Stuitbevalling: een keizersnede of vaginaal bevallen?
Wanneer je baby na 36 weken zwangerschap in stuit ligt, is de kans op een stuitbevalling groot. Meestal kan je zelf kiezen of je liever vaginaal bevalt of via een keizersnede. Wat zijn de voor- en nadelen van beide opties? En welke problemen brengt een stuitbevalling met zich mee?
Wat is een stuitbevalling?
Een stuitbevalling is een bevalling waarbij je baby in stuitligging ter wereld komt. Dit betekent dat je kindje tijdens de bevalling met zijn billen of voeten naar beneden ligt in plaats van met zijn hoofd. De kans op medische problemen is bij zo’n bevalling wat groter. Daarom vindt een stuitbevalling altijd plaats in het ziekenhuis, onder begeleiding van een gynaecoloog. Deze kan meteen ingrijpen als dit nodig is.
Stuitligging bij baby
De meeste baby’s liggen met hun hoofd naar beneden wanneer de bevalling begint. De hoofdligging zorgt ervoor dat je baby tijdens de bevalling beter door het geboortekanaal kan. Bij een stuitligging ligt je baby met zijn billen (stuit) of voeten naar beneden. Van de afwijkende liggingen is dit de meest voorkomende. Je kindje kan op verschillende manieren in stuit liggen:
- Onvolkomen stuitligging. Je baby heeft zijn benen omhoog langs zijn lichaam liggen. Hierdoor komt zijn stuit echt beneden te liggen.
- Volkomen stuitligging. Je baby heeft zijn benen gebogen, waardoor zijn voeten zich bij zijn billen bevinden. Het lijkt alsof je baby in kleermakerszit zit.
- Half onvolkomen stuitligging. Het ene been van je baby ligt omhoog, terwijl het andere juist licht gebogen naar beneden wijst.
- Voetligging. Je kindje ligt met één of met allebei zijn benen naar beneden gestrekt. Hierdoor liggen zijn voeten het laagst.
Tijdens je zwangerschap ligt je baby regelmatig in stuitligging. Bij 25 weken zwangerschap ligt 30 tot 40 procent van de baby’s in stuitligging. Bij 32 weken is dit nog 10 tot 15 procent. Tijdens de geboorte ligt ongeveer 3 procent van de baby’s in stuit. Ligt je kindje na 36 weken nog in stuitligging? Dan is de kans klein dat hij uit zichzelf nog draait. Een speciaal getrainde verloskundige of gynaecoloog kan hem dan helpen draaien. Dit heet een uitwendige versie. De kans dat dit slaagt, is ongeveer 55 procent.
Stuitbevalling: vaginaal bevallen of via een keizersnede?
Ligt je baby nog in stuit wanneer de bevalling zich aandient? Dan komt je baby ter wereld via een stuitbevalling. De kans op problemen tijdens de bevalling is hierbij wat groter dan bij een gewone vaginale bevalling. Daarom kan je ook kiezen voor een geplande keizersnede. Een keizersnede brengt, zoals elke operatie, risico’s met zich mee, maar de geboorte kan dan wel rustig en gecontroleerd plaatsvinden.
Aan zowel een stuitbevalling als aan een keizersnede zijn voor- en nadelen verbonden. Kiezen tussen een van beide kan daarom best lastig zijn. De gynaecoloog of verloskundige helpt je bij het maken van deze keuze. Ook onderstaande informatie kan je hierbij helpen.
Keizersnede bij stuitligging
Omdat de kans op problemen wat groter is bij een stuitbevalling, kan je voor een geplande keizersnede kiezen. Je kindje komt dan via een keizersnede ter wereld als je ongeveer 39 weken zwanger bent. Wanneer de bevalling eerder dan de geplande datum begint, wordt de keizersnede op dat moment uitgevoerd. Wel kan het gebeuren dat je bevalling al zo ver gevorderd is, dat een keizersnede niet meer mogelijk is.
Soms is een keizersnede veiliger dan een vaginale bevalling. In de volgende gevallen adviseert je gynaecoloog om via een keizersnede te bevallen:
- Je kindje weegt waarschijnlijk te veel voor een stuitbevalling (meer dan ongeveer 3500 gram) of ligt in een ongunstige positie.
- De stuit van je baby is nog niet ingedaald.
- Je hebt eerder een moeizame bevalling gehad, zoals een technisch lastig uit te voeren tangverlossing of vacuümpompbevalling.
- Er zijn problemen die een vaginale bevalling moeilijk maken, zoals een voorliggende placenta.
- De harttonen van je baby verslechteren tijdens de bevalling.
- Tijdens de bevalling vordert de ontsluiting of uitdrijving niet goed.
Voordelen van een keizersnede
Een keizersnede brengt voor je baby over het algemeen weinig risico’s met zich mee. Slechts 0,3 procent van de baby’s die via een keizersnede ter wereld komt, moet op de neonatologie afdeling opgenomen worden. De kans dat je kindje tijdens de bevalling overlijdt is heel klein: 0,05 procent.
Nadelen van een keizersnede
Voor de moeder brengt een keizersnede juist wat meer risico’s met zich mee dan een vaginale bevalling. Bij 0,8 procent van de vrouwen treedt tijdens of na de keizersnede een probleem op. Hierbij kan je denken aan veel bloedverlies, een infectie, een nabloeding of trombose (een bloedpropje in je bloedbaan).
Daarnaast bestaat er een kleine kans dat je tijdens de keizersnede een zenuwbeschadiging oploopt. Dit komt voor wanneer het door de stuitligging lastig is om de baby uit de baarmoeder te halen is. In zeldzame gevallen lopen vrouwen hierdoor een zenuwbeschadiging op.
Na een keizersnede blijf je nog een paar dagen in het ziekenhuis, zodat de artsen je in de gaten kunnen houden. Eenmaal thuis duurt het nog zo’n zes weken voor je weer helemaal hersteld bent.
Bij een volgende bevalling kan je gewoon vaginaal bevallen. Wel bestaat er een kleine kans (0,8 procent) dat het litteken van de keizersnede bij de bevalling scheurt. Wanneer je via een keizersnede bent bevallen, vindt een eventuele volgende bevalling altijd plaats in het ziekenhuis.
Vaginaal bevallen bij stuitligging
Een vaginale stuitbevalling verloopt grotendeels hetzelfde als een gewone bevalling. Wel beval je meestal in een dwarsbed. Dit is een verlosbed waarvan het voeteneinde is weggehaald. Je plaatst je benen in beensteunen, waardoor de gynaecoloog of verloskundige tussen je benen kan staan. Zo kan hij of zij je goed begeleiden tijdens de bevalling.
Ook kan de ontsluitingsfase iets anders verlopen bij een stuitbevalling. Wanneer je kindje in stuit ligt, kunnen zijn benen, voeten of billen al tijdens de ontsluitingsfase door je baarmoedermond zakken. Hierdoor is het mogelijk dat je te vroeg persdrang krijgt.
Voordelen van een vaginale stuitbevalling
Wanneer je vaginaal bevalt, is de kans op medische gevolgen voor jou als moeder klein. Bij slechts 0,2 procent van de vrouwen treedt tijdens een vaginale stuitbevalling een probleem op. Als alles goed gaat met jou en je kindje, mag je nog dezelfde dag naar huis. Ook loopt het herstel na je bevalling sneller dan na een keizersnede. Wil je bij een volgend kindje thuis bevallen? Dan is dit mogelijk.
Nadelen van een vaginale stuitbevalling
Tijdens een vaginale stuitbevalling wordt het hoofdje van je baby als laatste geboren. Hierdoor is het risico op zuurstoftekort bij je baby groter dan bij een bevalling in hoofdligging. Dit verhoogt de kans dat je baby op de neonatologie afdeling opgenomen moet worden. 2,3 procent van de baby’s wordt hier na een vaginale stuitbevalling behandeld. De kans dat je kindje tijdens de bevalling overlijdt is 0,2 procent.
Ook is er een kleine kans (1 procent) dat je baby tijdens de bevalling een beschadiging oploopt. Hierbij kan je denken aan een zenuwbeschadiging, botbreuk of hersenbloeding. De kans hierop is heel klein, maar wel ongeveer twee keer zo groot als bij een normale vaginale bevalling.
Een ander nadeel is de grote kans dat je bevalling alsnog overgaat in een keizersnede. Dit gebeurt bij 50% van de vrouwen die aan een vaginale bevalling beginnen met een kindje in stuit. De gynaecoloog adviseert dit wanneer problemen optreden die het leven van je baby of van jou in gevaar brengen. Bijvoorbeeld wanneer de navelstreng uitzakt. Deze kan dan bekneld raken, wat mogelijk tot zuurstoftekort bij je baby leidt.
Vaginale stuitbevalling of keizersnede: de voor- en nadelen
Vind je het lastig om een keuze te maken tussen een vaginale stuitbevalling of een keizersnede? In onderstaande tabel staan de voor- en nadelen van beide opties op een rij.
Voor- en nadelen van een keizersnede
Voordelen | Nadelen |
---|---|
De kans op problemen bij je kindje tijdens de bevalling is klein. | Als moeder heb je een grotere kans op problemen (0,8%). |
De kans is klein dat je baby opgenomen moet worden op de neonatologie afdeling (0,3%). | Je verblijft zo'n twee tot vijf dagen in het ziekenhuis. |
Het herstel duurt langer. | |
Bij een volgend kindje is een thuisbevalling niet mogelijk. | |
Bij een toekomstige vaginale bevalling is de kans 0,8% dat je litteken scheurt. |
Voor- en nadelen van een vaginale stuitbevalling
Voordelen | Nadelen |
---|---|
Kans op problemen is voor de moeder klein (0,2%). | De kans dat je kindje opgenomen moet worden is groter (2,3%). |
Het verblijf in het ziekenhuis duurt korter. | Er is een kleine kans (1%) dat er bij de geboorte een beschadiging optreedt. |
Het herstel verloopt sneller. | De kans is ongeveer 50% dat er alsnog op een keizersnede wordt overgegaan. |
Bij een volgend kindje is een thuisbevalling mogelijk. |
Download onze app
#1 zwangerschaps- en baby-app