Fluxus postpartum: overmatig bloedverlies bij de bevalling
Het is normaal om tijdens de bevalling wat bloed te verliezen. Bij één op de twintig bevallingen komt echter overmatig bloedverlies voor. Dit noem je fluxus postpartum. Wat is fluxus precies, hoe ontstaat het en wat kan eraan gedaan worden?
Wat is fluxus?
Fluxus of fluxus postpartum is het verliezen van overmatig veel bloed tijdens de bevalling. In medische kringen wordt het ook wel HPP genoemd, hemorragie postpartum. Gemiddeld verliezen vrouwen tot 500 milliliter bloed. Overmatig bloedverlies betekent dat je meer dan een halve liter bloed verliest. Verlies je meer dan 1 liter, dan is er sprake van ernstige fluxus. Deze complicatie kan leiden tot bewusteloosheid en shock en kan daarom best gevaarlijk zijn.
Bij 99% van vrouwen met een fluxus vindt de bloeding plaats binnen 24 uur na de geboorte. Er is dan sprake van primaire fluxus. In uitzonderlijke gevallen kan er ook later nog een bloeding optreden, tot zes weken na de bevalling.
Hoe ontstaat fluxus?
Meestal ontstaat fluxus door atonie van de baarmoeder. Dat betekent dat de baarmoeder niet goed samentrekt na de bevalling. De naweeën moeten ervoor zorgen dat de placenta geboren wordt en dat de baarmoeder haar oorspronkelijke vorm weer aanneemt. De samentrekkingen zijn ook nodig om de bloedvaten die naar de placenta liepen dicht te knijpen. Gebeurt dit niet, dan blijven de bloedvaten die aan de placenta vastzaten te veel aan de oppervlakte liggen en open staan. Daardoor kan een bloeding ontstaan. Andere oorzaken van fluxus kunnen zijn:
- De placenta komt niet los. Hierdoor kan de baarmoeder niet goed samentrekken. Vaak moet in dit geval de placenta operatief worden verwijderd.
- Beschadigingen aan je vagina of baarmoeder. Wanneer je bent bevallen van een erg grote baby of een meerling, heb je meer kans op beschadigingen rondom je vagina, zoals een episiotomie, uitscheuren of een totaalruptuur. Ook als je een kunstverlossing hebt gehad, kan er een fluxus ontstaan..
- Er is een onderliggend probleem, zoals een stollingsstoornis. Sommige aandoeningen of medicijnen zorgen ervoor dat je bloed niet goed stolt. Hierdoor verlies je al snel meer bloed dan normaal.
Behandeling van fluxus
Hoe fluxus wordt behandeld, hangt af van de oorzaak en de ernst van het bloedverlies. Dit wordt bepaald door het bloed op te vangen en te wegen. Hoe meer bloed je verliest, hoe ernstiger de fluxus. In de eerste instantie zal de gynaecoloog proberen je baarmoeder samen te laten trekken. Dit gebeurt met oxytocine, dat via een infuus wordt toegediend. Daarnaast kan een massage van de baarmoeder helpen.
Werkt dit niet voldoende, of is atonie niet de oorzaak van de fluxus, dan gaat de arts over op het dichtdrukken van de bloedvaten in je baarmoeder. Dit gebeurt meestal met een ballonkatheter die de vaten dichtdrukt. Ook een operatie waarbij je hechtingen krijgt in je baarmoeder is mogelijk. Als je fluxus krijgt na een keizersnede, wordt vaak sneller operatief ingegrepen. De arts kan dan bijvoorbeeld de open bloedvaten in je baarmoeder dichtmaken.
Als je veel bloed verliest, bestaat het risico dat je in shock raakt. Daarom krijg je een infuus met vocht toegediend om je bloedvaten weer te vullen. Zo wordt voorkomen dat je in shock raakt door het bloedverlies.
Behandeling als de placenta niet loskomt
Meestal komt de placenta binnen 60 minuten na de geboorte van je baby naar buiten. Gebeurt dit niet, dan kan de baarmoeder niet samentrekken en ontstaat er een open wond, waardoor je een fluxus kan krijgen. Ook als een deel van de placenta achterblijft, geeft dit problemen. De gynaecoloog verwijdert dan via een operatie de hele placenta. Daarna krijg je medicatie om je baarmoeder samen te laten trekken.
Risicofactoren voor een fluxus
Er zijn een aantal redenen waardoor je meer kans hebt op een fluxus. Als één van deze factoren bij jou speelt, word je extra goed in de gaten gehouden. Het is dan verstandig om in het ziekenhuis te bevallen. Je krijgt alvast een infuus en je bevalling wordt begeleid door een gynaecoloog of een medisch verloskundige. Risicofactoren zijn:
- Een keizersnede
- Bevallen van een meerling
- Eerdere bevalling met een fluxus
- Bevallen van een extra grote baby
- Placenta praevia
Gevolgen van fluxus
Fluxus is een ernstige complicatie, die kan leiden tot shock en bloedarmoede. In extreme gevallen kan je er zelfs aan overlijden. Gelukkig gebeurt dat dankzij de vele behandelmogelijkheden tegenwoordig bijna niet meer. Omdat fluxus pas ontstaat na de geboorte, heeft je baby er weinig last van. Voor jou zijn er een aantal mogelijke gevolgen, waar je in meer of mindere mate last van kan hebben.
Gevolgen op korte termijn
Veel vrouwen die met een fluxus te maken hebben, ervaren zowel lichamelijke als psychische gevolgen. De lichamelijke klachten hebben vooral te maken met bloedarmoede. Psychische klachten komen vaak voort uit een opgelopen trauma door de fluxus. Mogelijke gevolgen op de korte termijn zijn:
- Vermoeidheid. Snel moe zijn komt het vaakst voor. Dit heeft te maken met het lage aantal rode bloedlichaampjes in je bloed na de fluxus. Tel daar de gebroken nachten met een pasgeboren baby bij op en de emotionele verwerking, en het is niet zo vreemd dat je snel moe bent.
- Pijnklachten. Als je fluxus is ontstaan door beschadigingen aan je vagina of baarmoeder, moeten die wonden genezen. Daar kan je nog een aantal weken last van hebben. Hetzelfde geldt voor hechtingen.
- Duizeligheid. Ook duizeligheid wordt veroorzaakt door bloedarmoede. Waarschijnlijk zal je een aantal keer bloed moeten laten prikken om te zien of je bloedwaarde herstelt. Hiervoor kan je staaltabletten voorgeschreven krijgen.
- Last van je borsten. Wanneer je fluxus is behandeld met medicijnen, moet je misschien een paar dagen wachten voor je met borstvoeding mag beginnen. Dit kan ervoor zorgen dat je last krijgt van stuwing in je borsten. Meestal mag je na een dag of drie tot vijf wel gaan voeden, waardoor dit ‘volle’ gevoel weer afneemt. Tot die tijd kan je eventueel wat melk afkolven om de spanning te verminderen.
- Snel emotioneel worden. Kraamtranen zijn heel normaal als je net bevallen bent. Wanneer je bevalling heftig was, is de kans hierop nog wat groter. Schrik dus niet als je af en toe ineens een huilbui hebt. Meestal gaat dit na een paar dagen vanzelf weer voorbij.
Gevolgen op lange termijn
De meeste klachten die op korte termijn optreden, zijn na een week of zes weer voorbij. Er zijn echter ook gevolgen van fluxus die langer kunnen aanhouden. Voorbeelden hiervan zijn:
- Vermoeidheid. De vermoeidheid die optreedt als gevolg van bloedarmoede, kan lang aanhouden. Zelfs als je bloedwaarden weer redelijk op peil zijn, kan je hier last van houden. Er is dan lichamelijk niet echt meer iets aan de hand, maar door psychische stress of door het herstel kan je nog steeds moe zijn. Maak je je zorgen over het gebrek aan energie, bespreek dit dan met je huisarts.
- Posttraumatische stress. Een fluxus kan je ervaren als een traumatische gebeurtenis. Het kan levensbedreigend zijn en er moet snel ingegrepen worden, waardoor je bevalling ineens heel hectisch verloopt. Je kan hier angstklachten aan overhouden. Slecht slapen, prikkelbaar zijn en flashbacks zijn symptomen van posttraumatische stress. Merk je dat je hier last van hebt, bespreek het dan eens met je huisarts of verloskundige. Er zijn goede behandelingen tegen deze psychische klachten.
- Moeite met intimiteit. Het kan na de bevalling, zeker als deze zo heftig is verlopen, best een tijdje duren voordat je weer zin hebt om te vrijen. Dit is heel normaal, gun jezelf de tijd en praat met je partner over eventuele angsten die je hebt.
Gevolgen voor een volgende zwangerschap
Als je fluxus hebt gehad, is de kans groter dat je tijdens een volgende bevalling ook last krijgt van deze complicatie. Het is daarom raadzaam dat je volgende bevalling in het ziekenhuis plaatsvindt. Vaak krijg je in dan voor de bevalling een infuus aangelegd of een injectie met oxytocine. Zo wordt ervoor gezorgd dat je baarmoeder goed samentrekt en wordt het risico op een fluxus beperkt.
Als je bent geopereerd aan je baarmoeder om het bloeden te stoppen, kan dat gevolgen hebben voor je vruchtbaarheid. Als dit zo is, bespreekt je behandelend arts of je verloskundige dit na de operatie uitgebreid met je. De meeste vrouwen bij wie fluxus is opgetreden, kunnen daarna nog wel kinderen krijgen.
Auteur Fabienne Janssen Lok
Download onze app
#1 zwangerschaps- en baby-app