maanden start met de introductie van de eerste oefenhapjes, kan je kindje wennen aan de eerste smaken en structuren. Tot 6 maanden blijft borst- en flesvoeding wel de belangrijkste basis en zijn de hapjes echt als extraatje.

Blijf de eerste 2 jaar regelmatig nieuwe smaken toevoegen. Herhaal deze smaken, ook al lijkt je kleine het in het begin niet zo lekker te vinden. Soms moeten kindjes een nieuwe smaak wel 10 tot 15 keer proeven voordat ze het accepteren. De aanhouder wint!

Geef zelf ook het goede voorbeeld door gezellig samen aan tafel te eten. Probeer niks te forceren, zodat eten leuk (en lekker) blijft. Onze voedingskundigen van de Kindervoeding Service kijken graag even met je mee als je vragen hebt, voor tips en adviezen. Je kan ons bereiken via 0800 022 26 26.

Ons ‘Hapjesplan’ helpt je om stap voor stap het dagmenu verder uit te breiden naar een gezond en gevarieerd dagschema.

Borstvoeding is de beste voeding voor je kindje, maar vergt wel veel energie van je lijf. Het is dus belangrijk om voldoende maar ook gezond en gevarieerd te eten. En vergeet ook niet extra te drinken.

Merk je dat je kleine van bepaalde voedingsstoffen krampjes of andere ongemakken krijgt? Dan kan je deze voedingsmiddelen tijdelijk weglaten uit je voedingspatroon. Vaak gaat het om koolsoorten, ui, scherpe kruiden, koffie en sommige soorten thee. Drink bijvoorbeeld geen anijsthee of venkelthee. In deze kruiden zitten plantgifstoffen die in grote hoeveelheden mogelijk gevaarlijk kunnen zijn.

Bij borstvoeding komt het hormoon oxytocine vrij. Dit zorgt voor minder stress, waardoor je beter kan ontspannen. Maar helaas kan het ook anders zijn. Lukt borstvoeding geven niet of zorgt het voor problemen? Dan kan je productie minder worden door de stress die je hiervan krijgt. Het is altijd goed om stress zoveel mogelijk te voorkomen. Probeer daarom te genieten en te ontspannen. Als dit niet lukt, kan je altijd hulp vragen van een lactatiekundige.

Krampjes

Zo zielig als je baby darmkrampjes heeft! Of je nu borstvoeding geeft of flesvoeding, bijna elke baby heeft in de eerste maanden van zijn leven zo nu en dan last van darmkrampjes. Dat komt doordat het maag-darmkanaal nog niet helemaal is volgroeid.

Het is belangrijk dat je kleine goed aanhapt en rustig drinkt (zo’n 20-30 min per voeding). Bij een flesje is de speenmaat erg belangrijk. Wanneer je kleine krampjes heeft, kan je het buikje zachtjes met de klok mee masseren of ‘fietsen’ met de beentjes. Ook lekker bij je liggen is vaak al prettig, zoals in een draagzak.

Geef je borstvoeding? Dan kan je merken dat na het eten van bepaalde voedingsmiddelen de krampjes erger lijken te worden. Bijvoorbeeld scherpe kruiden, uien en koolsoorten in jouw voeding. Je kan dit dan (tijdelijk) uit je dagmenu weglaten.

Reflux

Als er maaginhoud terugstroomt in de slokdarm wordt dit ook wel (verborgen) reflux genoemd. Reflux komt veel voor bij jonge baby’s. Bijna alle kindjes geven weleens wat voeding terug. Het verschilt van mondjes teruggeven tot hele golven voeding. Als je kindje verder goed groeit, is er niks om je zorgen over te maken. Wel zijn er wat tips om de klachten minder te maken:

• Houd je kindje rechtop na de voeding. Ook kan je wat meer rechtop voeden.
• Zorg voor een rustig drinktempo, zodat je kleine niet te veel lucht meehapt.
• Geef je baby tijd om tussendoor een boertje te laten.
• Na de voeding is het goed om eerst een boertje af te wachten voor je je kindje weer neerlegt.

Blijft je kleine er veel last van houden? Dan kan je de voeding dikker maken met johannesbroodpitmeel (zoals Nutrilon Nutriton). Dit zorgt ervoor dat de voeding niet meer terug omhoog stroomt.

Geef je flesvoeding? Dan kan je altijd met het consultatiebureau bespreken of de overstap naar een speciale voeding voor krampjes of reflux een goede keuze is.