Oxytocine: wat doet het?
Oxytocine wordt in de volksmond het ‘knuffelhormoon’ genoemd, maar het is ook één van de zwangerschapshormonen. Het is belangrijk bij de bevalling en heeft een bepalende functie bij de borstvoeding. Het hormoon draagt daarnaast een steentje bij tijdens de bevruchting en versterkt de band met je kindje. Wat doet oxytocine precies?
Wat is oxytocine?
Oxytocine is één van de zwangerschapshormonen die vóór, tijdens en na je zwangerschap van grote invloed zijn. Het wordt geproduceerd door een klein onderdeel van je hersenen, de hypothalamus. Het hormoon speelt een belangrijke rol bij het opwekken van de bevalling en tijdens de borstvoeding. Daarnaast is het van invloed bij de bevruchting en bevordert het de hechting met je kindje. De naam ‘oxytocine’ komt van het Griekse woord okytokos, wat ‘snelle geboorte’ betekent.
Oxytocine en zwanger worden
Het hormoon steekt trouwens in het allerprilste begin van je zwangerschap (en daarvoor!) al een helpend handje toe. Het begint namelijk al bij de romantiek en seksuele gevoelens, hét ingrediënt om zwanger te worden. Bij het orgasme van de vrouw helpt het vrijkomende oxytocine namelijk bij de zwemtocht van de spermacelletjes door de vagina. Het bevordert op deze manier de bevruchting. Hoe positiever je het orgasme ervaart, hoe meer oxytocine er vrijkomt. Neem er dus lekker de tijd voor. Over sperma gesproken, dit bevat ook oxytocine. Daarom kan seks in de laatste weken van je zwangerschap helpen om de bevalling op te wekken.
Oxytocine tijdens de bevalling
Oxytocine is het hormoon dat zorgt voor weeën. Al tijdens de zwangerschap wordt extra oxytocine aangemaakt. Het effect ervan wordt dan echter nog geremd onder invloed van progesteron. Hierdoor zorgt progesteron ervoor dat je niet te vroeg bevalt. Tegen het eind van je zwangerschap wordt er minder progesteron gemaakt en meer prostaglandine en oxytocine. Ook neemt de gevoeligheid van je baarmoeder voor oxytocine toe.
Als de bevalling begint, zorgt de druk van het babyhoofdje tegen je baarmoederhals voor een flinke oxytocinestijging. Oxytocine zet het spierweefsel van je baarmoeder aan tot regelmatige samentrekkingen. Dit voel je als weeën. Tijdens de bevalling worden er steeds grotere hoeveelheden oxytocine in je bloed uitgescheiden, waardoor de weeën krachtiger worden. De aanmaak van oxytocine gebeurt gelukkig stootsgewijs. Dit geeft je tijd om even uit te puffen na een wee. Ook je vagina krijgt de tijd om niet te snel op te rekken en zo hopelijk uitscheuren te voorkomen. De stootsgewijze afgifte komt mede doordat oxytocine een wisselwerking heeft met een ander hormoon, endorfine. Dit is een natuurlijke pijnstiller en die kan je goed gebruiken tijdens je bevalling.
Oxytocine en de bevalling opwekken
Als je bevalling niet vordert doordat de weeën te zwak zijn of zelfs stoppen, kan je kunstmatig oxytocine via een infuus krijgen. Zo kan de bevalling weer op gang worden gebracht. Ook bij het inleiden van de bevalling wordt gebruik gemaakt van dit zwangerschapshormoon.
Oxytocine en borstvoeding
Wanneer je baby aan je borst ligt, prikkelt hij de zenuwuiteinden van je tepel en tepelhof door het sabbelen en zuigen aan je tepel. Dit stuurt een signaaltje naar je hersenen, waarop de hypofyse oxytocine en prolactine gaat uitscheiden. Prolactine stimuleert het op gang komen van de melkproductie. Oxytocine zorgt ervoor dat de spiertjes van de melkkanalen en melkkliertjes in je borst samentrekken. De melk wordt dan door het stelsel van kleine en grote melkkanalen naar de tepel geperst en je baby kan drinken. Dit noem je de toeschietreflex. Door deze reflex worden de melkkanalen achter je tepelhof wijder, zodat de melk goed kan toestromen. Je kan de toeschietreflex soms goed voelen in je borsten.
Ook na de bevalling trekken de spiercellen van je baarmoeder zich samen onder invloed van oxytocine. Dit voel je als naweeën. Omdat je baby met het zuigen aan je borst de aanmaak van oxytocine bevordert, krijg je in het begin naweeën tijdens de borstvoeding. Best vervelend, want deze naweeën kunnen pijnlijk zijn! Ze hebben echter ook een functie: het samentrekken van je baarmoeder drukt namelijk gescheurde bloedvaatjes dicht. Frequent aanleggen van je pasgeboren baby is dus niet alleen fijn en intiem, maar beperkt ook jouw bloedverlies na je bevalling.
Oxytocine: het knuffelhormoon
Na de bevalling verandert er iets blijvends in je hormoonhuishouding. Moeders hebben namelijk meer oxytocine dan vrouwen die geen moeder zijn. Dit bevordert de band met je baby en zorgt voor een goede hechting. Ook heeft oxytocine een positieve invloed op zorgtaken, ben je door dit hormoon gevoeliger voor geluiden van je baby en ben je sneller ongerust. Daarom word jij dus ‘s nachts wél wakker van je baby en je partner niet.
Wat doet oxytocine nog meer?
Oxytocine heeft interessante effecten op ons gedrag. Het wordt in verband gebracht met gevoelens van vertrouwen en verbondenheid. Zo speelt het een belangrijke rol bij sociale interacties en het ervaren van plezier hierdoor. Wist je dat je alleen al door elkaar aan te raken of elkaar in de ogen te kijken oxytocine aanmaakt? Veel knuffelen en huid-op-huidcontact dus! Met je baby, maar ook met andere dierbaren. Het zorgt ervoor dat je gevoelens van geluk, kalmte en blijdschap associeert met dit soort sociale interacties. Daar staat tegenover dat het hormoon bij interacties met een ‘concurrerend persoon’ juist agressiever gedrag kan oproepen.
Andere effecten die zijn toegeschreven aan een flinke dosis oxytocine zijn een verhoogde weerbaarheid tegen stress en verslaving, bloeddrukverlaging en pijnvermindering. Bij baby’s zou het een rol spelen in de hersenontwikkeling. Veelzijdig stofje dus, nietwaar?
Auteur Lauri Hanewinckel