De rhesusfactor
Als je zwanger bent, wordt bij het eerste bloedonderzoek door de verloskundige bepaald of je rhesus negatief bent. Als jij rhesus negatief bent, dan gaat de rhesusfactor een rol spelen in de zwangerschap. Een verschil in rhesusfactor tussen jou en je baby kan namelijk gezondheidsproblemen opleveren voor de kleine. We leggen je uit hoe het werkt.
Wat is de rhesusfactor?
De bepaling van de rhesusfactor is een manier om bloedgroepen in te kunnen delen op basis van bepaalde kenmerken. Het bekendste systeem is het ABO-bloedgroepensysteem. Deze wordt steevast gebruikt in combinatie met de rhesusfactor: de ‘positief’ of ‘negatief’ die achter de ABO-bloedgroep gezet wordt.
Eigenlijk is de rhesusfactor een andere soort bloedgroep, die aangegeven wordt met de letter D.
Het geeft aan of een bepaalde stof (rhesus-D) aanwezig is in je bloed. Ben je (rhesus-D) positief, dan is de rhesusfactor D aanwezig. Ben je (rhesus-D) negatief, dan is de rhesusfactor D afwezig. In het dagelijks spraakgebruik valt ‘rhesus-D’ weg, en wordt enkel gesproken over ‘positief’ of over ‘negatief’.
Wat is rhesusziekte?
Als je rhesus negatief bent, kan dit een rol gaan spelen tijdens je zwangerschap. Jouw lichaam beschouwt rhesus positief bloed (waar de rhesusfactor D in zit) als vijandig. Als jouw baby rhesus positief is, en jouw bloedsomloop in contact komt met de zijne, kan jouw lichaam antistoffen aanmaken tegen het bloed van je baby. Je lichaam probeert het bloed van je baby hiermee af te stoten.
Wanneer er tijdens de zwangerschap rhesusafweerstoffen van de moeder in het bloed van de baby komen, kan de baby zijn eigen rode bloedcellen gaan afbreken. Hierdoor krijgt je baby bloedarmoede.
Bloedarmoede zorgt ervoor dat je baby er geel uit gaat zien. Soms gaat dit na de geboorte vanzelf over of is lichttherapie nodig. In ernstige gevallen kan het nodig zijn dat je baby een bloedtransfusie krijgt.
Ontstaan rhesusziekte
Wanneer jij rhesus negatief bent en je baby rhesus positief is, kan dit in sommige gevallen leiden tot rhesusziekte bij je baby. Gelukkig komt dit niet vaak voor.
Rhesusziekte kan ontstaan wanneer:
- jij rhesus negatief bent en
- je baby rhesus positief is en
- er contact plaatsvindt tussen jouw bloed en dat van je baby en
- jij antistoffen aanmaakt tegen het bloed van je baby
Jij bent rhesus negatief
Van de Nederlandse vrouwen is 15% rhesus negatief. Of je rhesus negatief bent wordt bepaald bij de bloedtest in de derde maand van je zwangerschap.
Je baby is rhesus positief
Wanneer blijkt dat je rhesus negatief bent bij de eerste bloedtest krijg je een tweede bloedtest in week 27 van je zwangerschap. Bij deze test wordt uit jouw bloed ook de rhesusfactor van je baby bepaald. Alleen wanneer je baby rhesus positief is kan dit tot problemen leiden.
Contact tussen jouw bloed en dat van je baby
Normaal gesproken hebben moeder en kind gescheiden bloedbanen. Uitwisseling van belangrijke (voedings)stoffen vindt plaats via de placenta. Wanneer er toch bloed van je baby in jouw bloedbaan komt ziet je lichaam dit rhesus positieve bloed als lichaamsvreemd. Hierdoor kan je lichaam rhesusfactor afweerstoffen gaan aanmaken.
Als er bloed van je baby in je bloedbaan komt, gebeurt dit vrijwel altijd pas bij de geboorte. Maar dit is ook mogelijk bij;
- abortus of een miskraam na week 10
- vruchtwaterpunctie
- vlokkentest
- curettage
- kering in de baarmoeder in het geval van stuitligging
- ongevallen of bijvoorbeeld een trap tegen de buik
Antistoffen tegen het bloed van je baby
Nadat er bloed van je baby in je bloedbaan is gekomen kan je lichaam rhesusfactor antistoffen aanmaken. Via de placenta komen deze antistoffen vervolgens in de bloedbaan van je baby. Hierdoor kan je baby zijn eigen (rode) bloedcellen gaan afbreken. Dit kan leiden tot rhesusziekte.
Omdat er meestal pas bij de geboorte bloed van je baby in jouw bloedbaan komt worden de antistoffen pas na de geboorte gevormd. Hierdoor is de kans erg klein dat zich bij je eerste kind problemen voordoen. Deze antistoffen blijven echter in je lichaam en kunnen bij een volgende zwangerschap wel tot problemen leiden.
Wanneer je lichaam antistoffen aanmaakt krijg je, afhankelijk van het risico dat door het laboratorium wordt vastgesteld, medische begeleiding. Hierdoor wordt de kans dat je kind ernstig ziek wordt heel klein.
Voorkomen rhesusziekte door de rhesusprik
De rhesusprik vernietigt de bloedcellen van je baby die in jouw bloedbaan terecht zijn gekomen. Hierdoor gaat je lichaam geen antistoffen hiertegen maken. Je krijgt de rhesusprik meestal in bovenarm, bovenbeen of in je bil.
Wanneer uit je eerste bloedtest blijkt dat je rhesus negatief bent krijg je in week 27 een tweede bloedtest. Wanneer hieruit blijkt dat je baby rhesus positief is krijg je twee rhesusprikken. De eerste prik krijg je rond week 30, de andere binnen 48 uur na de geboorte.
In het geval van een tweeling wordt er na de geboorte bepaald of één of beiden baby’s rhesus positief zijn. Dit gebeurt met behulp van wat bloed uit de navelstreng. Wanneer beiden rhesus positief zijn krijg je een dubbele hoeveelheid van de rhesusprik.
Ook in het geval van een miskraam, vruchtwaterpunctie, vlokkentest, kering bij stuitligging of een ongeval is bloedcontact met je baby mogelijk en krijg je een rhesusprik.
Rhesus c-negatief en rhesus D-negatief
Er zijn verschillende rhesusfactoren. In dit artikel zijn we ingegaan op de belangrijkste: rhesus D-negatief. Informatie in dit artikel geldt echter óók voor rhesus c-negatief, met één belangrijk verschil: er bestaat geen prik tegen de aanmaak van antistoffen door rhesus c-negatieve moeders.