10 zwangerschapsmythes onder de loep: feit of fabel?
Zodra je zwanger bent, wil iedereen met je meedenken over je zwangerschap en je ongeboren baby. De adviezen vliegen je om de oren en soms weet je niet meer wat je moet geloven. Veel mythes zijn de wereld nog niet uit. Welke van deze 10 zwangerschapsmythes kloppen en welke kunnen de prullenbak in?
1. Je buik zegt iets over het geslacht van je baby
Wanneer het over zwangerschapsmythes gaat, is de vorm van je buik een favoriet onderwerp. Heb je een hoge ronde buik? Bereid je maar voor op een meisje. Een lage puntbuik? Dat wordt een jongen. Althans: volgens de bakerpraatjes.
In feite is de vorm van je zwangere buik vooral te verklaren door je bouw, de elasticiteit van je huid en eventuele eerdere zwangerschappen. Wat mogelijk wel een indicator van het geslacht van je baby kan zijn? Je borsten. Volgens Pools onderzoek nemen de borsten van vrouwen die zwanger zijn van een zoontje iets meer in volume toe dan van vrouwen die een meisje dragen.
2. Brandend maagzuur? Grote kans op een baby met veel haar!
Je verwacht misschien dat dit een zwangerschapsmythe is, maar dit is een feit! Amerikaanse onderzoekers hebben aangetoond dat dit te maken heeft met de hormonen oestrogeen en progesteron. Deze stimuleren zowel haargroei bij de foetus, als het ontspannen van jouw slokdarmklepje. Hierdoor kan maagzuur makkelijker naar boven komen.
3. Knoflook als zwangerschapstest én geslachtsvoorspeller
Een teentje knoflook in je vagina stoppen en de volgende dag testen of je adem naar knoflook ruikt? Voor de oude Grieken was dit heel normaal. Zij dachten dat je baarmoeder van boven openstaat, zodat de lucht naar je mond kan stijgen. Geen knoflookwalm uit je mond? Dat betekent een obstakel in je baarmoeder: een baby.
Tegenwoordig wordt weleens gedacht dat knoflook het geslacht van je kleine kan voorspellen. Wanneer je een teentje knoflook weg kan werken zonder te gaan stinken, zou je zwanger zijn van een meisje. In werkelijkheid heeft de mate van stank vooral te maken met de hoeveelheid knoflook die je eet.
4. Bruin bier verhoogt de melkproductie bij borstvoeding
Het gist in bier zou de productie van het hormoon prolactine verhogen. Dit hormoon is verantwoordelijk voor de melkproductie. Maar helaas voor de bierliefhebbers: alcohol remt juist de productie van oxytocine, het hormoon dat zorgt voor de toeschietreflex.
Dit verklaart hoe deze mythe is ontstaan. Door een zwakke toeschietreflex lukt het je baby niet alle melk uit de borst te drinken. Er blijft dan melk achter in de borst. Zo krijg je het idee dat je voldoende melk produceert, terwijl dit niet zo is. Het beste is om na een drankje drie uur te wachten met het geven van borstvoeding.
5. Bruisend baking soda? Jongen op komst
Meng baking soda met je ochtendurine en wacht af of het gaat bruisen. Is dat het geval? Dan is de zuurgraad van je urine hoger, wat betekent dat je zwanger bent van een jongen. Zo luidt de zwangerschapsmythe in ieder geval. Maar: dit is nooit bewezen. De zuurgraad van je urine wordt door allerlei factoren beïnvloed, bijvoorbeeld door voedsel, drinken en medicijngebruik. Het is dus een leuk scheikunde-experiment, maar hecht er niet te veel waarde aan.
6. Jouw eetgedrag tijdens de zwangerschap beïnvloedt dat van je kindje
Feit! Onderzoek laat zien dat baby’s die in de baarmoeder vaak aan groente en fruit worden blootgesteld, een grotere voorkeur ervoor hebben als ze aan vast voedsel beginnen. Dit geldt ook voor borstvoeding: wat jij veel eet tijdens de borstvoedingsperiode, zal je kindje waarschijnlijk ook lekker vinden.
7. Je armen boven je hoofd rekken is slecht voor je baby
Er wordt weleens beweerd dat jezelf uitrekken ervoor kan zorgen dat de navelstreng van je baby rond zijn nek komt te zitten. Dit is een fabeltje: de navelstreng van je baby is op geen enkele manier verbonden met jouw armspieren. Rekken en strekken hoef je dus tijdens je zwangerschap niet te vermijden. Integendeel: veel sporten zijn juist gezond voor jou en je ongeboren kleine. Denk bijvoorbeeld aan yoga, of zwemmen. Bij deze sporten rek en strek je je spieren, maar dit kan geen kwaad.
8. Tijdens volle maan worden meer kinderen geboren
Fabel. Deze mythe is ontstaan door het idee dat de maan niet alleen invloed uitoefent op het water (eb en vloed), maar ook op de baarmoeder. Het lijkt alsof er tijdens volle maan meer kinderen worden geboren. Dit komt doordat de maan zes dagen per maand helemaal vol lijkt te zijn, terwijl hij dat maar één dag per maand is. Ben je geen sterrenkundige, dan is dit moeilijk te zien. Een kwestie van schijn bedriegt.
9. Een lange bevalling? Grotere kans op een jongetje
Het klinkt misschien als een mythe, maar dat is het niet. Ierse onderzoekers ontdekten dat je een grotere kans hebt op complicaties tijdens de bevalling als je een jongen verwacht. Ingrepen zoals een spoedkeizersnede komen vaker voor en de bevalling duurt gemiddeld genomen langer. De oorzaak? Dat is niet precies bekend. In ieder geval spelen het grotere gewicht en de grotere hoofdomtrek van jongensbaby’s een rol.
10. De lengte van de navelstreng voorspelt de lengte van de penis
Deze mythe heeft een Mexicaanse oorsprong. Volgens de oude Mexicanen moet de navelstreng afgeknipt worden op een kwart van de lengte. Is de navelstreng lang en blijft er een groot stuk over? Dan zou de penis van je zoontje ook lang worden. Niet alleen de lengte van de penis kon volgens de Mexicanen door de navelstreng voorspeld worden, maar ook die van de baarmoeder. Naar deze mythe is nog geen onderzoek gedaan. Dat wordt misschien eens tijd?